| |
| |
| |
Traditie
Wie zoet is krijgt lekkers
Sinterklaas in Nederland en België
Albert van der Zeijden
Sinterklaas is nergens zo populair als in Nederland. Steeds vroeger verschijnt aan de horizon van de Noordzeekust de bekende stoomboot uit Spanje. Soms is hij er al vóór Sint-Maarten (11 november), wat hier en daar bij de kinderen voor verwarring zorgt. In België heeft het feest een ander karakter, meer ingehouden. Hoe zijn deze verschillen te verklaren?
| |
Weldoener
Op een beroemd schilderij van Jan Steen is te zien dat al in de zeventiende-eeuwse Nederlandse Republiek Sinterklaas als geschenkenfeest gevierd werd. Dit schilderij, ten onrechte vaak ‘Sinterklaasavond’ genoemd, portretteert in werkelijkheid de ochtend ná Sinterklaas. De Sint heeft de cadeautjes in het geniep klaargezet om pas de volgende ochtend door de kinderen ontdekt te worden. Dat niet iedereen braaf is geweest, blijkt uit het huilende jongetje links op het schilderij. In zijn schoen heeft de Sint een roe achtergelaten.
Sint-Nicolaas was al in de middeleeuwen een populaire heilige. Over hem deden diverse legendes de ronde. In één van die legendes hielp hij bijvoorbeeld drie mooie dochters van een arme edelman aan een rijke bruidsschat zodat ze toch nog goed konden trouwen. Toen al stond de Sint dus bekend als een weldoener.
Over de historische Nicolaas is niet veel bekend. Hij schijnt rond het jaar 300 bisschop te zijn geweest van Myra, in het huidige Zuid-Turkije. Maar zelfs dat is niet zeker. De vroegste legendes rondom Sint-Nicolaas dateren bijvoorbeeld pas van twee eeuwen later. Maar toen ging het ook snel. In de negende eeuw was hij uitgegroeid tot één van de populairste beschermheiligen in Europa. Hij werd bijvoorbeeld de beschermheilige van de zeelieden. Dat is de reden dat veel Europese havenplaatsen beschikken over een Sint-Nicolaaskerk. Zo ook bijvoorbeeld Amsterdam.
| |
Claescoeck en marsepein
Voor ons verhaal is van belang dat Sint-Nicolaas ook als een kindervriend bekend stond. Verschillende vrome legendes sloten hierbij aan. Zo zou Sint-Nicolaas ooit drie schoolkinderen hebben gered die slachtoffer waren van een brute overval. Dit gebeurde allemaal in een herberg. De herbergier, die dacht dat hij met rijke kinderen van doen had, hakte de jongens in kleine stukjes om ze vervolgens in een vat in te pekelen. Gelukkig was daar Sint-Nicolaas die de kinderen weer tot leven wekte.
De legendes over Nicolaas als kindervriend verklaren hoe het feest kon uitgroeien tot een feest speciaal voor kinderen. Al in de veertiende eeuw horen we dat bijvoorbeeld in Utrecht en Dordrecht
Sinterklaasochtend, geschilderd door Jan Steen. Let op de huilende jongen die een roe in zijn schoen kreeg. Foto: Rijksmuseum, Amsterdam
| |
| |
Intocht van Sinterklaas in Utrecht in een traditionele stoomboot Foto: Ineke Strouken
speciale snoepuitdelingen werden georganiseerd. In oude stedelijke verordeningen lezen we over ‘claescoecken’ en ‘soetsmakende marssepeynen’. Daarvan moest je, zo werd gezegd, niet te veel eten, anders werd je misselijk!
Al dat snoepgoed was te koop op speciale ‘Nicolaesmarkten’. Uit zestiende-eeuwse bronnen weten we dat bijvoorbeeld in Amsterdam behalve claescoecken en marsepijn ook amandelbroodjes en honingkoeken en zelfs poppen te koop waren. De inkopen werden gedaan op sinterklaasavond, 5 december. Nog diezelfde avond mochten de kinderen hun schoen zetten, om daar de volgende ochtend allerlei cadeautjes in te vinden.
| |
Familiefeest
Dat de Amsterdamse kinderen hun schoen mochten zetten was een nieuwigheid die in andere landen niet voorkwam. In de jonge Nederlandse Republiek ontwikkelde Sint-Nicolaas zich tot een geschenkenfeest dat in intieme huiselijke familiesfeer gevierd werd en dus niet langer in de kerk of in een religieuze processie. Dat de Nederlandse protestantse Republiek in deze ontwikkeling voorop liep is op het eerste gezicht vreemd. Sint-Nicolaas is toch een katholieke heilige?
