| |
| |
| |
Kroniek
Kroniek van de samenwerking
Cultuur
Stripmuseum
Op zaterdag 12 april 1997 opende de geestelijk vader van Olivier B. Bommel en Tom Poes de tentoonstelling ‘Gebouwd in Verbeelding’ in het Centrum voor Architectuur en Stedebouw in Groningen. De tentoonstelling toont de ontwerpen die twaalf tekenaars maakten als leidraad voor de bouw van een stripmuseum in deze stad. Uit deze ontwerpen koos de jury dat van François Schuiten wegens ‘de samenhang van een wereldbol als inleidend element, het signalerende aspect van een billboardachtige gevel en de spannende
transparantie van het interieur’.
De tekeningen van de Belgische striptekenaar zullen de basis vormen voor dit vierde stripmuseum in Europa. Schuiten zal samen met de stichting Het Nederlands Stripmuseum op zoek gaan naar een architect die het uiteindelijke museum zal ontwerpen. Het museum zal het eerste stripmuseum zijn waarvoor speciaal een gebouw ontworpen wordt. In dat gebouw zal niet alleen ruimte zijn voor de stripverhalen van weleer, en de tekeningen van vandaag, maar er is ook een belangrijk aspect gewijd aan wat toch wel de toekomst is: de multi-media. Het museum krijgt een interactief karakter. Bezoekers kunnen de digitale snelweg op, in een stripverhaal stappen of zich omringen met hologrammen van striphelden. En nu maar hopen dat het laatste obstakel (de financiën) snel uit de weg geruimd wordt!
Info: Stichting Het Nederlands Stripmuseum, tel.: 050-311 20 46 (NL).
| |
| |
| |
Geneeskunde en hulpdiensten
Bloedbanken
Op 24 maart 1997 tekenden het Nederlandse en het Belgische Rode Kruis een intentieverklaring om te gaan samenwerken bij de bereiding van lang houdbare bloedproducten om zo de continuïteit beter te kunnen garanderen. Het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst in Amsterdam en de Centrale Afdeling voor Fractionering in Brussel voeren besprekingen zodat de activiteiten gecoördineerd kunnen worden.
| |
Over de grens naar de arts
Vanaf april mogen Nederlands-Limburgers die zijn aangesloten bij een ziekenfonds naar een Belgische of een Duitse arts gaan. Ze zullen de kosten van de grensoverschrijdende medische zorg gewoon terugbetaald krijgen. Deze medische zorg omvat geen behandelingen als harttransplantaties en nierdialyses. Andersom krijgen de Belgen de kosten (nog) niet vergoed. Men hoopt ook daar toestemming voor te krijgen wanneer alles in een Interreg II-project gegoten wordt. Partners in dit project zijn de CZ Groep en VGZ in Nederland, de Christelijke Mutualiteit en de CKK in België en de Krankenkassen in Duitsland.
Al eind vorig jaar sloten de Christelijke ziekenfondsen van Gent, Eeklo, Sint-Niklaas en Brugge een samenwerkingsakkoord met OZ, de grootste zorgverzekeraar in Zuidwest-Nederland. Daarbij stond de verbetering van de informatie en de service aan de grensbewoners voorop. De eerste resultaten zijn nu zichtbaar. Zo werden gezamenlijk twee brochures samengesteld. De ene richt zich tot Belgen die een inkomen hebben uit Nederland. De andere geeft informatie aan Nederlanders die in België werken. Daarnaast stemden de betrokkenen enkele administratieve procedures op mekaar af. Hierdoor kunnen OZ-leden die zich in Brugge of Gent laten opnemen in het ziekenhuis, rekenen op een vlotte afhandeling van hun dossier.
