Kunst en cultuur geeft kwaliteit van leven
Kwaliteit staat bij de NPS voorop. ‘Het is bekend dat kunst en cultuur door een selecte groep wordt bekeken. Zo is onze maatschappij ingesteld, een beetje elitair. Per slot van rekening heb je ook maar een paar goede voetballers. Bij kwaliteit zijn communicatie en inhoud essentieel. De drijfveer is dat je moet willen verleiden. Je moet niet alleen iets willen maken omdat je het zelf mooi vindt of om de vormgeving, maar je moet ook iemand proberen te boeien die er niet veel vanaf weet.
Ik ben van mening dat kunst en cultuur essentieel zijn in ons bestaan en dat we het op allerlei niveau's moeten tegenkomen, van museabezoek tot boeken thuis in onze boekenkast. Veel mensen hebben niet door dat kunst en cultuur kwaliteit van leven geeft. De menselijke waarden en gevoelens worden door uitingen van kunst en cultuur gevoed.’
Met de relatie tussen kunst en de publieke omroep heeft Van der Meulen wel enige moeite. ‘Er wordt vaak geklaagd vanuit kunstinstellingen dat er weinig terug te zien is op de televisie. Ik denk dat dit idee is gebaseerd op gevoel. Ik bedoel: kijken ze wel tv? Hopen ze niet op te veel magie? Zien ze tv niet te veel als een belangrijk medium met uitstraling en macht dat hen moet ondersteunen om het publiek de zaal of het museum in te krijgen?
Aan de andere kant wordt er vanuit de directie met argwaan naar de programmamakers gekeken. Zijn ze niet te veel met de kunst betrokken? Heeft het programma niet een te gesloten karakter? Daar komt nog bij dat er door de ingewijden niet of nauwelijks wordt gekeken. Dat brengt een soort spanningsveld teweeg. Wat is het beste om te doen? Is een concertuitvoering wel zinvol op televisie? Klinkt het niet te veel als een symfonie door de telefoon? Moet je je niet beperken in dat waar de tv goed in is?
Persoonlijk vind ik dat het uitzenden van een concertuitvoering op televisie nog wel kan. Er zijn nog steeds mensen die niet in staat zijn een schouwburg te bezoeken; hoewel dat wel steeds minder wordt. Vroeger had de omroep veel meer een opvoedende en informerende functie. De droom om mensen op een gemakkelijke manier op de hoogte te brengen van allerlei informatie is sinds de komst van de commerciële omroepen verdwenen, behalve nieuws en voetval dan. Wij moeten het hebben van toevallige kijkers. Nu de schaarste in programma's voorbij is, is er bijna niemand meer die een programma in zijn geheel ziet. Dat betekent heel veel voor de samenstelling. Er mag geen traag begin zijn en het moet boeiend op alle momenten zijn, zodat het ook leuk is om naar te kijken voor de mensen die middenin een programma vallen. Daarnaast moeten de programma's zo toegankelijk mogelijk en open van toon zijn en tegelijkertijd iets authentieks hebben. Ik ben dan ook altijd op zoek naar de balans tussen de kenners, die tv-uitzendingen in principe oppervlakkig vinden, en de gemiddelde kijker, voor wie het allemaal al gauw te ingewikkeld is.
Televisie is een ‘eigen ding’ met eigen wetten en cultuur. De tijd van verzuiling is voorbij. Je moet de tv als medium niet overschatten. Als programmamaker kun je niet meer doen dan kijken wat er in de wereld gebeurt en daarvan verslag doen. Soms zet het mensen aan tot aankoop van bijvoorbeeld een leuke CD.
Hoewel de kijkcijfers bij kunstprogramma's laag zijn, zijn de waarderingscijfers hoog. De impact is er dus wel. Ik ben dan ook een groot voorstander van een aparte cultuurzender. Ik denk dat onze taak nu te versnipperd is; dat we het teveel moeten hebben van toevalstreffers. Mijn visie is dat je Nederland 1, 2 en 3 kunt gebruiken als etalage, van waaruit mensen verder kunnen selecteren. Bijvoorbeeld naar een cultuurzender, waar we dieper op de materie kunnen ingaan. Ook lijkt me het een verstandige zaak internet erbij te betrekken. Dat mensen bijvoorbeeld een orkest op de tv zien, waarvan ze zeggen: ‘Goed orkest. Wanneer treedt het bij ons in de buurt op en waar kunnen we kaartjes bestellen?’
Ook moeten er goede links komen naar andere sites die met het onderwerp te maken hebben, zodat je bijvoorbeeld door het zien van een mooie opera op de televisie wordt aangezet een operareis bij het reisbureau te boeken. Internet moet researchmateriaal bevatten, gericht op wederkerigheid. Het moet dus ook tot tv kijken aanzetten. Interactieve service wordt steeds meer van deze tijd.
Daarnaast vind ik dat kunst en cultuur op de publieke zenders moet blijven. Cultuur heeft met identiteit te maken. Deze verandert constant. Door de multiculturele samenleving waarin wij leven, kan ik me voorstellen dat iemand straks niet meer weet wie bijvoorbeeld Shakespeare was. Wij moeten daarover berichten en daar sturing aan geven. En wat nieuwe kunstuitingen betreft, makers de gelegenheid bieden hun ideeën uit te dragen.’