Goeroe Vander Groen
- Dora Vander Groen behoort wel niet tot die jongere generatie. Integendeel. Zij maakte zelfs deel uit van wat we ‘het gevestigde theater’ kunnen noemen.
JVS: ‘Als actrice, inderdaad. Maar niet als toneelpedagoge. Door haar eigenzinnige aanpak in het Antwerpse conservatorium ontpopte zij zich tegenover haar studenten als een goeroe die de jonge mensen behekst heeft, maar dan wel in de meest positieve betekenis van het woord. Ik ben er vast van overtuigd dat de toneelspelers die nu aan de top staan, zowel in Nederland als in Vlaanderen, alles te danken hebben aan de twee Antwerpse opleidingsinstituten. Want ook de Studio met “De Verrukking” van Jan Decleir en later de “Blauwe Maandag Co”, nu gefuseerd met het “Toneelhuis”, hebben de vernieuwing in Vlaanderen op gang getrokken en doorgezet. Afwijkingen wat hun roots betreft, zijn de Needcompany van Jan Lauwers, die als plastisch kunstenaar uit de Gentse Academie komt, en Jan Fabre, die als etalagist afstudeerde aan de Antwerpse Academie en zich aanvankelijk als decorateur voor o.a. het Nieuw Vlaams Toneel (NVT) manifesteerde’.
- Is de ‘Vlaamse Golf’ voorbij?
JVS: ‘Ik denk dat de jonge wolven nu geïntegreerd zijn. Kijk maar naar “Blauwe Maandag Co”, die opgenomen is in het grotere “Toneelhuis” in Antwerpen. Ook “De Tijd” is nu een behoorlijk gesubsidieerd theatergezelschap geworden dat grote producties kan opzetten. Ik stel vast dat de toneelmakers de fakkel hebben doorgegeven aan de dansers. Ook weer vertrekkend vanuit een opleiding (de Brusselse dansschool PARTS van Anne-Theresa De Keersmaecker) dragen mensen als Carine Vincke, Marc Van Runxt, Michèle-Anne De Mey en Thierry Smits, de podiumvernieuwing op dansgebied uit, ook naar Nederland. Ondertussen is er wel een nieuwe beweging op gang gekomen, opnieuw richting Vlaanderen. Het Brusselse “Kaaitheater”, dat ook grote impulsen heeft gegeven tot de internationalisering van het Vlaamse theater, doet momenteel hard zijn best om grote Nederlandse gezelschappen naar Brussel te halen’.