| |
Drugscontroles
In de nacht van 14 op 15 maart 1997 organiseerden de Nederlandse, Belgische en Franse politie een grootscheepse jacht op ‘drugstoeristen’, de actie kreeg de naam ‘No way out’ mee. De actie vloeit voort uit de afspraken die de drie landen maakten in januari van dit jaar om gezamenlijk op te treden tegen het internationale drugstoerisme. De politie-agenten controleerden meer dan 22.000 mensen op het bezit of gebruik van drugs, 123 werden aangehouden. Er zullen in de toekomst meer van dergelijke gezamenlijke acties op poten worden gezet. Alleen zal er dan aan de media gevraagd worden er minder snel over te berichten. Doordat b.v. het NOS-journaal al tijdens de controles berichtte over ‘No way out’, was er voor velen wel ‘een weg terug’: de politie merkte meteen aan het dalende aantal aanhoudingen dat de mensen geïnformeerd waren.
| |
Acties in het verkeer
Een op de vijf verkeersdoden in Zeeuws-Vlaanderen is een Belg, een op de drie processen-verbaal voor rijden onder invloed is voor een Belg. Met deze gegevens rees de vraag of Belgen nu zulke gevaren op de weg zouden zijn of dat er andere redenen zijn voor hun betrokkenheid bij ernstige verkeersongevallen. Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid signaleerde dit fenomeen en heeft nu opdracht gegeven aan de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid om een onderzoek in te stellen. Later zal samenwerking op basis van de resultaten van het onderzoek verder uitgewerkt moeten worden.
De politie voert nu al gezamenlijk grensoverschrijdende alcoholcontroles uit, en in het najaar zullen daar ook snelheidscontroles bij komen. De politie zal bovendien proberen de geplande acties te coördineren en die in dezelfde tijd van het jaar te houden. Ook moeten er dezelfde borden komen om te wijzen op een veiliger deelname aan het verkeer.
| |
Letteren
Gouden Uilen 1997
Op 15 maart 1997 werden in Brussel drie Gouden Uilen uitgereikt. De Gouden Uil, een gezamenlijk initiatief van de Standaard Uitgeverij, het Vlaamse weekblad Humo en de BRTN, is in zijn driejarig bestaan uitgegroeid tot de belangrijkste literaire prijs in Vlaanderen. Opmerkelijk dit jaar is dat de drie gelauwerden Nederlanders zijn. De Gouden Uil voor Fictie ging naar A.F.Th. van der Heijden, voor zijn roman ‘De Tandeloze Tijd, Deel 3: “Het Hof van Barmhartigheid” en “Onder het Plaveisel het Moeras”’. Elsbeth Etty ontving de Gouden Uil voor Non-fictie voor haar biografie ‘Liefde is heel het leven niet’ over Henriëtte Roland Holst. Joke van Leeuwen werd bedacht met de Gouden Uil voor Kin- | |
| |
der- en Jeugdboeken voor haar jeugdboek ‘Iep!’. De drie prijzen bestaan alle uit een beeldje en een bedrag van 750.000 BF. De Jonge Gouden Uilen werden toegekend aan Joke van Leeuwen, Reinout van der Heijden en Renate Dorrestein.
Voor het eerst werden ook die drie Jonge Gouden Uilen toegekend. Het gaat om een leesbevorderend initiatief, waarbij jongeren kennismaken met de hedendaagse Nederlandse literatuur, zich daar een mening over vormen, en leren die mening inhoudelijk sterk en helder te formuleren. De jurering wordt uitgevoerd door scholieren uit de hoogste jaren van het secundair/voortgezet onderwijs (betreffende fictie en non-fictie), en studenten van de pedagogische hogescholen (kinder- en jeugdboeken).
Twintig Vlaamse en tien Nederlandse scholen werken mee. Elke deelnemende school vormt een jury, die de ontvangen boeken beoordeelt, cijfers geeft en een rapport opstelt. De eindjurering, geklaard door één vertegenwoordiger van elke deelnemende school, had plaats op 12 maart tijdens de Bulkboekdag van de Literatuur in Den Haag. De winnaars werden bekendgemaakt op 15 maart in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, tijdens een namiddagprogramma met alle genomineerde auteurs, aangeboden aan alle leerlingen van de deelnemende scholen.
