Niets achtergehouden
We beginnen het gesprek in een Brussels restaurant met de retorische vraag waarom hij zeven jaar van zijn pensioentijd heeft ‘opgeofferd’ voor het schrijven van die lijvige biografie. Het antwoord klinkt eenvoudig.
Joris Dedeurwaerder: ‘Is de pensioentijd niet de tijd om iets te doen dat je graag doet? Ik heb er heel mijn leven van gedroomd historicus te zijn en eens een historisch werk te maken. Dat zal de drijfveer geweest zijn. De naam Speleers en de kans om aan zijn biografie te werken zijn toevallig opgedoken. Het eerste toeval wou dat oogarts Edward De Sutter, zoon van de oogarts Alfred die zijn opleiding bij Speleers gekregen had, bereid was het project, de biografie, te sponsoren. Het tweede toeval was dat Frans-Jos Verdoodt mij daarover sprak. Ik heb toen gezegd dat het mij wel zou interesseren. Ik kende de naam Speleers van in mijn puberteit. Ik heb het ook op de persvoorstelling verteld, ik heb, toen ik 15, 16 jaar was een brochuurtje van Speleers in handen gekregen. Ik heb het toen niet uitgelezen maar de titel was wel heel frapperend Is de Vlaamse Beweging een, nationale beweging, ja of neen? Vooral dat ja of neen was zo intrigerend.’
- Had u, toen u begon, verwacht dat u er zoveel jaar mee bezig zou zijn?
Joris Dedeurwaerder: ‘Nee. Er was zeer weinig bekend over Speleers; hij was helemaal uit de belangstelling verdwenen. Ik dacht aan een monografie van een 100 à 150 bladzijden, gebaseerd op zijn brochure en op wat er in een paar tijdschriften te vinden zou zijn. Dat was ook eerst de bedoeling van dr. De Sutter. Maar geleidelijk aan ontdekte ik dat er een massa materiaal was, dat er enorm veel bronnen waren die allemaal onontgonnen ware. Ik heb die toen de ene na de andere onderzocht en gebruikt.’
- Men moet bij het schrijven van een biografie dus wat geluk hebben?
Joris Dedeurwaerder: ‘Uiteraard. Niet alleen bij de het schrijven van een biografie maar bij het schrijven van elk historisch werk. In de loop van mijn opzoekingen heb ik diverse keren geluk gehad. Zo vond ik onverwacht in het stadsarchief van Brugge een hele map over een lezing die Speleers er in 1943 gehouden had op initiatief van het stadsbestuur. Alles stak erin: de lezing, de persmededelingen, de uitnodigingslijsten, de affiches, de toegangskaarten enzovoort.’
- U had ook het geluk dat er nog veel familie was, dat ze zeer behulpzaam was én dat ze over heel veel documenten beschikte.
Joris Dedeurwaerder: ‘Ik had het grootse geluk dat er nog heel veel bewaard was én dat de familie bereid was me alles ter beschikking te stellen.’
- Speleers was een groot verzamelaar?
Joris Dedeurwaerder: ‘Inderdaad en zijn nakomelingen zijn dat ook.’
- Was het voor de familie vanzelfsprekend om met u als biograaf mee te werken of ging het geleidelijk aan?
Joris Dedeurwaerder: ‘Dat is geleidelijk aan gegaan. Ik heb niet ineens alles te zien gekregen maar naarmate ze mij beter kenden, kregen ze meer vertrouwen in mij en hebben ze mij steeds meer laten zien. Er zijn mogelijk nog bronnen maar veel kunnen het er niet meer zijn. Ik heb zéér vertrouwelijke stukken gezien en ik heb er een aantal van verwerkt in mijn verhaal.’
- Zat het archief van Speleers bij één bepaald kind?
Joris Dedeurwaerder: ‘Het zat jarenlang bij een van zijn dochters. Die is in 1995 gestorven en dan kwam het bij een van de kleinkinderen terecht en daar is het nog altijd.’
- Het schrijven van een biografie is een heel avontuur, zeker als er zeven jaar aan gewerkt wordt. U kunt wellicht een boek schrijven over het maken van die biografie?
Joris Dedeurwaerder: ‘Dat kun je. De zoektocht door archieven en bibliotheken, het interviewen van personen, het geleidelijk aan contact krijgen met de familie... Die familie leeft natuurlijk in een heel andere tijd. Het zijn kleinkinderen die in Nederland wonen en die van de achtergronden in Vlaanderen bijna niks weten en die er misschien zelf niet allemaal even graag over praten. Het is ook voor hen een ontdekking.’
- Heeft de familie de tekst voor publicatie gelezen?
Joris Dedeurwaerder: ‘We hadden de afspraak dat zij iemand zou aanwijzen die het allemaal een keer zou lezen. En dat is gebeurd.’
- Er zijn geen zaken gecensureerd, achtergehouden?
Joris Dedeurwaerder: ‘Ik sta er versteld van dat er niets achtergehouden is. ’