Neerlandia. Jaargang 105
(2001)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Taal
| |
Verwarrende letterwoorden en afko'sNaar aanleiding van deze VN-prijsuitreiking is er de nodige aandacht in de media geweest. Tijdens een interview dat een journalist van Radio Klara had met An De Moor, secretaris ANV-Vlaanderen, bleek hoe ingewikkeld afkortingen
Dr. Frans Debrabandere, algemeen voorzitter van de Vereniging Algemeen Nederlands.
| |
[pagina 30]
| |
wel kunnen zijn. De informatie dat ‘de VAN van het ANV de ANV-VN-prijs krijgt’, bleek zo lastig dat de journalist met zijn verhaal tijdens de rechtstreekse radiouitzending volkomen de mist in ging, ook al was hij van te voren uitgebreid schriftelijk en mondeling gebriefd... Schenker en ontvanger liepen volledig door elkaar - en dat was grotendeels te wijten aan het voorkomen van afkortingen met dezelfde letters in een verschillende volgorde. VAN is de afkorting van Vereniging Algemeen Nederlands, de nieuwe naam voor een vereniging die begonnen is als de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal (VBO). Prof. dr. Jan Goossens schetste in zijn laudatio de geschiedenis van de VAN. Dr. Frans Debrabandere, voorzitter van de VAN, legde in zijn dankwoord een aantal nuancerende accenten. Met Frans Debrabandere had ik nog niet zo lang geleden een interview naar aanleiding van de ANV-VN-prijs die hij wegens persoonlijke verdienste kreeg, vooral voor zijn werk als naamkundige en dan met name als auteur van het imposante Verklarend Woordenboek van de Familienamen in België & Noord-Frankrijk (Brussel 1993: Gemeentekrediet). Zelf wilde hij in oktober 1999, toen hij de VN-prijs kreeg voor persoonlijke verdienste, ook de VAN laten delen in die eer. Hij vond dat én zijn werk als naamkundige én zijn werk voor het Algemeen Nederlands in gelijke mate beloond moesten worden. Voor dat interview verwijs ik graag naar Neerlandia 1999, nr. 4. | |
Beschaafd en besmetDe Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal werd gesticht in maart 1948. Het eerste nummer van haar tijdschrift, Nu Nog, verscheen in maart 1951. De vereniging en haar tijdschrift hebben in 1979 nieuwe namen gekregen: Vereniging Algemeen Nederlands en Nederlands van Nu. Een jaar lang stond op de titelbladzijde van het tijdschrift nog de toevoeging: ‘voorheen “Nu Nog”’. De naamsverandering van de vereniging werd enerzijds ingegeven door de verwarring tussen de VBO en het VBO, afkorting zowel van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal als van het Verbond van Belgische Ondernemers, of zoals Frans Debrabandere de naamsverandering toelichtte: ‘(...) omdat een homonieme vereniging in die crisisjaren 70 onze naam voortdurend in een economische context gebruikte’. Maar dat is maar een deel van het verhaal. Ter verklaring van de naamsverandering gebruikte Debrabandere ook de volgende betekenisvolle vergelijking: ‘Zoals politieke partijen die het niet meer zo voor de wind gaat, het tij proberen te keren door een naamswijziging, zo hebben wij dat ook gedaan. In 1979 lieten we de VBO vallen en werden we VAN: Vereniging Algemeen Nederlands, met het tijdschrift Nederlands van Nu.’ Met die verklaring duidde hij enerzijds op de situatie dat het de vereniging niet meer zo goed ging en anderszijds (of liever: in verband daarmee) op een veranderde mentaliteit. Het betrof vooral de B in de VBO: de B van ‘beschaafd’ klonk besmet: in VBO en evenzeer in ABN, Algemeen Beschaafd Nederlands. AN, Algemeen Nederlands, daarentegen klonk veel neutraler -en de naam Vereniging Algemeen Nederlands dus ook. Er was inderdaad veel veranderd in die dertig jaar tussen oprichting en naamsverandering. Frans Debrabandere, die met wat weemoed terugdenkt aan die tijd van de oprichting, verwoordde het als volgt: ‘Wat was dat een mooie tijd vijftig jaar geleden, in die gouden jaren vijftig en zestig, toen de Vlamingen nog wisten dat ze toen nog en nu nog iets aan hun taal moesten doen. Daarom werd de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal opgericht, want wij spraken niet beschaafd. We hadden er toen nauwelijks een idee van hoezeer het Nederlands in Vlaanderen op lexicaal en syntactisch gebied van de standaardtaal afweek. We vonden dat we vooral onze uitspraak moesten bijschaven, dat we keurig moesten leren spreken. Daarom heette de vereniging VBO. Maar opvattingen evolueren, ook taalopvattingen.’ De naamsverandering van de vereniging is dus te begrijpen, net zo goed trouwens als die van het tijdschrift. Nu Nog was de titel van een middeleeuwse klucht en zoiets werd als naam van een modern tijdschrift minder geschikt geacht en zelfs als oubollig aangevoeld. Bovendien ontging de betekenis ervan de meeste mensen. In de middeleeuwse klucht komt de uitdrukking ‘nu nog!’ voor in de betekenis van ‘toe maar’, ‘geef hem van katoen’: een aansporing dus. Het wilde in verband met het Nederlands zoveel zeggen als ‘ertegenaan, jongens! Zeg niet ‘...’, maar wel ‘...’. Met de oude naam van het taaltijdschrift is ook die adhortatieve klank verloren is gegaan: Nederlands van Nu heeft een heel neutrale klank. | |
Eerst de uitspraakNaamsveranderingen vinden plaats als naam en doelstelling niet meer overeenkomen. Dat kan het geval zijn omdat een bepaalde doelstelling waarvoor de oude naam symbool stond, bereikt is of omdat doelstellingen worden aangepast op grond van nieuwe inzichten. De naamsverandering van VBO naar VAN in 1979 was overigens niet de eerste. Al eerder werd er een ander etiketje geplakt -en daarvoor moeten we nog iets verder terug gaan in de geschiedenis. Hierboven vermeldde ik dat de voorloper van de Vereniging Algemeen Nederlands, de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal, in 1948 werd opgericht. Dat klopt, maar het verhaal is iets gecompliceerder. In 1932 werd de eerste Vereeniging voor Beschaafde Omgangstaal opgericht, waarvan de VBO waar we hier over spreken, bij haar oprichting in 1948 de naam overnam. En aan die vereniging was dan nog een vereniging met een andere naam voorafgegaan, de Vereeniging voor | |
[pagina 31]
| |
Beschaafde Nederlandsche Uitspraak. Bij haar oprichting in 1913 moest de uniformering van de uitspraak wel het eerste doel worden, omdat bij dit absolute begin van het Nederlands als omgangstaal in Vlaanderen de klankverschillen tussen de sprekers die zich van die taal wilden bedienen, wegens de grote verschillen tussen de dialecten het opvallendst waren. Nog in 1954 schreef Pauwels in Nu Nog: ‘M.i. dient de V.B.O. vooral te ijveren voor het bevorderen van de beschaafde uitspraak in Zuid-Nederland. Dat moet haar eerste en voornaamste doel zijn.’ [J.L. Pauwels, ‘In hoever geeft het Noorden de toon aan?’ In: Nu Nog 2, nr. 4, 1954, p. 1-9. Citaat p. 8.] Bij de oprichting van de eerste en de tweede Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal had het ideaal van een uitspraaknorm zich al voldoende ontwikkeld en zag men in dat een moderne samenleving een min of meer uniforme taal voor het dagelijkse gesprek nodig heeft. | |
