- Moet u daarvoor niet een veel groter draagvlak hebben? U heeft maar 1.100 leden?
G. Ceelen: ‘Het zijn niet de minste mensen die lid zijn.’
- Moeten de leden een bepaalde maatschappelijke functie bekleden om lid te kunnen worden?
G. Ceelen: ‘Dit staat niet zo direct beschreven. Maar het is duidelijk dat wij de mensen als dusdanig kiezen. Mensen die ergens in hun beroep, in de maatschappij een betekenis hebben, een zeker gezag en die uiteraard onze doelstellingen zeer nauw onderschrijven. Het verdedigen van de Nederlandse taal en cultuur is onze belangrijkste doelstelling. Wij moeten dienen, wij steunen mensen die het moeilijk hebben, in Vlaanderen, en ook als internationale serviceclub in Europa en in de wereld. Wij doen vooral aan intellectueel en financieel dienstbetoon. We hebben voor 2002 een humanitair project uit de grond gestampt waarmee wij mensen in de Vierde Wereld in Vlaanderen willen steunen. Daarvoor hebben wij dit jaar zo'n 25.000 euro kunnen geven. Onze intellectuele dienstbaarheid ligt meer in een forumfunctie die we moeten vervullen. We doen niet aan partijpolitiek en we zijn vrienden, wars van gelijk welke filosofische overtuiging.’
- Hoe selecteert u uw leden?
G. Ceelen: ‘In theorie mogen kandidaat-leden niet weten dat ze genomineerd zijn. In de Ringen (52 in Vlaanderen) kan iedereen een kandidaat-lid voorstellen aan zijn bestuur. Dat bestuur doer een soort moraliteitsonderzoek via de ondervoorzitter van de Ring. Het bestuur gaat dan anoniem akkoord om de kandidaat voor te stellen aan de Ring: hij wordt twee keer uitgenodigd op een Ring-vergadering. Daarna neemt de Ring een beslissing en die gaat dan naar het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur meldt dat in de Maandelijkse Mededelingen. Alle leden hebben vervolgens drie weken de tijd om bezwaar aan te tekenen. Uiteindelijk beslist het hoofdbestuur. Meestal zijn er natuurlijk geen bezwaren.
Er is één uitzondering. Vorig jaar was er een kandidatuur van een parlementslid waar veel bezwaren tegen waren. Hij is geen lid kunnen worden. Het is tot nu toe dus maar één keer gebeurd in de geschiedenis van de Marnixring dat het hoofdbestuur de knoop heeft moeten doorhakken over een kandidatuur. Dan is het moeilijk, en wat mij betreft, zeer moeilijk. Er staat ook in onze doelstellingen dat wij een tolerante en pluralistische vereniging zijn, wars van partijpolitiek. En als je dan een kandidaat moet weren omwille van zijn partijpolitiek...’
- We zitten dus bij het Vlaams Blok?
G. Ceelen: ‘Dat ligt uiteraard moeilijk voor veel leden. Je moet realistisch zijn: als het Vlaams Blok 30% kiezers heeft in Antwerpen, dan kun je je bijna voorstellen dat 30% van de Ringen in Antwerpen Vlaams Blok-aanhangers of -adepten moeten zijn.
Het is een probleem. Als er bezwaren zijn, dan moet je rekening houden met die bezwaren; en als er zeer veel bezwaren zijn, kun je je voorstellen dat het niet goed is. Of dat juist is of niet, dat laat ik aan die mensen over. Het hoofdbestuur heeft erover gestemd, zonder consensus, en we zijn collegiaal naar buiten getreden.’
- Wanneer neemt de Marnixring nu een standpunt in en waarover?
G. Ceelen: ‘Wanneer kan de Marnixring standpunten innemen en hoe moeten we dat doen? Ik geef een voorbeeld: als de algemene concensus is dat we dat Nederlands in Europa moeten verdedigen, kunnen we dat dan beter vanuit de Belgische staat ofwel vanuit een Vlaamse staat. Zoals het nu gaat, is het de ene keer een Nederlandstalige en de volgende keer een Franstalige die het land moet vertegenwoordigen en verdedigen. Als je intellectueel over dat onderwerp discussieert, kun je bijna niet anders dan een onafhankelijke natie te vormen in Europa.’
- Is de Marnixring is gewonnen voor het Europa van de regio's?
G. Ceelen (lachend): ‘Daar kan en mag ik niet op antwoorden. Persoonlijk denk ik dat het Europa van de regio's weinig zinvol is. We moeten het hebben van een Europa van de naties. Een staat in Europa kan iets betekenen, een regio kan niets betekenen. Ik vind het allemaal mooi en romantisch dat we naast een Baskische, een Catalaanse, een Noord-Ierse en een Friese regio kunnen zitten, dan nemen we ongetwijfeld het voortouw. Het zou, maar dat is theoretisch, veel beter zijn dat wij daar samen met Nederland zouden zitten als één grote natie. Dan zijn we zelfs bij de G8, want we zijn groter dan Canada en economisch nog belangrijken. Jan Terlouw heeft dat onlangs nog vermeld op de slotdag van 2002 in Brugge. De Nederlandssprekende regio in Europa, dan hebben we iets te vertellen. Maar daar mag de Marnixring zich niet over uitspreken, dit alles is mijn persoonlijke opinie.
Maar wanneer mag je met de Marnixring een standpunt innemen? Ik herinner me goed dat tijdens mijn eerste mandaat '93-'96 we met de Raad van Bestuur de motie voor de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde mee hebben ondertekend. Dat was een vraag van het Overlegcomité van Vlaannse Verenigingen (OVV) waar de Marnixring overigens geen lid van is of wil zijn omdat we vinden dat we dan veel te gebonden zijn aan wat het OVV zou beslissen. Nog maar twee jaar geleden is dat in de Raad van Bestuur afgeketst, nipt, maar afgeketst. Ik ben daar blij om.’
- Vindt Matthias Storme dat leuk?
G. Ceelen: ‘Matthias Storme zal dat allesbehalve leuk vinden en ik heb met Matthias daarover al voldoende gediscussieerd. Hij begrijpt onze beweegreden.
Een paar jaar geleden zijn een paar leden, het Vermeylenfonds en het Willemsfonds, omwille van bepaalde standpunten uit het OVV opgestapt. Als je iemand hebt die lid is van het Vermeylenfonds én van de Marnixring, en de Marnixring neemt een standpunt in waarmee het Vermeylenfonds het niet eens is, wat moet dat lid dat doen? Weggaan uit het Vermeylenfonds of uit de Marnixring? Dan is de vraag: waar zit onze tolerantie en ons pluralisme dan nog? Het is zeer moeilijk om een standpunt in te nemen. Vorig jaar hebben wij een standpunt ingenomen en meebetoogd tegen de Lambermontakkoorden. Veel leden waren daar heel boos over. Dat was het eerste wapenfeit van mijn nieuw mandaat. Een zeer moeilijke introïtus, moet ik zeggen. Diezelfde mensen die toen boos waren, zijn nu voorstander van een actie tegen Bologna - wat ook een politieke beslissing is. Wat zou u doen als u voorzitter van de Marnixring was?’
- Als u uw Marnixring wil ‘extravertiseren’, kan die dan niet beter een open vereniging worden?
G. Ceelen: ‘Wij blijven een serviceclub, een dienstbaarheidsvereniging. En zo'n club onderscheidt zich door te selecteren en wij doen dat op onze manier. Zoals ik al zei, het zijn Vlamingen, zonder twijfel, niet allemaal heel-Nederlanders, maar wij pogen toch dat Nederlands zeer belangrijk te houden.’