Literatuur
Druk van de enige zijn belemmert monogamie
● Connie Harkema
Je bent monogaam als je met één man of één vrouw bent getrouwd, dat is bekend. Maar dat je een monogame relatie kunt onderhouden met de eenzaamheid is vrij opzienbarend, zeker als je denkt dat dit de enige monogamie is die mogelijk en wenselijk is. Toch is dit de conclusie die Marek van der Jagt trekt, wanneer hij na tal van liefdesaffaires de echte liefde niet kan aanvaarden.
Misschien is Van der Jagt tot deze slotsom gekomen doordat hij seks en macht als een verzameling onder het begrip ‘heersen’ onderbrengt. ‘Waar de macht geen genegenheid kan wekken, moet genegenheid worden afgedwongen.’
Van der Jagt is gaan schrijven, omdat hij wilde heersen: ‘Ik ben wat ik schrijf.’
Maar zo heersen blijkt niet genoeg.
Van der Jagt wil heersen over mensen.
Tegen zijn psychiater vertelt hij dat hij zijn familie wil dresseren en hij zet zijn ouders regen elkaar op. Uiteindelijk sluit hij met zijn vader een wapenstilstand, die leidt tot vervreemding, en bestaat het contact met zijn moeder uit oorlog.
Naar aanleiding van de film L'homme qui aimait les Femmes besluit hij in het vervolg niet meer over mannen, maar over vrouwen te heersen. Zijn God heet voortaan Don Juan. Het idee dat iedere man recht heeft op één vrouw, komt hem - onder invloed van de literatuur die hij bestudeert - steeds weerzinwekkender voor. Hij meent dat alle vrouwen hem toebehoren en voert dat op subtiele wijze uit. ‘Don Juan is niet zozeer iemand die pakt wat hij pakken kan, maar is eerder iemand die bereid is te zijn wat de vrouw die hem bemint in hem ziet.’
De hypothese dat het zaad van de man niet alleen geschikt is om een vrouw te bevruchten, maar ook om het sperma van andere mannen dat al in de vrouw aanwezig is, onklaar te maken, treft hem als een aangename verrassing. ‘Een grote penis moet het zaad van andere mannen, als was het het instrumentarium van een schoorsteenveger, vakkundig uit de vagina verwijderen.’
Zoals een moeder zich aan haar kind wijdt, zo wijdt hij zich aan het beest die Liebe. ‘Het bedrog begon met één, werd toen twee, werd een reeks, en vervolgens een sport, een topsport misschien wel.’ En verder: ‘Don Juan biedt je een verrukkelijk uitzicht op de dood. Je hoeft er niet eens voor te sterven om er toch van te kunnen genieten, je hoeft alleen je benen te spreiden.’
Dan leert hij de keerzijde van het heersen kennen: het sluipend genot overheerst te worden. Van wie hij denkt dat hij haar enige liefde is, hoopt hij op affaires met andere mannen. Eindelijk loopt het genieten van zijn macht op zijn eind. Een nieuwe noodgreep dient zich aan: Van der Jagt besluit te genieten van zijn eigen pijn. Zie hier zijn monogame relatie met de eenzaamheid.
Marek van der Jagt werd in 1967 geboren in een goed burgerlijk Weens gezin. Zijn vader was Nederlander, zijn voeg overleden moeder sprak voornamelijk Duits. Hij studeerde enige jaren filosofie aan de Universiteit van Wenen, maar voelde zich meer aangetrokken tot de literatuur. Hij besloot te gaan schrijven, en koos voor het Nederlands als taal.
Zijn eerste roman De Geschiedenis van mijn Kaalheid zorgde binnen enkele weken voor een doorbraak. De jury van de Anton Wachterprijs riep het boek uit tot het beste debuut.
In mei 2002 komt Van der Jagts tweede roman uit: Gstaad 92-95.
Marek van der Jagt, Monogaam, 64p., 2,25 euro.