De uitreiking van de officiële en van de Jonge Gouden Uilen had plaats op zaterdag 15 maart in het Brusselse Astoria-hotel, en werd rechtstreeks uitgezonden door de BRTN-TV2.
| |
Uittrekselboek Nederlandse literatuur
Onlangs publiceerde uitgeverij Het Spectrum het ‘Prisma Uittrekselboek Nederlandse literatuur 1980-1990’. In deze bundel werden vijfentwintig uittreksels opgenomen van Nederlandstalige literaire prozawerken die in de periode 1980-1990 verschenen zijn. Hoofddoel van de samenstellers was een goed beeld te geven van de Nederlandstalige prozaliteratuur in de jaren tachtig. Daarbij werden volgende selectiecriteria gehanteerd: de meeste van de geselecteerde romans komen voor in de lijsten van de meest gelezen of meest gewaardeerde boeken, of zijn van gerenommeerde auteurs, of worden door critici als nieuwe klassiekers beschouwd. Aldus de samenstellers.
Het uittrekselboek is in eerste instantie bedoeld voor scholieren, studenten, docenten en leden van een leesclub, maar uiteraard ook voor alle overige belangstellenden.
De uittreksels worden voorafgegaan door een ‘Handleiding’, die bestaat uit een korte inleiding, een vragenlijst en een verklaring van gebruikte termen. In de verklaring worden een aantal begrippen als vertelsituatie, tijd, ruimte, personages, thematiek en stijl helder toegelicht, vaak met voorbeeldzinnen.
De vijfentwintig uittreksels betreffen prozawerken van drieëntwintig auteurs (van Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch werden telkens twee uittreksels opgenomen), van wie eenentwintig Nederlanders en twee Vlamingen (Hugo Claus en Kristien Hemmerechts). Is dit onevenwicht het -toevallige?- resultaat van een consequent hanteren van een objectief criterium als literaire kwaliteit, of het rechtstreeks gevolg van het raadplegen door de vijf auteurs, allen Nederlanders, van uitsluitend Nederlandse boekenlijstjes en recensies? Noch de inleiding, noch de tekst op de achterflap maken ons ook maar een beetje wijzer. Een paritair samengesteld auteurscollectief (bijvoorbeeld drie Nederlanders en drie Vlamingen) zou in dezen geen ruimte laten voor twijfel. Bovendien is een Nederlands-Vlaams auteurscollectief voor uitgeverij Het Spectrum, die van oudsher haar boeken systematisch ook in Vlaanderen verspreidt, de logica zelve.
Elk uittreksel bevat achtereenvolgens een boekbeschrijving, een samenvatting van de inhoud, een analyse van de vertelsituatie, de tijd, de ruimte, de personages, de thematiek en de stijl, en een stukje informatie over de auteur en zijn werk.
‘Prisma Uittrekselboek Nederlandse literatuur 1980-1990’ is een uitgave van Het Spectrum, Utrecht, telt 366 pp., kost fl. 19,90/395 BF, en is verkrijgbaar in de boekhandel.
| |
Vaste boekenprijs
Op 7 en 8 april 1997 had in Maastricht een informele vergadering plaats van de EU-ministers van Cultuur. De cultuurministers spraken zich uit voor een vaste boekenprijs voor landen die tot grensoverschrijdende taalgebieden behoren. Daarbij gaat het niet alleen om Nederland en België/Vlaanderen, maar ook om Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, en Groot-Brittannië en Ierland. Die landen, zo vinden de cultuurministers, moeten het recht krijgen een grensoverschrijdende vaste boekenprijs in hun respectieve taalgebieden in te stellen.
Tijdens deze EU-ministerraad van Cultuur bleek echter dat Karel Van Miert, vertegenwoordiger van de Europese Commissie, gekant is tegen een vaste boekenprijs. Volgens Van Miert laten de EU-regels inzake vrije concurrentie, met name de bepaling tegen kartelvorming (artikel 85 van het Verdrag van Rome), daartoe geen juridische ruimte. Van Miert is ervan overtuigd dat het cultuur-artikel van het Verdrag van Maastricht (dat artikel schrijft voor dat de EU in haar actie rekening moet houden met de culturele aspecten) artikel 85, een van de basisregels van het EU-recht, niet mag aantasten.
