Uitzendbureaus
Bij de Nederlandse Melkert-banen verdelen uitzendbureaus de klussen. Die sluizen de Melkert-mensen door naar de bedrijfswereld: ze worden verenigd in afdelingen van gerenommeerde firma's, naar het voorbeeld van De Gast Schoonmaakbedrijven in Amsterdam. Dat bedrijf nam, bijvoorbeeld, veertig langdurig werklozen in dienst als domestic service medewerkers, die van het schoonmaken, strijken en boodschappen doen hun beroep gemaakt hebben voor een uurloon van fl. 15/300 BF. De Dienstenwinkel van De Gast was de eerste grootschalige gebruiker van Melkert-mensen. ‘Dankzij de subsidie van de overheid kunnen we met het zwarte circuit concurreren’, meldt Henk Cornelisse van De Gast in De Standaard. ‘De vraag is hier groter dan het aanbod. Ook de chauffeursdienst kent een groot succes en er is een grote vraag van de kant van winkeliers naar laaggeschoold personeel, dat helpt bij het inpakken, het lappen van de ramen en het opruimen. Toch zijn we weigerachtig tegenover een uitbreiding van het personeelsbestand. Het wordt moeilijk om de gecreëerde banen in te vullen, omdat de eisen voor de meeste jobs voor sommige langdurig werklozen te hoog zijn.’ Het moeilijkste, weten de Melkert-uitzendbureaus, is de administratie. Dat vindt ook Paul Verheij van de NV Werk, die in Amsterdam instaat voor de uitvoering van de Melkert-regeling. Hij concludeert dat zijn bureau met een organisatorisch probleem sukkelt, omdat het nog altijd niet met één druk op het computertoetsenbord weet uit te vissen wie er al dan niet beschikbaar is. Toch krijgt het Amsterdamse voorbeeld navolging: inmiddels is, o.m., ook in Rotterdam een Klussenservice op dezelfde leest geschoeid, zeventien andere, middelgrote gemeenten hebben een Melkert-uitkering van de overheid toegezegd gekregen. Vlissingen, Venlo, Sittard, Roermond, Kerkrade, Geleen, Landgraaf en Brunssum zijn enkele van die gemeenten.
Maar niet iedereen blijkt even enthousiast over de Melkertmedewerkers. In de gezondheidszorg zijn ze in Nederland, bijvoorbeeld, niet meer gewenst. Voorzitter Krol van de Nederlandse Zorgfederatie (NZF) in de Volkskrant: ‘De laaggeschoolde Melkert-werknemers zijn te weinig productief. We kunnen het geld beter aanwenden om reguliere banen te scheppen.’ Ook de Algemene Rekenkamer, die de begroting van de Nederlandse regering controleert, spuide kritiek. ‘De uitvoering van de subsidieregeling voor twintigduizend Melkertbanen is oncontroleerbaar’, vindt ze. ‘Dat maakt de kans op misbruiken enorm groot. En het gaat, alleen al voor 1995, tenslotte om zestig miljoen gulden.’ En de doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt blijft miniem, berekent de Volkskrant na een rondgang bij werknemers in de zorgsector en de gemeenten Den Haag en Rotterdam. ‘Pakweg één op tien Melkert-medewerkers kunnen doorstromen naar een échte, niet gesubsidieerde baan’, meent M. Andriesen van de Haagse Sociale Dienst. ‘Het gros van de mensen blijft hangen’, bevestigt P. Laman van het Gemeentelijke Projectbureau Werk in Rotterdam.
De uitzendbureau-formule naar België overplanten, is niet makkelijk. De beroepsvereniging van de uitzendsector (UPEDI) zou wel met de gedachte spelen. Maar ze weigert, naar verluidt, de voornemens ook in daden om te zetten zolang de overheid het werkterrein van de klussers tot vooral de gezinnen beperkt. Met name de Vlaamse minister voor Leefmilieu en Tewerkstelling Theo Kelchtermans (CVP) voelt wel iets voor zo'n uitbreiding. Dat blijkt uit zijn oproep in de Nieuwsbrief van het Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming van de Katholieke Universiteit in Leuven (KUL). In zijn bijdrage pleit Kelchtermans ervoor, de PWA's uit te bouwen tot volwaardige dienstencentra. ‘Ze moeten omgevormd worden tot werkgevers’, meent hij, ‘die werknemers uitzenden om opdrachten uit te voeren.’ Bovendien dringt de minister aan op een beter sociaal statuut voor de klussende werklozen -in de vorm van een volwaardig(er) arbeidscontract-, een degelijke opleiding en betere begeleiding.