Literatuur
Bevordering van leesplezier bij kinderen
Kinderboekenweek en Kinderboekenfestival
• Tekst en foto's: Connie Harkema
De 47ste editie van de Kinderboekenweek in Nederland (van 3 tot en met 13 oktober) had als onderwerp de favoriete bezigheden van kinderen. Sinds 1961 wordt voor elke Kinderboekenweek vooraf een thema gekozen. Dit thema dient als leidraad bij de organisatie van de vele activiteiten die op grote schaal in de bibliotheken, het onderwijs, de boekhandels en de culturele centra overal in Nederland worden georganiseerd. Boekhandels en schrijvers beginnen vaak al een jaar vooruit met de eerste voorbereidingen van dit jaarlijks terugkerende evenement. Over wat er ‘allemaal bij komt kijken’ sprak Neerlandia met Vivian den Hollander (kinderboekenschrijfster) en Lia Reedijk (eigenaresse van de Utrechtse Kinderboekwinkel).
27 jaar lang was Vivian den Hollander als leerkracht en bibliotheekbeheerder verbonden aan een basisschool te Gouda. Daarnaast schreef zij tientallen kinderboeken. Sinds september 2001 is zij fulltime schrijfster.
Lia Reedijk gaf tijdens haar studie Nederlands les op een scholengemeenschap in Gouda. Haar hoofddoel was kinderen aan het lezen krijgen. Om dit verder te kunnen uitbreiden begon ze in 1981 een eigen kinderboekenwinkel.
Beiden zijn bijzonder goed te spreken over de promotie van de Kinderboekenweek door de Stichting CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek). De CPNB is in 1930 opgericht door boekverkopers en uitgevers teneinde de toen voorziene teloorgang van het boeken lezen te verijdelen. Zij organiseert daartoe ondermeer de Boekenweek (sinds 1932), de Kinderboekenweek (sinds 1955), Juni - de Maand van het Spasnnende Boek (sinds 1989) en De Weken van het Reisboek (sinds 2000). Tot de activiteiten behoren verder de organisatie van prijzen als de Griffels & Penselen, de Nederlandse Kinderjury en de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek. Voor het basisonderwijs stelt de Stichting CPNB telkens een lespakket samen dat scholen in het voorjaar bij de boekhandel kunnen bestellen. Het is met name het lespakket dat Lia en Vivian aanspreekt.
Lia: ‘Dit pakket bevat onder andere affiches, de Kinderboekenmolen (een brochure voor kinderen van 6 tot 12 jaar), de Voorleesgids (een brochure voor kinderen van 0 tot 6 jaar) en een lesbrief die allerlei suggesties geeft voor lessen rond boeken en lezen over het thema van de Kinderboekenweek. Met dit materiaal wordt het de scholen steeds gemakkelijker gemaakt. We zien gewoon dat de Kinderboekenweek hoe langer hoe meer gaat leven en dat komt toch voor een groot deel dankzij de activiteiten van de Stichting CPNB. Veelal schaffen scholen boeken aan tijdens deze periode en we merken dat zij hun lesprogramma aanpassen. Daarnaast is het in veel gezinnen een traditie dat kinderen in de Kinderboekenweek zelf een boek mogen uitzoeken. Kinderen nemen dat heel serieus en bereiden zich goed voor. Al een paar weken voordat de Kinderboekenweek begint, lopen ze regelmatig binnen en snuffelen rond, lezen een stukje in verschillende boeken, praten met ons over de voor- en nadelen van de aanschaf van een bepaald boek en nemen de Kinderboekenmolen helemaal door.’
Lia Reedijk, eigenaresse van ‘de Utrechtse Kinderboekwinkel’
Vivian vult aan: ‘Elke zichzelf respecterende school doet iets aan deze week, ook wat informatie naar de ouders toe betreft. De scholen zoeken boeken rond het thema, lezen extra veel voor, en nodigen bijvoorbeeld een schrijver uit. Dat alles om het leesplezier te vergroten. Vaak hoor ik van bibliotheken en scholen dat kinderen na een bezoek van mij wel een jaar lang allerlei boeken van mij blijven lezen. Dat is heel leuk.
Overigens zijn de Kinderboekenmolen en de Voorleesgids ook los verkrijgbaar in de boekhandel.’