Allemaal Vlaams wat de klok slaatIn zijn laudatio schetste Prof. dr. Jan Goossens de geschiedenis van het ijveren voor die uniforme taal - en daarmee schetste hij tevens de geschiedenis van de VBO/VAN. Centraal in dat alles staat wel de hierboven aangehaalde passus ‘het Nederlands als omgangstaal in Vlaanderen’: de taal waar het om gaat, is Nederlands, en wel eigentijds Nederlands, dat wil dus zeggen: niet ‘Vlaams’. Dat besef van ‘Nederlands’ - niet ‘Vlaams’ paste voortreffelijk in het tijdsklimaat, zoals het decreet van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en de ondertekening van het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie op 9 september 1980 laten zien. Het is dezelfde tijd als die waarin de naamsverandering van VBO in VAN plaatsvond. Maar volgens Goossens is dat klimaat ondertussen duidelijk veranderd. Goossens oordeelt: ‘Het is allemaal Vlaams geworden wat de klok slaat. Gewest en Gemeenschap zijn Vlaams, hun parlement is Vlaams, we hebben Vlaamse radio en televisie en ook een Vlaamse Televisiemaatschappij, je hebt in België Franstaligen en Vlamingen. Die zullen dan ook wel Vlaams spreken, denk je dan. En inderdaad, niettegenstaande een schoolplicht tot 18 jaar spreken onze jonge volwassenen in de dagelijkse omgang Schoon Vlaams. Daar is de VAN niet tevreden mee, en ze heeft gelijk. Maar met haar inspanningen voor de verspreiding van een omgangstaal die boven het niveau van allez, 't is goe, nu zal ekik wel ne keer zien uitstijgt, staat ze in het officiële Vlaanderen hoe langer hoe meer geïsoleerd. Dat ze toch volhoudt in een tijd waarin het onderwijs wat de taalzorg betreft toenemend zorgelozer is geworden, dat kranten, radio en tv taalraadgevingen als ouderwets overboord hebben gegooid en dat de Vlaamse soap de televisieprogramma's domineert, verdient grote lof.’ | |
Taalpolitiek incorrectMet andere woorden: het zijn andere tijden, het zijn zelfs barre tijden, oftewel: het zit de Vereniging Algemeen Nederlands niet mee. Ze probeert stand te houden in een tijd waarin de mentaliteit er vooral een is van pleidooien voor een Nederlands dat slechts ‘acceptabel’ hoeft te zijn. Onder het mom van de psychologische aanvaardbaarheid van het taalaanbod - de taalgebruiker heeft immers taalattitudes, en die mogen niet gekwetst worden - nemen velen het niet zo nauw met de taal. Zij spreken wat Goossens ‘Schoon Vlaams’ noemt, wat Geert Van Istendael ‘Verkavelingsvlaams’noemt en wat algemeen ‘tussentaal’ genoemd wordt - een taalvariëteit tussen Algemeen Nederlands en dialect in. Frans Debrabandere karakteriseert die vorm van Nederlands zelfs als ‘die afschuwelijke tussentaal’ en hij is van oordeel dat niet het dialect de standaardtaal in de weg staat, maar de tussentaal. Volgens hem is momenteel alleen het dogma van de taalvariatie alleenzaligmakend. Wie correct Nederlands durft te eisen, loopt het gevaar voor taalpolitiek incorrect gehouden te worden, aldus Debrabandere. | |
Twee zusters in de liftZolang die mentaliteit heerst, zal de Vereniging Algemeen Nederlands het moeilijk hebben - en de vereniging hééft het inderdaad moeilijk - dat is een feit. Het ledental slinkt zienderogen. In dat opzicht verschilt de situatie van de VAN behoorlijk van die van haar zustervereniging in Nederland, het Genootschap Onze Taal. Hetzelfde geldt voor de respectieve tijdschriften: de oplagecijfers van Nederlands van Nu (NvN) en het tijdschrift Onze Taal | |
[pagina 32]
| |