Aad Nuis, Nederlands staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Weten- | |
| |
schappen en voorzitter van deze ministerraad, verklaarde dat hij blijft hopen dat zo een vaste boekenprijs er komt. Nuis kreeg van de ministerraad van Cultuur de opdracht de Nederlandse regering, momenteel EU-voorzitter, te vragen hierover overleg te plegen met de Europese Commissie.
| |
Wetsvoorstel Vlaams Fonds voor de Letteren
Op 25 maart 1997 stelden de Vlaamse parlementsleden Kathy Lindekens en Tuur Van Wallendael een voorstel van decreet voor ter oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL). Een Vlaamse tegenhanger van de Nederlandse stichting Fonds voor de Letteren. Die bepaalt, in het kader van afstandelijk bestuur, autonoom het Nederlandse subsidiebeleid voor o.m. auteurs, vertalers en tijdschriften. Beide parlementsleden willen het Vlaamse subsidiebeleid-letteren, inclusief de beslissingsbevoegdheid, beleid dat nu nog door de Vlaamse cultuurminister wordt gevoerd, delegeren aan het VFL.
Het is de bedoeling een helder, objectief en efficiënt Vlaams subsidiebeleid op te zetten. Bovendien moet het VFL nauw samenwerken met de Nederlandse evenknie, in eerste instantie om beide subsidiesystemen verder te harmoniseren. Het VFL zou wel functioneren binnen de Administratie Cultuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, die in het decreetvoorstel een coördinerende, controlerende en boekhoudkundige functie krijgt. Het voorstel van decreet werd begin april bij het Vlaams Parlement ingediend.
| |
Nederlandstalige literatuur in Portugal
Van 21 tot en met 25 mei 1997 zullen vier Vlaamse en zeven Nederlandse auteurs hun tenten opslaan in Lissabon. Ze doen dit in het kader van het literaire programma ‘ACARTE 97’, dat georganiseerd wordt door de Gulbenkian Stichting in de Portugese hoofdstad. Alhoewel er al redelijk veel boeken in het Portugees vertaald werden, zijn ze er nog niet erg bekend. Reden genoeg voor de stichting om de Nederlandstalige literatuur dit jaar als hoofdthema te kiezen.
De auteurs die meegaan, zijn: Hugo Claus, Herman de Coninck, Leonard Nolens, Magda van den Akker, Adriaan van Dis, Hella Haasse, Gerrit Komrij, Gerrit Kouwenaar, Margriet de Moor en Connie Palmen. Een aantal vertalingen van hun werk in het Portugees verschijnt nog voordat ze op tournee gaan. De auteurs nemen er o.a. deel aan rondetafelgesprekken over literatuur, nationale identiteit en koloniale geschiedenis. Bovendien treden ze samen met Portugese collega's op op een poëzie-avond.
| |
Media
Publieke omroepen en EU
Op 7 en 8 april 1997 boog de EU-ministerraad van Cultuur zich tijdens een informele bijeenkomst in Maastricht o.m. over de rol van de nationale openbare omroepen in Europa. De cultuurministers vinden dat de toekomst van de publieke omroep in de EU gegarandeerd moet worden door een protocol of een verklaring bij het geplande Verdrag van Amsterdam. Volgens de ministers moet voortaan ieder land het recht krijgen het takenpakket van de publieke omroep en de organisatie ervan zelf te bepalen. Het bestaansrecht en de publieke financiering moeten door de EU juridisch worden gegarandeerd bij het nieuwe Verdrag.
