De Ferdinand Snellaertprijs voor Wim Couwenberg
• Marianne van Scherpenzeel
In het bijna 25-jarige bestaan van de Ferdinand Snellaertprijs is die prijs voor de allereerste keer toegekend aan een auteur uit Nederland, een ‘Noord-Vlaming’ - om het maar eens parallel met het begrip ‘Zuid-Nederlander’ te formuleren, aldus juryvoorzitter dr. Yvo Peeters.
Op 6 april 2000 ontving Wim Couwenberg in het Vlaams Huis in Brussel de Ferdinand Snellaertprijs 1999. Het juryverslag vermeldt dat de prijs voor de periode 1997-1999 is toegekend naar aanleiding van Couwenbergs boek Nederland en de toekomst van Vlaanderen, waarin de auteur onder meer pleit voor een ruimere belangstelling voor en een grotere betrokkenheid bij de Vlaamse ontvoogdingsstrijd vanwege Nederland. Tevens wil de bekroning waardering uitdrukken voor de gehele academische loopbaan van prof. dr. S.W. Couwenberg. Daarin neemt de bestudering van nationalisme, supranationalisme, natievorming en staatsvorming een belangrijke plaats in. Bovendien heeft de gelauwerde bij die wetenschappelijke arbeid steeds de nodige aandacht gehad voor de maatschappelijke en politieke evolutie van. Vlaanderen. Daarmee vormt Couwenberg in de Nederlandse academische wereld een zeldzame uitzondering.
Peeters belichtte in zijn laudatio verschillende kanten van de persoon Couwenberg. Couwenberg begon zijn loopbaan als journalist in 1951, o.a. bij de Maasbode. En ondanks het feit dat hij beroepsmatig andere dingen is gaan doen in het leven, is Couwenberg altijd schrijver gebleven. Hij kan
W. Couwenberg (I.) en J. Dedeurwaerder
(foto G. Logie)
schrijven voor een ruim publiek: hij heeft, naast de kwaliteit van wetenschappelijke precisie, ook de communicatieve kwaliteiten van iemand die er belang aan hecht dat de boodschap overkomt, Hij zet zich ondertussen al bijna 40 jaar in voor
Civis Mundi en publiceert daarnaast in vele andere tijdschriften. Peeters prees in dat verband ook Couwenbergs betrokkenheid bij het tijdschrift
Neerlandia (als voormalig hoofdredacteur en momenteel actief redactielid). Ook daar komt zijn belangstelling voor de Nederlandse taal en de Nederlandstalige cultuur in het algemeen tot uiting.
Peeters memoreerde verder nog het feit dat Couwenberg ook politiek actief was, o.a. als gemeenteraadslid van Rotterdam, en het feit dat Couwenberg directeur was van het Oost-West Instituut, voordat hij verbonden werd aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij belichtte de persoon voorts vooral vanuit diens belangstelling voor zaken als volk, staat, nationaliteit en nationalisme. Hij deed dat aan de hand van verschillende boeken van Couwenberg, o.a. Herlevend nationalisme (1967), De Nederlandse natie (1981) en uiteraard het bekroonde boek, Nederland en de toekomst van Vlaanderen (1998).