Lezersbrieven
Met gemengde gevoelens
Ingezonden brieven aan Neerlandia
Wie blaast de schil uit? Hij of zij?
Met belangstelling heb ik het artikel ‘Het ANV en haar activiteiten. Over de haarziekte en aanverwante kwalen (I)’ gelezen in Neerlandia 1, 5 (2), pp.33-35. Ik heb nu neiging een even lang artikel met voorbeelden te schrijven, want ik heb als Vlaming vaak grote moeite met verkeerde zijn's en haar's in ons hedendaags spraakgebruik, maar ik bedwing mij en ga rechtstreeks naar uw conclusie, waar ik het niet helemaal mee eens ben. Op uw zelf gestelde vraag: verliest de taal aan uitdrukkingsvermogen? antwoordt u categoriek: daar is geen sprake van. En verder: wij verliezen weliswaar bepaalde uitdrukkingsvormen, maar niet de uitdrukkingsmogelijkheden. En u verwijst terecht naar het Afrikaans.
In principe ben ik akkoord, maar toch. U bent germaniste (u krijgt van mij een ouderwetse ‘e’) en ik niet, dus u hebt in principe (bijna) helemaal gelijk. Maar ik beweer dat door verlies van het woordgeslacht de taal (onze taal) in bepaalde gevallen aan duidelijkheid kan verliezen, met andere woorden, dat haar uitdrukkingsmogelijkheden verminderen. Ik ga dit als nietgermanist niet proberen theoretisch te onderbouwen, maar geef als natuurwetenschapper meteen een praktisch voorbeeld. In Zenit, tijdschrift voor amateurastronomen (oktober 1999, 10: 448), lees ik volgende passage onder de titel ‘Sterren die hun planeten opeten’: ‘Volgens de berekeningen van Livio en Siess zijn zulke sterren groter en helderder dan normaal doordat ze de zwaartekrachtsenergie van hun voormalige begeleider opnemen. Hierdoor wordt de ster zodanig verhit, dat hij een schil van gas en stof uitblaast, die op zijn beurt weer infrarode straling uitzendt.’
Voor de Noord-Nederlander die dit leest, zal het wellicht voor de hand liggen, dat de ster de schil van stof en glas uitblaast, maar als ik als Vlaming dit lees, kan en zal ik mij afvragen of het niet de begeleider is (hij) die dat doet. Met de wetenschap dat de ‘Hollander’ de ster (zij) grammaticaal heeft vermannelijkt, neem ik aan (maar ben ik niet absoluut zeker) dat het inderdaad de ster is die de schil uitblaast, die op haar beurt (schil is vrouwelijk) weer infra-rode straling uitzendt. Ook het tweede deel van de zin moet ik tweemaal herlezen, om goed te vatten dat zijn beurt op de schil slaat en niet op de begeleider of zijn ster (of de ster en haar begeleider).
Zo ziet u maar weer, er gaat niets boven een juiste omgang met de geslachten. Maar het zij zo, het verdwijnen van het enige hoorbare grammaticale verschil tussen Boven-Moerdijks Nederlands en Vlaams, het prenominale woordgeslacht, is kennelijk onomkeerbaar. Ik behoor tot de laatste generatie van Zuid-Nederlandssprekenden wier oren en ogen pijn doen bij iedere verkrachting van een woordgeslacht. Mijn kinderen hebben er geen last meer van, behalve soms van mijn bruuske interrupties van hun betogen, als ik kort en bitsig alleen maar ‘haar’ zeg wanneer ik ze weer eens op een onterecht ‘zijn’ betrap. De tafel en zijn poten bijvoorbeeld, en veel erger nog, abstracte woorden zoals de stadsuitbreiding en zijn gevolgen. En in het weerbericht van De Standaard las ik dit voorjaar: de sneeuw doet haar intrede. Horresco referens.
Ik kijk met belangstelling uit naar het vervolg van uw betoog.
H. Gysels, Merelbeke.
‘Met gemengde gevoelens’ is bedoeld voor korte reacties op artikelen die in Neerlandia verschijnen. De maximale lengte is vijfentwintig regels van zestig aanslagen per regel. Uitzonderingen bevestigen de algemene regel. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te weigeren, te bekorten of te redigeren. Aan brieven zonder de naam en het adres van de afzender wordt geen aandacht besteed.