De ministerraad van Cultuur zal einde juni e.k. besluiten nemen, dus bij de afsluiting van het Nederlandse voorzitterschap van de EU.
| |
Overheid
Structuurplan Vlaanderen
De drie Zuidnederlandse provincies hebben te kennen gegeven dat ze graag meer overleg willen met Vlaanderen over het onlangs vastgestelde Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De colleges van Gedeputeerde Staten hebben dit in een brief aan ministerpresident Van den Brande laten weten. Er werd al verschillende keren eerder verzocht om inzage in de plannen, omdat ze van belang zijn voor de grensoverschrijdende ruimtelijke ordening. De Nederlandse provincies willen o.m. praten over de ontwikkeling van de havens, de regionale luchthavens en waterbeheersingssystemen.
| |
Drielandenpunt
De Nederlandse gemeente Vaals en de Belgische gemeente Plombières hebben hun conflict bijgelegd over de markering van de Nederlands-Belgische grens op de Vaalserberg. Het conflict onstond toen de Nederlanders het gebied gingen reconstrueren en daarbij, volgens
| |
| |
de Belgen, 34 vierkante meter België innamen. Een bilaterale grenscommissie boog zich over de kwestie en kwam tot de conclusie dat de Belgen in hun recht stonden. Vaals is dus weer een paar vierkante meter kleiner en de ruzie is bijgelegd.
| |
Ruimtelijke ordening
Planologische Diskussiedagen 1997
De Vlaamse provincie Antwerpen en de Nederlandse Stichting Planologische Diskussiedagen houden op 15 en 16 mei 1997 de Planologische Diskussiedagen 1997 (PLDD) in het Provinciehuis van de provincie Antwerpen. Thema van de PLDD 1997 is ‘Over grenzen.’ In het ochtendprogramma van 15 mei, ‘De begrensde ruimte / Gluren bij de buren,’ staan de landsgrenzen centraal. Het eerste onderdeel handelt over ‘Nederlandse planning door Vlaamse ogen en Vlaamse planning door Nederlandse ogen’. Het tweede onderdeel is toegespitst op ‘Noord-Brabant door Antwerpse ogen en Antwerpen door Noord-Brabantse ogen’. In het namiddagprogramma, ‘De grenzeloze ruimte,’ wordt de problematische relatie ruimtelijke ordening-bedrijfsleven in kaart gebracht.
Op 16 mei worden de bijdragen van individuele planologen in vijf à zes parallelle sessies toegelicht en becommentarieerd.
Informatie:
Stichting Planologische Diskussiedagen, mevrouw J.M. de Jong, Postbus 5048, 2600 GA Delft.
Tel. 015-278 16 87, fax 015-278 52 63.
| |
Taal
De taal van het koninkrijk
De Nederlandse Tweede Kamer heeft een initiatiefvoorstel tot bescherming van de Nederlandse taal door de invoeging van een nieuw grondwetsartikel; ter zake behandeld. Het voorstel was ingediend door de kamerleden Koekkoek (CDA) en Van Middelkoop (GPV). De bespreking in de Kamer was het -voorlopige?- sluitstuk van een discussie die sinds 1992 in Haagse kringen wordt gevoerd over de vraag hoe de zorgplicht van de bewindslieden ten aanzien van het Nederlands moet worden geformuleerd. De discussie valt te situeren in de toenemende aandacht voor taal en taalbeleid en de positie van het Nederlands buiten de grenzen van ons taalgebied.
De indieners van het voorstel hadden de bevordering van het gebruik van de Nederlandse taal bij de constitutioneel vastgelegde ‘zorgplichten’ van de Nederlandse overheid willen laten opschrijven. Zoals de grondwet de bewindslieden ook zorg voor voldoende woongelegenheid, bestaanszekerheid, of spreiding van welvaart, culturele ontplooiing en onderwijs oplegt.
Van Middelkoop en Koekkoek vinden, zonder er al te dramatisch over te doen, dat het Nederlands door de toenemende internationalisering, bijvoorbeeld in Europees verband, steeds meer onder druk komt te staan. Een beetje extra aandacht van de eigen overheid kan daarom allerminst kwaad. De initiatiefnemers hadden ook moeite met de ‘verslonzing’ van het Nederlands en de neiging van veel van hun landgenoten om ‘flodderig’ met hun taal om te springen.
