Boeken
Gezelle in het Engels
• Marcel Janssens
Hoe kun je nu Guido Gezelles poëzie zonder al te veel kwaliteitsverlies vertalen? Ik heb zelf in mijn lezingen tijdens het herdenkingsjaar 1999 talrijke keren gezegd dat je met ‘Dien avond en die rooze’ veel lastiger over een taalgrens geraakt dan met wereldvermaarde gedichten als ‘Correspondances’ en ‘L'albatros’ van Charles Baudelaire, Gezelles tijdgenoot. Zijn dichten zit zo vastgeworteld in zijn zeer particulier idioom, zijn West-Vlaams getint Nederlands, bovendien zo trefzeker ingepast in zijn metra, ritmen, virtuoze taalspelletjes allerhande dat je dat allemaal zonder ernstige beschadiging niet naar een andere taal kunt overbrengen. Dat geldt voor alle poëzie, maar voor die van Gezelle in het bijzonder. Dat zal ook wel een van de redenen zijn waarom wij onze grootste nationale dichter toch nog niet naar behoren en naar zijn verdienste in het buitenland hebben kunnen bekendmaken.
Er bestaan nochtans uitstekende Gezelle-vertalingen. Christine D'haen en Paul Claes vertaalden hem in 1989 heel deskundig in het Engels. In 1999 verscheen nog een Franse vertaling, geselecteerd en ingeleid door Liliane Wouters (bij Editions Autres Temps, Temps Poétique). In haar voorwoord belicht zij de muzikale virtuositeit van de dichter en verklaart onomwonden: ‘Gezelle, hors du flamand, n'est plus Gezelle’. Hem vertalen ruikt naar masochisme, zegt zij. Hoe kom je in een andere taal dicht genoeg bij zo'n monument? Als miraculeuze stem van zijn moedertaal, het Vlaams, blijft hij voor goed ‘intraduisible’. En toch probeert zij het, tot zijn en ons profijt.
En nu ligt er weer een Engelse vertaling voor ons, uitgegeven door Paul Vincent onder de titel That Limpid Singer. A bilingual Anthology of the Poems of Guido Gezelle (1830-1899). Het boek van 238 bladzijden verscheen in de Series Crossways, Volume 4, vanwege de Association of Low Countries Studies in Great Britain and Ireland (ACLS), Hull, 1999. Het biedt een bibliografie van Gezelle in Engelse vertaling en een lijst met studies in het Engels van Gezelle. That Limpid Singer zal als een welgekomen huldeblijk tijdens het bij ons zo hectische herdenkingsjaar van over het Kanaal met eer en dank begroet worden. De Nederlanden investeren zoveel in de buitenlandse neerlandistische studies; een prestatie als deze Engelse vertalingen een zeer fraaie vorm van return van over onze taalgrenzen. Dat Gezelle daar het voorwerp van mag zijn, verheugt ons des te meer.
Dit boek bevat een voorwoord van Paul Vincent, een inleiding door Piet Couttenier en een inleidend statement van André Lefevere, specialist op het terrein van de vertaalproblematiek. Uit die inleidende essays blijkt al met wat voor problemen een Gezellevertaler geconfronteerd wordt. Dat wordt dan overduidelijk gedemonstreerd door tien Engelse vertalingen van de 16 verzen van het gedichtje ‘O Lied’ (uit 1860), waarbij de vertalers telkens commentaar leveren bij de opzet, de moeilijkheden en de verhoopte resultaten van hun vertaalproef. Een zeer gewaardeerde vondst vanwege de uitgevers! Hier ervaren we vanuit de praktijk, als het ware van bij het klavier van een zwoegend filoloog, hoe heikel zo iets als het ‘Gij helpt de smert/ wanneer de rampen raken/ gij kunt, o Lied, de wonde in 't hert/ de wonde in 't hert vermaken!’ vertaald of her-taald kan worden. Ik moge er even prof. Peter King (van de universiteit van Hull) die zoveel heeft bijgedragen tot de promotie van de Neerlandistiek in Groot-Brittannië, met zijn eigen commentaar als illustratie bijhalen.
Peter King verwijst meteen naar een taak die de onderneming van de vertaler begeleidt of zelfs eraan voorafgaat, met name de interpretatie. Een dichter die zo lustig omspringt met punctuatie en hoofdletters (nu eens ‘lied’, dan ‘Lied’) creëert al problemen. Kleine letter en hoofdletters, dat kan zo nagebootst worden, maar zo'n eigenzinnige structuur van dat lied bemoeilijkt de vertaling ten zeerste. Vorm is hier intrinsiek verbonden met betekenis, en een vertaler moet dat verband zo getrouw mogelijk hertalen. En daar duiken beslissende keuzes op. Reproduceert de vertaler zo exact mogelijk het formele stramien, of tracht hij vooral de door hem gevatte betekenis om te dichten? Uit Kings overpeinzingen komt vooral naar voren dat vertalen inderdaad om-dichten moet zijn. Hijzelf behield de afwisseling van mannelijk en vrouwelijk rijm, evenals het syllabisch ritme van het origineel, maar dat verplichtte hem om de letterlijke betekenis van wat er bij Gezelle staat wat bij te wizen.
Niet ter zake doende problemen, zal de lezer opwerpen, als het maar dichterlijk klinkt in de nieuwe taal. Dat is dan ook het geval in de tientallen proeven van een vijftiental vertalers, die stuk voor stuk heel degelijk werk afleveren binnen dat van meet of aan zo veeleisende, zoniet onuitvoerbare project. In de inleiding van Piet Couttenier is er sprake van Gezelles ‘Flemish Anglophilia’ (p. 12). Dit boek is een teken van ‘English Flemophilia’ dat wij dankbaar verwelkomen.
That Limpid Singer bevat ook zes gedichten van Gezelle die hij oorspronkelijk in het Engels schreef. Hij was immers een anglofiel in hart en ziel. Deze bloemlezing schenkt hem een passend eresaluut terug. En wij ‘jeunen’ ons daarin.