Aanbevelingen
Er moeten afspraken gemaakt worden met betrekking tot het definiëren van het kader rondom welzijn/zorg, waarbij het uitgangspunt is dat welzijn en zorg even belangrijk zijn. Er zijn voorwaarden verbonden aan een overstap naar een functionele grensoverschrijdende samenwerking. Zo moet er in eerste instantie sprake zijn van complementariteit. Er dient aan beide zijden sprake te zijn van een verwachting/een win-win-situatie voor de welzijn- of zorgvrager (prijs, kwaliteit, flexibiliteit, innovatief in de samenwerking, uitwisselen van informatie). Men moet de aandacht richten op de ondersteuning van de mantelzorg. Ouderenzorg dient politiek meer belangstelling en een hogere prioriteit te krijgen. Het wordt gezien als een zeer omvangrijk en complex beleidsterrein. Het is bovendien niet alleen een kwestie van zorg maar het heeft ook veel sociaal-culturele aspecten en implicaties voor het vrijwilligerswerk. Vlaanderen en Nederland worden geconfronteerd met vergelijkbare ontwikkelingen, vooral op budgettair gebied. Men dient er naar te streven om de zorgbehoevende groep terug te dringen door preventief maatregelen te treffen.
Het is van belang om ervaringen rond zorgprojecten uit te wisselen (bijvoorbeeld zorgproject Limburg: zorg inkopen in Vlaanderen, project zomerschool, project Vruchten van het leven, opvang vrijwilligers mantelzorg, rapport commissie Veldhoven). Deze initiatieven verdienen meer erkenning.
Gemeenten moeten een integraal beleid met betrekking tot welzijn en zorg ontwikkelen.
Het verdient aanbeveling om een gemengde overkoepelende werkgroep welzijn op te richten. Deze moet bestaan uit een (evenredig) aantal Nederlandse en Vlaamse bestuurders, ambtenaren en deskundigen uit het veld, en zou uiteen kunnen vallen in subwerkgroepen met een specifieke opdracht. Het voorbereiden van een studiedag zou een eerste doelstelling van deze nieuwe werkgroep kunnen zijn. Een studiedag waar het welzijn en de zorg voor ouderen centraal staan, en waar de problematiek daaromtrent ter discussie kan worden gesteld en modelprojecten kunnen worden gepresenteerd.
De kleine initiatieven en projecten die vanuit het veld ontstaan, verdienen politieke en financiële steun. Men ervaart het gebrek aan aandacht voor de psychogeriatrische zorg als een lacune in het beleid. Zowel in Nederland als in Vlaanderen ontbreekt een gecoördineerd beleid. Er bestaan wel degelijk (veel) kleine initiatieven, maar die worden nauwelijks ondersteund.
Er dient een goed evenwicht te zijn tussen publieke en particuliere samenwerking. Het baart zorgen dat de overheid de neiging heeft zich terug te trekken uit de gezondheidszorg. Hierdoor loopt men het risico dat er een tweedeling ontstaat, waarbij (ongewenste) privaatrechtelijke ontwikkelingen gestimuleerd zouden worden en de druk op de mantelzorg steeds meer zou toenemen. Er moeten oplossingen gevonden worden voor de kloof die dreigt te ontstaan tussen het afnemend aanbod en de toenemende vraag.