Uit het Kamerdebat is gebleken dat alle fracties de opvatting delen dat de Nederlandse taal belangrijk is en bescherming verdient. Maar ondanks sympathie voor de intenties van de indieners van het initiatiefvoorstel voelden de regeringsfracties PvdA, VVD en D66 er weinig voor de bevordering van onze taal als zorgplicht in de grondwet vast te leggen. NRC Handelsblad (14 april 1997) noemde in een hoofdartikel de manier waarop ze het voorstel hebben afgewezen, teleurstellend. De VVD-woordvoerder stelde dat het Nederlands in de Europese Unie een gegarandeerde status heeft. De woordvoerder van D66 kon er vooralsnog geen dreigende aantasting van het Nederlands bespeuren. De PvdA-spreker dacht dat een nieuw grondwetsartikel op het buitenland weinig indruk zou maken en had het verder over de ‘onomstreden positie’ van het Nederlands in Nederland zelf. De regeringsfracties wezen er op dat, als de Nederlandse taal al wordt bedreigd, er onmiddellijk met regels wordt ingegrepen. Zo zijn er in de onderwijswet-WIIW beschermende regels opgenomen, nadat onderwijs minister Ritzen had geopperd dat de universiteiten meer colleges in het Engels moesten geven.
In verschillende landen van Europa, zoals Finland, België, Portugal en Ierland, is in de constitutie een artikel
| |
| |
over de officiële taal opgenomen.
Voor de Franse grondwet is het Frans ‘de taal van de Republiek’. Artikel twee van de Nederlandse grondwet luidt dat de wet regelt wie Nederlander is. Maar nergens, schrijft NRC-Handelsblad, staat dat voor de Nederlandse burgers het Nederlands de officiële taal is. Toch komt het blad tot het besluit dat de praktische betekenis daarvan beperkt zou zijn. Het getuigt van zelfvertrouwen om de taal als een vanzelfsprekend gegeven van de nationale identiteit te beschouwen. Dat biedt een betere waarborg voor de toekomst van het Nederlands dan de grondwet.
| |
Nederlands in het meertalig Europa
Op 1 en 2 oktober 1997 heeft in Münster het colloquium ‘Niederländisch im mehrsprachigen Europa’ (Nederlands in het meertalig Europa) plaats. Een zwaartepunt van het colloquium vormt het leren van de taal en het interculturele leren in het volwassenenonderwijs. Ook het Nederlands in het middelbaar en voortgezet onderwijs in Duitsland is een onderwerp dat aan bod komt: hoe zijn de contacten met scholen in het Nederlandse taalgebied en bestaat er grensoverschrijdend onderwijs? Men verwacht een boeiende paneldiscussie met Duitse, Nederlandse en Vlaamse journalisten die het zullen hebben over de vraag hoe de buren elkaar in de media zien.
Info: Institut für Niederländische Philologie, Sebastian Fuchs, Alter Steinweg 6/7, 48143 Münster, tel.: 00 49 251 414 2223 (D).
| |
Vertaalprijs
Het Nederlands Genootschap van vertalers zal in september 1997 tijdens het jaarlijkse NGV-feest weer verschillende prijzen uitreiken. Een van die prijzen is de Iuventus, een vertaalprijs voor beginnende vertalers. De prijs dient ter aanmoediging van beginnende vertalers en tolken, en van studenten aan een opleiding op het gebied van niet-literair vertalen, tolken, lexicografie, en vertaalwetenschap. Het gaat dan om het vertalen en tolken vanuit en naar het Nederlands. De prijs bestaat uit een oorkonde en een aanmoedigingspremie.
Een NGV-lid, vertaalbureaus, opleidingsinstituten en lesgevers kunnen nog kandidaten voordragen tot 1 juni 1997. De kandidatuur moet vergezeld gaan van een motivatie en werk ter ondersteuning daarvan.
