Kroniek
Op de grens gebeurt het!?
26e Frans-Vlaamse Veertiendaagse
Op zaterdag 6 april werd in de Stadshalle van Nieuwpoort de 26e Frans-Vlaamse Veertiendaagse geopend. Ieder jaar verbroedert het West-Vlaamse kustplaatsje met een gemeente ‘van over de schreve’. Deze traditie van een kwarteeuw werd in 1999 met een Visser Neerlandiaprijs bedacht. Dit jaar werd gedurende twee weken een waaier van activiteiten uitgezet met Coudekerque-Branche ofte Nieuw-Koudekerke. Beiaardconcerten bijvoorbeeld, een middag voor de senioren met het duo Joël en Klerktje, een zoektocht door Frans-Vlaanderen of een Brel-avond.
Gearmd aan het moederdorp
op een windworp van de schreve
smelt Coudekerque-Branche zijn metalen.
In de hartstocht van de dagen
smelten ook de laatste sneeuwvlokken
onder de dekmantel van Marianne.
Het zijn twee strofen uit het gedicht ‘Coudekerque-Branche’ dat Ferdinand Florizoone aan de pioniers van de Werkgroep voor Frans-Vlaanderen opdroeg.
Men had in Nieuwpoort aandachtig de beleidsnota van Bert Anciaux, Vlaams minister voor cultuur, gelezen. ‘Culturen mogen dan wel niet langer geografisch afgebakend zijn, de geografische ruimte heeft wel degelijk nog een belangrijke betekenis in het cultureel verkeer tussen mensen,’ lazen ze daarin. Die zin, en ook de mening van de minister dat ‘verschillende vormen van samenwerking geactiveerd kunnen worden’ met regio's als Nordrhein-Westfalen en Frans-Vlaanderen, deed hen er wellicht toe besluiten om Anciaux uit te vragen voor de openingstoespraak van de Veertiendaagse.
En de minister kwam. En sprak. Zinvolle dingen, jawel. Maar we hoorden ze al eerder. Cultuur is nog té veel een luxeproduct, iets wat erbij komt. Cultuur moet het middel zijn om mensen van diverse nationaliteit met elkaar in contact te brengen, om ‘volksverbondenheid’ te creëren. We moeten de stap naar andere culturen durven zetten. Vanuit die openheid moeten we Europa tegemoet treden. Essentieel is dat Vlaanderen de band met zijn buren - Nederland in de eerste plaats, maar ook Frans-Vlaanderen en Wallonië - nauwer aanhaalt. We moeten een gemeenschappelijke toekomst uitbouwen. En ja, de cultuur moet aansluiten bij de leef- en denkwereld van de jongeren. Dat zeker.
‘Wees steeds welkom in dit oude en jonge land Vlaanderen,’ zei de minister tot ‘de beste vrienden uit Nieuw-Koudekerke’ want ‘vous y êtes chez vous’.
En dat was het. Nieuwpoort applaudisseerde beleefd. En Jacques Farmaut vertaalde de speech van Anciaux in prachtig en welluidend Frans.
Maar wellicht had Nieuwpoort liever concretere woorden uit de ministeriële mond willen horen rollen over hoe ‘verschillende vormen van samenwerking geactiveerd kunnen worden’. (G.L.)