Het is dan ook in een speciale vorm dat het feest hier zo populair kon worden. De gereformeerde kerk zorgde ervoor dat het feest werd ontdaan van zijn aanstootgevende katholieke en sacramentele betekenis. Paepse superstitiën als de verering van heiligen moesten met wortel en tak worden uitgeroeid. Religieuze processies, bijvoorbeeld ter ere van Sint-Nicolaas, waren voortaan uit den boze. De overheid probeerde zelfs de aloude nicolaasmarkten te verbieden. In een Utrechtse ordonnantie uit 1623 lezen we bijvoorbeeld dat ‘De Vroedschap deeser Stad interdiceert en verbied by desen wel scherpelyk op Nicolaasavond met eenige koek, poppenwerk, ooft of diergelyke waren ende koopmanschappen, 't zy in kramen, of met tafelen voor te staan op eenige markten, bruggen of andere publicque plaatsen binnen dese stad.’
Sinterklaas mocht alleen nog gevierd worden binnen de ruimtes van het eigen woonhuis, in intieme familiekring. Die intieme familiesfeer was in die tijd overigens nauw verweven met de Nederlandse Republiek. Het verklaart waarom het feest juist in deze vorm hier zo kon aanslaan. In het familie- en gezinsleven veranderde in die tijd van alles en de Hollandse koopmansrepubliek liep in die ontwikkeling voorop. Het was lange tijd gebruikelijk dat opa en oma, ooms en tantes, vaders, moeders en kinderen op één plek samenwoonden, op een grote boerderij bijvoorbeeld. In de zeventiende eeuw ontstond het moderne gezinstype zoals wij dat nog steeds kennen: vader, moeder en kinderen en verder niemand.
Een geschenkenfeest als Sinterklaas kwam deze moderne ouders goed van pas. Ze konden het gebruiken als instrument voor de opvoeding van hun kinderen: gewenst gedrag werd beloond met cadeautjes. Stoute kinderen kregen de roe, we zagen het al bij Jan Steen.
| |
De Zuidelijke Nederlanden
In de katholiek gebleven Zuidelijke Nederlanden, ruwweg het huidige België, waren al deze aanpassingen niet nodig. Hier kon het feest zijn katholieke karakter bewaren. Tot in onze tijd toe. In zijn veelgelezen roman Prutske geeft Stijn Streuvels een uitvoerige beschrijving van een Vlaams sinterklaasfeest ergens rond 1900. Hij beschrijft de opwinding van het jonge meisje Prutske. ‘Prutske houdt de adem in, meent alle slag zonderlinge en geheimzinnige geruchten te
| |
| |
horen van: ruiters op 't dak, wagens door 't hof...’ Ook in België kwam Sinterklaas met kleine geschenken. Maar tegelijk was de Sint een katholieke heilige gebleven op een manier die in Nederland onmogelijk was geworden. Streuvels schrijft dat Prutske voor de ‘Heilige’ een ‘bijzondere godsvrucht en verering’ voelde. Op sinterklaasavond werden de oude vrome legendes over Sint-Nicolaas opgehaald, bijvoorbeeld over de wrede herbergier die drie arme kinderen in stukjes had gehakt en die vervolgens wonderbaarlijk door de Sint waren gered. In België was de Sint nog steeds een katholieke heilige die wonderen kon doen!
Stijn Streuvels heeft in meer verhalen het Vlaamse sint-nicolaasfeest beschreven. ‘Grootmoederken’ is bijvoorbeeld het ontroerende verhaal over een straatarme weduwvrouw die geen geld heeft om cadeautjes te kopen voor haar kinderen. De winkels lagen vol met ‘speelgerief en suikerdingen die in 't schitterklare lamplicht achter het toogvenster lagen uitgestald’. Maar kopen kon ze al dat lekkers niet. Ontgoochelt barst de arme vrouw in snikken uit. Ze mag haar kinderen toch niet teleurstellen op deze blijde dag?
| |
Commercie
Bij Streuvels zien we al het begin van de vermaledijde commercialisering van het kinderfeest. Hij beschrijft immers de rijk opgetuigde sinterklaasetalages. Deze ontwikkeling zien we ook in Nederland. De negentiende-eeuwse kranten staan er rond Sinterklaas bol van de advertenties, advertenties die steeds vroeger verschijnen soms al begin november. Sinterklaas werd een snel expanderende bedrijfstak. Daarbij werd niet alleen aan de kinderen gedacht. In 1899 adverteerde de bekende Utrechtse Winkel van Sinkel in de plaatselijke krant met de volgende tekst: ‘Voor Sint-Nicolaas zeer uitgebreide keuze in FANTASIE-MEUBELEN, als: Kleine Meubelen, Fauteuils, Dames Stoeltjes, Heeren Stoelen, enzovoorts’. De kinderen lijken hier volledig uit het zicht.
