bewegen. Ik denk dat we daar eerder een netwerk onder de journalisten moeten uitbouwen en ervoor pleiten dat ze nog meer euregionale berichten brengen.
- Het is dus zaak om de perslui te motiveren?
K.-H.L.: Ze vooral motiveren om de berichtgeving over wat bij de buren gebeurt systematisch te organiseren. Niet alleen wanneer een ramp gebeurt: een brug die instort, een grote brand of een zwaar ongeval. Men kan de betekenis van een euregio slechts juist begrijpen wanneer men zeer nauw bij de situatie in grensregio's betrokken is. Er is nog geen echt euregionaal bewustzijn ontstaan.
- Is er voor dit alles voldoende geld? Of speelt dat niet zo'n rol?
K.-H.L.: Er zijn niet veel zaken waar geld geen rol speelt. De middelen zijn degene die in ieder land bestaan en die verschillen sterk. Er is privé-financiering, financiering uit belastingen, sponsoring. Het interessante is om door ook Europese middelen te verwerven als co-financiering van de regionale middelen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Het is niet alleen een kwestie van geld. Het is een kwestie van motivatie, van marsrichting, van met de middelen en de energie die ingezet worden synergie en netwerken tot stand te brengen. Daarom was dat symposium in Alden-Biezen een belangrijk moment. Maar het moet systematischer gebeuren.
- Uit de getuigenissen op het symposium bleek dat de belangstelling van media voor de buren vooral sensationele zaken betreft: spectaculaire ongevallen, de misdaad.
K.-H.L.: Dat is het probleem. Een conclusie die ik getrokken heb, is dat we moeten zien aan het begin van Interreg 2000 wat Interreg I en II opgebracht hebben. Er zijn zo'n twee honderd projecten geweest. Daarover moet systematisch geïnformeerd worden. Als dat goed gebeurt, zal men zien dat de mensen in hun dagelijks bestaan bij de euregio betrokken zijn. Het moet duidelijk worden dat het dagelijks leven van de mensen veel meer euregionale dimensies heeft dan ze zelf beseffen.
- En de nieuwe media?
K.-H.L.: De nieuwe media zijn geen nieuwe media. Dat is een nieuwe technologie voor oude media. Het is vooral een technologie die integratie brengt en die telecommunicatie inzet en zo wordt dan plots alles direct beschikbaar. Dat is de revolutie. Maar men geeft die nieuwe media nog steeds een oude inhoud: beeld, woord, tekst. De mogelijkheden die we hebben zijn natuurlijk wereldwijd onbegrensd en ze zijn voor euregionaal gebruik van het allergrootste belang. Men kan vandaag de dag veel eenvoudiger en efficiënter informatie bezorgen dan voorheen.
- Welke rol speelt de taal in de euregio Maas-Rijn?
K.-H.L.: Ook op dat vlak is de euregio Maas-Rijn een interessant voorbeeld. We hebben drie talen. Niet iedereen spreekt de twee andere talen. Het is vooral een probleem voor de Franstalige gebieden. Ze hebben het op dat vlak zeer moeilijk. Men hoort wel eens: we zullen op het Engels overschakelen. Maar dat kan de bedoeling niet zijn. Engels is heel belangrijk maar de identiteit van euregio Maas-Rijn moet ook daarin bestaan dat men tenminste de passieve kennis van de taal van de andere gebieden bezit. Zo creëert men voor andere wereldwijde betrekkingen heel nieuwe mogelijkheden.
- De media houden nog vaak halt aan de grens. Hoe is het met de mensen van de euregio?
K.-H.L.: Het is vergelijkbaar én weer anders. Er bestaat geen uitgebreid euregionaal bewustzijn in de zin van: wij zijn burgers van de euregio Maas-Rijn. Ik weet ook niet of dat onmiddellijk het doel moet zijn. Dat is de moeilijke kwestie van de structuur van de Europese staten en hun euregio's. Dat is een heel andere vraag. Het is duidelijk dat de euregio in het dagelijkse leven van de mensen een veel grotere rol speelt dan ze zich bewust zijn. De mensen gaan zeer makkelijk naar Aken, Luik of Maastricht voor boodschappen, restaurantbezoek enzovoort. Dat hoort tot de dagelijkse dingen. Daarmee is er nog geen bewustzijn van: ik ben vandaag in de euregio geweest. Men is over de grenzen gegaan die voor dertig jaar nog een realiteit waren. De jonge generaties hebben dat godzijdank niet meer beleefd. Zij gaan daarmee natuurlijk en ongedwongen om. Maar dat sluit niet uit dat nog veel zaken niet compatibel blijken. Men gaat normaal bij elkaar op bezoek, men beleeft veel dingen die men als positief en normaal ervaart en dan ontdekt men de moeilijkheden. En men reageert vervolgens negatief tegenover de euregio waarin men die moeilijkheden ervaart en die men er verantwoordelijk voor stelt. Zo komt de euregio tussen twee stoelen te zitten. De positieve dimensies van de weggevallen grenzen worden niet herkend maar de moeilijkheden van de nog bestaande verschillen en van de niet compatibele dingen worden onmiddellijk op de euregio geprojecteerd. Dat is een uiterst negatieve situatie.
Ik denk dat er vooral veel meer in de media over deze thematiek bericht moet worden. Dat kan maar als er voor een actieve voorlichting gezorgd wordt.