Penka Entcheva (Bulgarije): Vlaanderen boven en Raymond Van het Groenewoud
‘Ik heb nog altijd voor ogen hoe we die maandagochtend in het Hasseltse studentenhuis Salvator aankwamen: het regende. Dat was dus het beruchte Belgische weer! Maar het kon de stemming van de veilig gelande reizigers niet bederven. Velen waren van heel ver gekomen: onze drie vrienden uit Indonesië hadden zeventien uur in een vliegtuig gezeten, de meesten uit Oost-Europa even lang of nog langer in een bus. Alles was nieuw: de omgeving, de mensen - zelfs de lucht rook anders. En vanzelfsprekend moesten de bijna honderd deelnemers en de organisatoren elkaar nog leren kennen.
Een simpele vakantie is de zomercursus aan het LUC niet. Het programma in een brochure
zakformaat, met een lachend zonnetje op de omslag, is bijzonder intensief. Het is in zijn structuur ook goed herkenbaar rond de drie peilers: lessen in eigen groep en seminars/studielessen literatuur, taal en cultuur; excursies en activiteiten met een sociale achtergrond. Zonder de andere lessen in mijn groep minder interessant te hebben gevonden, moet ik er één speciaal vermelden: die met het lied Vlaanderen boven van Raymond van het Groenewoud. Toen ik de tekst de eerste keer beluisterde, begreep ik er eerlijk gezegd niet zoveel van, maar de uitleg van onze docent groeide regel per regel uit tot een waar geschiedenisverhaal. Hij vertelde rustig over België, over de leefomstandigheden van het volk, o.m. op het platteland, over de Eerste Wereldoorlog en de groei van de Vlaamse Beweging, over de taalstrijd en de hedendaagse ontwikkeling van België als federale staat met zijn grotendeels territoriale eentaligheid. Na dit retrospectieve verhaal begreep ik niet alleen de tekst veel beter, ook mijn inzicht in de politieke Belgische realiteit was veel groter. Ik kan me nu voorstellen wat het betekent ‘de kerk in het midden te houden’.
De taalseminars hebben me bijzonder geïnteresseerd. En ik vond goede antwoorden op mijn vragen bij de deskundige behandeling van thema's als Het Nederlands in België, Ontwikkelingen in het Nederlands tijdens de 20e eeuw en M/V in onze taal. Doordat we aan de hand van een mooie CD-Rom het schilderij De Nederlandse Spreekwoorden van Pieter Bruegel de Oude bestudeerd hadden, konden we later bij de kopie in het Antwerpse Rockoxhuis tot verbazing van onze gids een groot aantal gezegden zomaar opsommen!
Bijzonder leerrijk waren de excursies: naar de middeleeuwse schatkamer Brugge, naar het rebelse Gent van de stropdragers, en naar Antwerpen als stad van Rubens, de prins van de Vlaamse schilders. Niet minder indrukwekkend verliep het bezoek aan kleinere plaatsen in de provincie Limburg. Het mijnmuseum van Beringen laat niet alleen de geschiedenis van de Limburgse kool op zich zien, je maakt er ook kennis met het leven van de mijnwerkers en hun gezinnen. Op de markt van St.-Truiden genoot ik dan weer volop van de taal die de gewone mensen spreken, het alledaagse taalgebruik van het volk.
Drie weken waren gauw voorbij: we moesten alweer afscheid nemen. Het afscheidsfeest in het kloosterkasteel Mariagaarde van Hoepertingen was onze laatste avond samen, en iedere groep had een nummer voorbereid dat vol humor een leuk moment van de zomercursustijd weergaf. En dat was lachen en zingen en spelen en drinken. Zo'n omvangrijk project met enthousiasme, energie en zorg tot een goed einde begeleiden is voor de cursusleiding, de docenten en de organisatoren geen simpele zaak. Wat mij en de andere deelnemers betreft is het vele werk niet voor niets geweest.’
(Penka Entcheva studeerde enkele jaren geleden af in Veliko Tarnovo, de historische hoofdstad van Bulgarije. Ze geeft momenteel les aan de universiteit van Sofia.)