Indiana Jones
Een dergelijke onderzoeker was Von Siebold. Hij nam zijn opdracht om informatie over land, volk en mogelijke handelsgewassen van Japan te verzamelen bijzonder serieus. Met het enthousiasme van een goudzoeker wist hij in vier jaar tijd een enorme collectie ‘Japonica’ bijeen te krijgen. Von Siebold was een schilderachtige figuur, een ‘Indiana Jones’ van de negentiende eeuw. Bij hoge uitzondering wist hij al snel toestemming te krijgen Deshima regelmatig te verlaten om een kleine kliniek voor Japanse zieken wist op te richten bij Nagasaki. Zijn werk als arts wist hij goed te combineren met de beschrijvingen van flora, fauna en sociaal-politieke verhoudingen van Japan. De handelsgewassen was hij ook niet vergeten. Von Siebold wist de eerste theeplanten naar Java te verschepen. In Nederland zou hij later de pioenroos en de hydrangia en de blauwe regen introduceren. Als vanzelfsprekend ging hij ook mee op de reis naar het hof van de keizer.
Maar in zijn enthousiasme nam hij daar wel erg grote risico's. Gedreven door zijn verlangen ‘het interessantste land ter wereld te onderzoeken, waarin zo weinige Europeanen toegelaten waren’ had hij in Edo ook strategisch belangrijke landkaarten en andere verboden informatie verzameld. De gevolgen waren vreselijk. Von Siebold zat enige maanden gevangen in Nagasaki en van zijn Japanse vrienden en contacten overleefden verschillende de Japanse justitie niet. Uiteindelijk werd hij zelf veroordeeld wegens hoogverraad en moest hij zonder zijn Japanse vrouw en hun dochter het eiland verlaten.
Met het vertrek van Von Siebold veranderde er voor de Nederlanders op Deshima verder weinig. De meesten waren waarschijnlijk blij toe de telkens overwerkende Von Siebold te zien vertrekken. Maar voor Japan werden de internationale verhoudingen steeds ongunstiger. Het waren de hoogtijdagen van het Europese imperialisme. Aziatische landen die de invloed van het Westen meenden te kunnen isoleren en te beheersen op een eiland met een smalle brug werden al snel niet meer getolereerd. In het kader van de internationale vrijhandel schoot een Amerikaans vlooteskader in 1856 het zelfgekozen isolement van Japan aan flarden.
Commercie als de motor van de herdenking ‘Nederland-Japan’? Het lijkt een duidelijke constante. De Nederlandse aanwezigheid in Japan was tenslotte een handelsaangelegenheid en de kennis die daarbij verzameld was, werd vooral voor de handel gebruikt. Maar uiteindelijk heeft de interesse voor land en volk van onderzoekers als Von Siebold er wel toe geleid, dat nog steeds in de Leidse musea een ontzagwekkende collectie Japanse geschriften en voorwerpen ligt, die anders verdwenen was. Misschien hebben kennis en commercie elkaar uiteindelijk wel nodig.