eigen falen, is àlle oorlogstaal altijd rendabel, aldus Piet Chielens. ‘Massa's burgers sluiten gewillig aan achter om het even welke vlag die anderen de schuld geeft van onvolkomenheden in het eigen systeem.’
Chielens wijst ook op het belang van tekst en lied als middel tegen de waanzin voor wie er midden inzit. Shoshana Kalisch zei over het zingen van liederen in Auschwitz: ‘Liederen gaven een reële gestalte aan het verdriet en de wanhoop, en sterkten anderzijds de gevoelens van moed, hoop, solidariteit, verzet.’ Soldaten in W.O.I bedachten, geïnspireerd door het oorlogsgeweld, nieuwe titels voor oude volksliedjes. Of schreven tijdens of kort na de oorlog gedichten. Wellicht het bekendste gelegenheidsgedicht is In Flanders Fields (3 mei 1915) van de Canadese dokter John McCrae. ‘In Flanders Fields is méér dan een gedicht. Het is uitgegroeid tot een zinnebeeld van offer en dood,’ schreef Gaston Durnez in zijn al vernoemd boek.
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place, and in the sky
The larks, stil bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
De gedichten uit de Groote Oorlog zijn de jongste jaren weer volop in de
Eltern of het Treurende ouderpaar, een aangrijpende beeldengroep van Käthe Kollwitz op de Duitse militaire begroafploots van Vladslo.
Beeld van een dorpsfiguur in Elverdinge over wie Willem Vermandere het liedje Kleen Ventje maakte.
belangstelling gekomen. De krant
De Standaard speelde op die trend in en bracht in november iedere dag zo'n gedicht in een vertaling van de Antwerpse auteur Tom Lanoye.