Info: Nederlands Genootschap van vertalers, mevr. dr. E. Daverman, Prof. Gerbrandyweg 131, 2584 CB Den Haag, fax: 070-355 45 51 (NL).
| |
Hendrik Brugmans
De taalwetenschapper, politicus en ere-rector van het Europacollege in Brugge, Hendrik Brugmans is overleden. Hij is vooral bekend geworden door de inspanningen die hij leverde om de Europese gedachte in het Nederlandse taalgebied te bevorderen. Bovendien vroeg hij in de rest van Europa aandacht voor het Nederlandse taalgebied. Hij ontving daarvoor de eerste Taaluniepenning van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. Brugmans was lid van vele Nederlandse, Vlaamse en Europese verenigingen en ijverde voor de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.
| |
Varia
‘Grap’ over Nederlanders
In een interview dat de Franstalige krant ‘Le Peuple’ begin februari 1997 publiceerde, deed CVP-voorzitter Marc Van Peel, Antwerpenaar, de volgende uitspraak: ‘Vraag een Antwerpenaar met wie hij liever zijn vakantie doorbrengt op een onbewoond eiland, met twee Marokkanen of met twee Nederlanders, en hij verkiest de Marokkanen. Alle Antwerpenaren zullen je zonder twijfel hetzelfde antwoorden. Wij moeten die Nederlanders niet.’ Naar eigen zeggen wou Van Peel met zijn uitspraak de Franstalige Belgen geruststellen door erop te wijzen dat er tussen Vlaanderen en Nederland geen ‘mythische’ binding bestaat. De woordvoerder van Van Peel sprak daarna tegenover het persbureau
cortoon: IAN
| |
| |
ANP van een ‘grap’. Deze ‘grap’ heeft in ieder geval een stroom van verontwaardigde reacties en lezersbrieven in de pers tot gevolg gehad.
| |
Zorginstellingen
De zorginstellingen in Oost-, West- en Zeeuws-Vlaanderen gaan intensief samenwerken de komende drie jaar. Dat gebeurt in het kader van het Euregioproject ‘Grenzeloze zorg; klantgerichte zorg voor ouderen’. Verpleeghuizen, verzorgingshuizen, Thuiszorg en Eurokans gaan intensief kennis uitwisselen. Men gaat samenwerken, omdat er steeds meer gemeenschappelijke kenmerken zijn in de zorgverlening aan beide zijden van de grens. In beide landen wordt er b.v. in de budgetten voor de zorg gesneden waardoor de kwaliteit ervan wordt aangetast. Om die kwaliteit op peil te kunnen houden zal er grensoverschrijdend samengewerkt moeten worden. Een ander gespreksonderwerp is de toenemende vergrijzing van de maatschappij. En een probleem waar in ieder geval al veel aandacht naar uit zal gaan, is de afwijkende regelgeving in Vlaanderen en Nederland. Door kennis uit te wisselen kan die kloof misschien op den duur geslecht worden. Misschien kan er zelfs gezamenlijke regelgeving komen.
| |
Wetenschap en universiteit
Geneeskunde
Vanaf september 1998 zal Vlaanderen een studentenstop invoeren voor de studie geneeskunde. Misschien dat ook de studies fysiotherapie en tandheelkunde dit lot binnenkort beschoren zullen zijn. Het aantal Nederlanders dat jaarlijks in Vlaanderen aan een van deze studies begint, omdat ze in eigen land werden uitgeloot, zal dus wel drastisch afnemen. Deze mogelijke afname is overigens een van de redenen om het komend studiejaar al een toelatingsexamen te organiseren voor geneeskunde en tandheelkunde. Een ander argument voor examens en studentenstop werd geformuleerd op federaal Belgisch niveau: Vlaanderen moet het in de toekomst met minder artsen doen. De universiteiten organiseren in juli de eerste examens, iedereen die slaagt, mag aan de studie van zijn/haar keuze beginnen, ook de Nederlanders zijn welkom. Evenals bij de loting volgend jaar overigens. |
|