Toeristisch Vlaanderen en Nederland
Mon Schepers (lector aan de Katholieke Hogeschool Mechelen, departement Coloma) zet uiteen wat de Vlamingen beweegt om bij de buren op vakantie te gaan. Hij put voor de cijfers uit een tussentijds rapport van het Westvlaams Economisch Studiebureau, Reisgedrag van de Belgen in 1996.
Het aantal zomervakanties van de Belgische bevolking in 1996 wordt op 7,8 miljoen geschat, de meesten blijven in eigen land of vertrekken naar Frankrijk en Spanje. Na Italië, Duitsland en Oostenrijk is Nederland het zevende land op de lijst van vakantiebestemmingen. Van de Belgische vakantiegangers in Nederland is 90% Vlaming. Sterke toeristische trekpleisters zijn de Noordzeebadplaatsen (24,1%) en het Deltagebied (15,2%), maar de rest van het bestemmingspatroon is sterk versnipperd. Vakanties in Nederland duren gemiddeld 8 à 10 nachten en behoren samen met de andere buurlanden tot de kortste (de duur wordt langer naarmate de bestemming verder van huis ligt).
De vakantiegangers naar Nederland organiseren hun verblijf overwegend zelf, alhoewel men soms een beroep doet op organisaties voor het regelen van de logies. Het vervoer houdt men ook het liefst in eigen hand: 80,5% van de mensen gaat met de auto, 12,8% met de bus en 7,8% met de trein.
En waarom gaan Vlamingen naar Nederland voor hun zomervakantie? Er zijn veel sportmogelijkheden, de natuur is mooi, het is er geschikt voor kinderen en het is niet al te ver weg.
Waar eigen land en Frankrijk het hoogst scoren als het om de langere vakanties gaat, is Nederland voor de Vlamingen voor buitenlandse daguitstappen bestemming nummer één. De provincies Zeeland en Noord-Brabant zijn in 1996 goed voor meer dan 800.000 uitstappen door (voornamelijk Nederlandstalige) Belgen. Voor de Vlamingen zijn de, in aantal toenemende, daguitstapjes een alternatief voor de langere vakanties. Vooral lekker uit eten gaan is dan belangrijk, terwijl men het geld goed laat rollen.
Frankrijk is voor de Nederlanders ook het vakantieland bij uitstek. Maar de Zuiderburen worden in het vakantiepatroon zeker niet vergeten: Nederlanders bezoeken België vaker dan dat andersom het geval is. Ze gaan overigens in het algemeen vaker op vakantie dan de Belgen.
In Nederland is een lichte stijging van het bestedingspatroon waar te nemen (alhoewel er nog steeds minder geld uitgegeven wordt dan door de Belgen). Ook in Nederland stijgt het aantal korte vakanties, waarbij de uitstapjes van een dag hoog scoren. Kleine recreatieparken zijn de bestemming bij uitstek voor die dagen en zijn dan ook zowel bij Nederlanders als bij Vlamingen heel populair.