Brieven
Met gemengde gevoelens
Ingezonden brieven aan Neerlandia
Het Nederlands dat de omroep spreekt
Het ligt voor de hand dat het zogenaamde Taalcharter van de heer Ruud Hendrickx, de nieuwe taaladviseur van de VRT, een stroom van negatieve reacties teweegbracht (Neerlandia, nr. 1, 2000, blz 32). In een bijdrage verschenen in Neerlandia (nr. 5, december 1998) schreef de heer Hendrickx over de taal waarvan de omroep zich bedient: ‘... in zijn amusementsprogramma's zet de VRT er zich voor in om een aantrekkelijk informeel register van de standaardtaal te hanteren...’ (blz. 28). Het geeft echter te denken dat bijvoorbeeld tv-series als Thuis en De Kampioenen hiervan deel uitmaken.
Terecht schrijft prof. em. A.M. Hagen, voorzitter van de Raad Nederlandse Taal en Letteren: ‘de kern van de taal, de structuur van de taal zit in de grammatica. Je kunt nooit twee verschillende talen spreken op basis van lexicale verschillen’ (Neerlandia nr. 1, 2000, blz. 8). Het is echter onbetwistbaar dat in de tv-series zoals Thuis en De Kampioenen de taalstructuur grondig gewijzigd wordt door allerlei grammaticale afwijkingen. Het is ondenkbaar dat de heer Hendrickx en de beleidsmensen van de VRT zich daar niet van bewust zijn. Dat betekent dus doelbewust afwijkend taalgedrag t.a.v. het Algemeen Nederlands.
Het is ook een veeg teken dat in Vlaanderen tussentaaltjes meer en meer gangbaar worden en succes boeken, zelfs bij vele academici. Els Ruijsendaal schrijft terecht in het artikel ‘Nederlands en Vlaams’ (Neerlandia, nr. 1, 2000, blz. 41) dat de informele omgangstaal tenslotte Noord en Zuid van elkaar doet vervreemden. We kunnen hieraan toevoegen dat alleen al door het gebruik van de gij-vorm in allerlei tv-programma's en op podia vele Vlamingen het gevoel krijgen dat ze een opzichzelfstaande taal spreken, los van Nederland. Dat persoonlijk voornaamwoord wordt met voorliefde gehanteerd als het herkenningsteken van z.g. Vlaamse eigenheid, maar dan wordt geen rekening gehouden met het West-Vlaams en het Limburgs.
Particularisten beweren dat ze eenheid in verscheidenheid voorstaan. Ze bedoelen hiermede echter niet de verscheidenheid die in elk taalgebruik voorkomt. Ze propageren Vlaanderen als een aparte entiteit versus Nederland. We kunnen concluderen dat divergerende tendensen door het Vlaamse omroepbestel (VRT en VTM) in de hand worden gewerkt. Er is reden tot bezorgdheid.
R. De Somville
Gent