Voerense VVV niet bij toerisme alleen
‘We willen hier geen Zuid-Limburgse taferelen’
• Gerhard Te Winkel
Bevordering en regulering van het toerisme is één van de speerpunten van het programma van Voerbelangen. De Voerense VVV merkt dat de belangstelling voor de streek steeds toeneemt en is daar op zich heel blij mee. ‘Al moet het niet te gek worden’, zegt Theunissen van de VVV. ‘Het moet hier niet zo worden als in Zuid-Limburg.’ De VVV is Vlaamstalig en speelt ook in de politiek een rol.
In het gebouw van de VVV hangt de oorkonde van de Visser-Neerlandiaprijs goed in het zicht. ‘Daar zijn we fier op’, zegt een vriendelijke baliemedewerker, die uitgebreid z'n streek aanprijst. Blijkens de folder bevinden we ons in de Voerstreek in een vergeten zolderkamertje, waarop we mogen rondsnuffelen, één groot, ‘levend’ openluchtmuseum.
‘Zonder te willen beweren dat dit gebied de navelstreng van de wereld is, mogen we toch zonder schroom stellen dat we ons bevinden in een stuk bakermat van onze Noordwest-Europese beschaving. En dat kan je proefondervindelijk zelf ontdekken... liefst vanuit het rustige Voeren, per fiets!’, staat in de folder.
Als we vragen naar de politieke aspecten van het werk, antwoordt de baliemedewerker dat hij daarvoor
VVV De Voerstreek.
niet is ingehuurd. Behulpzaam geeft hij de adressen van de bestuursleden en merkt terloops op dat de voorzitter Guido Sweron met een TV-ploeg ‘op de baan’ is.
We vroegen aan Hilde Theunissen, die de PR van de vereniging behartigt, wat zij vond van de ideeën van Broers over het toerisme in de streek. ‘We zijn het eens met het plan van Voerbelangen om buiten de dorpen parkeerterreinen aan te leggen. In de weekeinden is het vooral in Teuven en 's Gravenvoeren propvol. Dan vallen het karakteristieke en het mooie van de dorpen weg. Zonder de streek helemaal te willen conserveren, proberen we toch iets van de rust die er van de Voerstreek uitgaat en hier hangt, te behouden.’ Dat zegt Hilde Theunissen op zeer vriendelijke, doch besliste toon.
Het beleid van de VVV is er vooral op gericht het toerisme kleinschalig en authentiek te houden. ‘In de streek moeten geen hotelkolossen verrijzen, zoals dat in Zuid Limburg hier en daar wel het geval is. Liever ook niet zo'n groot gebouw als Thermae 2000 in Valkenburg, maar je weet het maar nooit wat er gebeurt, want hier zijn ook al proefboringen uitgevoerd en daarbij is warm water aangetroffen.’
‘Voorzover wij er iets aan kunnen doen, willen we graag dat hotels gevestigd worden in boerderijen waarbij de oude bouwstijl gerespecteerd en gehandhaafd wordt.’ Bij mijn verwijzing naar de folder met de Voerstreek als openluchtmuseum, lacht ze en merkt op dat zij liever over kleinschaligheid spreekt.