Maans- en zonsverduistering
Nog even terug naar het boek De Zonnetempel. De inhoud zou niet zo sterk zijn als Hergé geen gebruik gemaakt had van een echt verhaal uit het verleden. De manier waarop Kuifje zijn leven redt met een zonsverduistering heeft Hergé duidelijk afgekeken van Christoffel Columbus.
De ontdekkingsreiziger had een kalender bij zich waarop stond dat er op 29 februari 1504 een maansverduistering zou plaats vinden. Hij lag met zijn schepen voor de kust van Jamaica en hij had het moeilijk: de bewoners van het eiland waren de Europeanen vijandig gezind. Columbus kon ze niet overreden om proviand en water te leveren in ruil voor Spaanse prullen. Hij riep de stamhoofden in een vergadering bijeen waar hij vertelde dat God zeer geïrriteerd was door hun onbereidwilligheid de schepen te bevoorraden en van plan was hen te straffen door het zenden van de pest en een hongersnood. Aangezien zij dit op voorhand niet zouden geloven zou God zijn voornemen kracht bijzetten door in de nacht van 29 februari een teken vanuit de hemel te geven. De indianen verlieten de vergadering verdeeld: sommigen waren bang; anderen geloofden niets van het verhaal.
Bij het begin van de maansverduistering brak er paniek uit onder de inboorlingen. De stamhoofden smeekten Columbus God te bewegen af te zien van het zenden van de rampen. Als tegenprestatie zouden de Jamaicanen de Spanjaarden alles leveren wat zij vroegen. Hierop zei de zeevaarder dat hij met God zou praten. Hij trok zich tijdens het groeien van de eclips terug in zijn hut terwijl de indianen huilden van angst. De admiraal kwam weer tevoorschijn toen de eclips afnam en de maan teruggroeide naar zijn oude stand. Op een plechtige manier deelde Columbus mede dat
Terug naar Binche en de ‘Gilles’. (Uit Kuifje en de Picaro's, p. 55)
hij God voor het herstel van de maan had gesmeekt waarbij hij - namens de indianen - benadrukt had dat zij in de toekomst goed zouden zijn voor alle christenen en dat zij hun alles zouden doen toekomen wat zij nodig vonden. De Jamaicaanse inboorlingen waren Christoffel Columbus diep dankbaar voor zijn optreden.
In het album De Zonnetempel speelt Kuifje Columbus overdag na met een zonsverduistering. Net zoals in 1504 loopt de eclips van het hemellichaam voor alle partijen goed af. De Inca is zeer verheugd dat de zon weer terug is. Kuifje is blij dat de zonnestralen via het vergrootglas van de Inca's de brandstapel, waarop hij en zijn vrienden stonden, niet hebben kunnen aansteken. Zonnebloem, die de excentrieke wetenschapper en uitvinder Auguste Piccard vertegenwoordigt, was zich van geen gevaar bewust. Haddock is uitzinnig blij dat hij ontsnapt is aan de dood op de brandstapel. Hij is de ‘reïncarnatie’ van zijn naamgenoot uit de zeventiende eeuw: de temperamentvolle kapitein van het Britse oorlogsschip Ann and Christopher.
Het lijkt een schoonheidsfoutje dat Herge de zonsverduistering laat plaatsvinden in het land van de Inca's. De Inca's waren een natuurvolk dat de zon vereerde. De vorst van de Inca's werd gezien als de directe vertegenwoordiger van de zon op aarde.
In tegenstelling tot de Maya's wisten de Inca's niet wanneer er zons- en maansverduisteringen zouden plaatsvinden. Daarom brak er bij elke eclips in het Incarijk paniek uit.
(Peter Hattink is journalist bij Radio Wereldomroep Nederland.)
Van de Kuifjesalbums De Zonnetempel en De 7 kristallen bollen wordt een Nederlandse én een Franse musical gemaakt. De Nederlandse is te zien vanaf 16 september eerstkomende in de Stadsschouwburg van Antwerpen. Tickets: 00 32 0900/84900 www.musicalkuifje.com