Europa spreekt
Europa is mijn bron van bestaan als mediacorrespondent. De Europese Commissie en het Europees Parlement zijn vandaag instituten waar het Nederlands nog nauwelijks gehoord wordt. In de vroegere EEG met drie grote en drie kleinere landen spraken Nederland en Nederlandstalig België nog wel een woordje mee. Over enkele jaren in een Unie van 25 landen valt onze taal binnen de instellingen weg. Vaak wordt vergeten dat áls er een werkelijk Verenigd Europa zou ontstaan, vooral de kleinere landen, culturen en talen daaronder lijden. Curieus genoeg willen de Fransen, noch de Duitsers laat staan de Britten zo'n Europa waarin de nationale overheden hun oppermacht verliezen. Er is maar één land dat zo'n Europa wil: België. Het valt mij al jaren op dat de Belgen, zeker het politieke establishment, alles wat de EU doet welgedaan vinden. Euroscepsis, waarvoor toch vaak aanleiding is, komt in België niet voor. Vlaanderen is ook pro-EU omdat je daarlangs risicoloos de Belgische staat verder kunt uithollen. De belangrijkste politici van het laatste kwarteeuw Jean-Luc Dehaene, Wilfried Martens en Leo Tindemans verwierven binnenlands pas gezag nadat zij bewezen hadden in de EU de eerste viool te kunnen spelen.
Europa bracht Brussel al 100.000 banen. Logisch dat de verdere uitbouw van de Europese Unie met Brussel als politiek en administratief centrum een (zeldzaam) Belgisch nationaal belang is dat zelfs de taalgrenzen overstijgt. Wellicht daarom is iedere discussie, laat staan publicatie over de schaduwkanten van de Europese politiek in België taboe.
Met name in de uitvoerende rangen werken er relatief veel Vlamingen bij de EU-instellingen (Commissie, Raad, Parlement). Toch loopt het Nederlands daar zoals gezegd terug nu de Unie in plaats van negen landen destijds binnenkort 25 landen omvat. Vroeger was het gewoonte om in de persconferenties van de Commissie of de Raad van Ministers in je moerstaal vragen te stellen. Je kreeg dan ook Nederlands antwoord. De jaren negentig brachten de opmars van het Engels (naast het Frans), op zichzelf om praktische redenen toe te juichen. Je mag vandaag nog steeds je Nederlands gebruiken. Maar doordat iedereen Frans en/of Engels verstaat, heeft driekwart van de toehoorders bij persconferenties geen contact meer met de tolken. Wil je nu nog Nederlands spreken, dan moet je die mensen eerst waarschuwen, zodat zij naar de vertaalapparatuur kunnen grijpen. Eén troost. De Duitsers, de Italianen, de Spanjaarden en de journalisten uit de landen met kleinere talen zitten met dezelfde handicap. Hun taal verdwijnt eveneens. Dat zie je aan de dossiers waarmee de EU-functionarissen werken. Vandaag voor tweederde Engels, een derde Frans en nog een procentje Duits.