Nederlands Extra Muros
Nederlands in Belgrado
Een kleine akte van geloof
● Jelica Novakovic
‘Waarom leren jullie eigenlijk Nederlands!?’ ‘O, daar gaan we weer’, denken bijvakstudenten van de Filologische faculteit van Belgrado, die het al een beetje gewend zijn om verbaasd aangekeken te worden door incidentele bezoekers uit de Lage Landen. ‘Wat kun je daar in godsnaam mee doen?’ blijven die zich verwonderen, helemaal in de ban van het utilitarisme.
‘Het is leuk!’, ‘Ik vind het een mooie taal!’, ‘Ik hou van Amsterdam!’, ‘Ik hou van Brueghel!’, klinkt het dan doorelkaar. Maar ‘doen’? Nee, de afgelopen tien jaar of meer konden ze er weinig mee beginnen want de diplomatieke, zakelijke en culturele contacten met Nederland en Vlaanderen waren nihil of tot een minimum gereduceerd.
Toch was het ooit mooi en hoopvol begonnen toen 15 jaar geleden het eerste Lectoraat Nederlands in voormalig Joegoslavië werd opgericht. Op de Afdeling Germanistiek van de Filologische faculteit van Belgrado, midden in het stadcentrum gelegen, werd er toen een cocktail gegeven door de toenmalige dekaan. De ambassadeurs van Nederland en België hieven samen met hem en Jelica Novakovic, de enige leerkracht, het glas op een betere verstandhouding en samenwerking tussen de volkeren. Want dat is toch uiteindelijk de essentie van het onderwijs van vreemde talen.
Toren getroffen door een NAVO-bom.
De eerste generaties bijvakstudenten dachten dan ook dat ze iets met het Nederlands zouden gaan doen: vertalen, tolken, onderzoeken... Het was immers onontgonnen gebied: geen enkele literaire vertaling direct uit het Nederlands, geen gekwalificeerde simultaantolken, geen brontaalonderzoekers, geen kenners van de samenleving.
Met een ongekend enthousiasme dompelden ze zich onder in een taal en een cultuur die ze hun landslieden deelachtig wilden maken. In die eerste jaren kwam er dan ook ongelooflijk veel tot stand: dankzij schenkingen van o.a de
Nederlandse Taalunie en de
Orde van den Prince maar ook van particulieren werd de bibliotheek Neerlandistiek opgericht; het eerste woordenboek, de eerste
Gramatika nizozemskog jezika werden gepubliceerd; er werden
Jelica Novakovic in haar werkkamer aan de universiteit van Belgrado.
zomercursussen Nederlandse taal en cultuur aan de kust van Montenegro georganiseerd; de eerste rechtstreekse vertalingen van Nederlandstalige auteurs begonnen te verschijnen. In 1992 werd
Erazmo, het jaarboek voor Nederlandstalige literatuur en cultuur opgericht...
Met het jaar daarvoor - het rampzalige jaar 1991 - was echter al een andere tijd aangebroken. Een tijd van oorlog en boycot. Een tijd van sprakeloosheid.
De vier lesuren per week die men als bijvakstudent vier semesters lang heeft, kregen dan ook een andere betekenis: ze gaven de schijn van communicatie die in werkelijkheid afgebroken was. Ze werden een doel op zich, want in die lessen maakte je weer eventjes deel uit van de wereld die voor je gesloten bleef.
Hoe gek het nu ook mag klinken, maar de lichtingen van de jaren negentig, die curieus genoeg niet minder talrijk waren dan daarvoor - ca. 20 studenten per jaargang - hebben hartverwarmende herinneringen aan hun lessen Nederlands behouden, zelfs in de moeilijkste tijden. Zoals tijdens de NAVO-bombardementen toen men ondanks het feit dat er geen colleges waren, bijeenkwam om toch maar het examen voor het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal voor te bereiden. De overlevingskansen waren ondanks de occasionele ‘collaterale schade’ uiteindelijk relatief hoog en misschien was er na de oorlog toch iets te doen met dat Certificaat. Of men luisterde gewoon alleen maar naar de toen actuele hits, zoals die van de Nederlandse popgroep Abel.
Of - als we nog verder in de tijd teruggaan - in de winter van 1993, gekenmerkt door een hyperinflatie die zelfs die