(OT) verschillen immens. Van de getallen van O.T. durft NvN nauwelijks te dromen. Op een dergelijke situatie wordt wel eens het beeld toegepast van ‘twee zusters in de lift’: de ene lift gaat naar boven, de andere naar beneden. De ene zus is succesrijk, de andere heel wat minder. Die feiten weerleggen overigens het cliché dat Nederlanders niets om hun taal geven. Vlamingen, die zozeer hebben moeten vechten voor hun taal, zouden er de vaandeldragers van moeten zijn. Hoe komt het dat dat niet zo is? Is het een zich afzetten tegen het Noorden en de taal van het Noorden? Is het een zich afzetten tegen die arrogante Nederlanders die die taal spreken? Is het een mentaliteit die volgens Goossens in het Vlaanderen van nu te sterk verspreid is: ‘die van geborneerde zelfgenoegzaamheid’? Het antwoord op die vragen is niet zo gemakkelijk. De VAN heeft geprobeerd lessen te trekken uit het succes van het Genootschap Onze Taal. Per slot van rekening heeft het Genootschap óók slechte tijden gekend: in de jaren 80 een ledenaantal van misschien 5.000, dat twintig jaar later vertienvoudigd is... Daar kun je wat van leren. Nederlands van Nu heeft zich laten inspireren door Onze Taal: het formaat van het tijdschrift is overgenomen, maar ook inhoudelijk werden er nieuwe accenten gezet. Het oude liedje in het tijdschrift over het (A)ZN, afkorting van (Algemeen) Zuid-Nederlands, die tevens staat voor: ‘zeg niet’, evolueerde in de richting van interessante stukjes over taal, met interessante taalweetjes en een wat diepere behandeling van allerlei taalproblemen. Er is meer plaats gekomen voor afwijkende meningen, hetgeen zonder meer getuigt van een open geest. Voor sommigen is dat echter geen verbetering: die vragen, als vroeger, duidelijke taalpolitieke standpunten. Anderen vinden dan weer dat de ‘modernisering’ nog veel verder moet gaan en dat een taalvereniging zich met taal en taalvariëteiten moet bezighouden, niet met alleen de standaardtaal - laat staan met het propageren van die standaardtaal. De twee standpunten zorgen ervoor dat de Vereniging Algemeen Nederlands niet langer een bloeiende vereniging is. | |
Welkome steunHet Algemeen-Nederlands Verbond heeft gemeend dat de Vereniging Algemeen Nederlands beter verdient en heeft de vereniging met de Visser-Neerlandiaprijs een moreel steuntje willen geven. Daarbij is het financiële steuntje natuurlijk meer dan welkom - want zal het u verbazen als ik zeg dat de vereniging in financiële nood verkeert? Zeker nu de Nederlandse Taalunie haar beleid van subsidie geven heeft veranderd en voortaan werkt met projectsubsidie, hebben verenigingen als de VAN het moeilijk. Dergelijke verenigingen moeten het, behalve van de bijdragen van de leden, vooral hebben van subsidie, omdat met het lidmaatschapsgeld alleen de uitgave van een tijdschrift tegenwoordig niet meer te bekostigen is. Het bedrag dat verbonden is aan de VN-prijs is inderdaad een mooi verjaardagscadeau voor de VAN. Het betekent voorlopig het voortbestaan van de vereniging en van het tijdschrift - en dat was een jaar geleden een veel minder zeker gegeven! Wie ondertussen nieuwsgierig is geworden, kan ik alleen maar aanraden eens zelf een nummer van Nederlands van Nu ter hand te nemen. Ik raad u stellig aan nummer 2 van jaargang 49 (maart 2001) te pakken zien te krijgen: het nummer waarin de teksten met betrekking tot de uitreiking van de ANV-Visser-neerlandiaprijs integraal afgedrukt staan: én de laudatio van prof. dr. Jan Goossens, én het dankwoord van algemeen voorzitter van de VAN, dr. Frans Debrabandere. Als het lezen van dit artikel over ANV-VN-prijs voor de VAN zelfs in die mate uw aandacht heeft gewekt dat u meer informatieGa naar eind1 over de vereniging wenst (bv. over het tijdschrift, over de activiteiten van de vereniging, zoals het tweejaarlijkse taalcongres, over de Gouden Veer, over taalwedstrijden etc.), is iets van wat het ANV heeft willen bereiken met deze prijs, overgekomen. Daar zullen het ANV én de VAN alleen maar blij mee zijn! |
|