Des te schrijnender was dat de arme kinderen aan het kortste eind dreigden te trekken. Dit was de achtergrond van een ingezonden brief in het Utrechtsch en Provinciaal Stedelijk Dagblad van 28 november 1865 die als volgt begon: ‘Ieder heeft zeker wel eens met een gevoel van medelijden, dat tal van arme kinderen aanschouwd, dat op St. Nikolaasavond zich voor onze winkels verdringt, om die lekkernijen te aanschouwen, die alleen voor rijke kinderen bestemd zijn.’ Het is hetzelfde gevoel van onrecht dat we ook bij Streuvels aantroffen. De ingezonden brievenschrijver stelde voor een speciale commissie in te stellen die geld zou inzamelen om sinterklaasversnaperingen te kunnen uitdelen aan arme kinderen. Vele gegoede burgers zegden hun steun toe. Dat eerste jaar werd al f 1400 opgehaald onder de bezielende leiding van schoolopziener Van Houtema. De arme kinderen werden niet vergeten! Het initiatief werd in vele steden in Nederland en België nagevolgd.
| |
Nut van 't Algemeen
In de vorige eeuw werd Sinterklaas overigens nog steeds gebruikt voor opvoedkundige doeleinden. De gegoede burgerij zag namelijk een nuttige functie voor de Sint: ze konden hem gebruiken om het arbeidersvolk beschaving bij te brengen. De verlichte burgers verzetten zich tegen het liederlijke gedrag van het arbeidersvolk zoals dat bijvoorbeeld op de kermissen naar buiten kwam. Dergelijke kermissen probeerden ze dan ook te verbieden. Er was echter ook behoefte aan iets positiefs en daar was Sinterklaas heel geschikt
Sint-Nicolaas als reus in een optocht te Sint-Niklaas Foto: Ineke Strouken
| |
| |
voor. Dit beschaafde familiefeest zou gebruikt kunnen worden om de arbeiders te ‘beschaven’. Vandaar dat de moraal van goed en kwaad er altijd dik bovenop gelegd werd. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Erg stoute kinderen liepen zelfs het risico meegenomen te worden naar Spanje, in de zak van Zwarte Piet.
De gegoede burgers ondernamen heel concrete activiteiten. In veel gemeenten organiseerden ze sinterklaasbijeenkomsten. Dit gebeurde door instellingen als de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Ook de (grote) bedrijven deden hier aan mee, ik heb het zelf nog meegemaakt bij het bedrijf van mijn vader in de jaren zestig. Met behulp van het sinterklaasfeest werd de arbeiderskinderen normen en waarden bijgebracht die te maken hadden met het onderscheid tussen mijn en dijn maar ook met gehoorzaamheid aan hen die boven je gesteld zijn.
| |
Schenkman
Daarmee is nog niet de huidige vorm van het Nederlandse sinterklaasfeest verklaard. Tot vér in de negentiende eeuw is er namelijk geen sprake van een persoonlijk optreden van de goedheiligman en ook niet van spectaculaire intochten. In België wordt het feest overigens nog steeds op ongeveer dezelfde wijze gevierd: zónder Sinterklaas, zónder spectaculaire intochten en niet op sinterklaasavond maar op de ochtend erna. De Belgen hebben de oude Nederlandse traditie van sinterklaasvieren overgenomen en die beter in stand gehouden dan de Nederlanders zelf. In Nederland
Oude prent van Sint-Nicolaas en Zwarte Piet op de daken Foto: Ineke Strouken
zou, vooral dankzij de activiteiten van 't Nut, het sinterklaasfeest een ander aanzien krijgen. Een prominent lid van de Amsterdamse afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zou daaraan een niet geringe bijdrage leveren: de Amsterdamse hoofdonderwijzer Jan Schenkman (1806-1863).
Deze Jan Schenkman publiceerde in 1851 zijn beroemde prentenboek Sint Nikolaas en zijn knecht. Schenkman was hoofdonderwijzer in een schooltje in de Amsterdamse Jordaan en vader van elf kinderen. Het boekje bevatte zestien verzen met evenzovele kleurenlitho's. Op de prenten zag je Sinterklaas in levende lijve optreden: hoe hij aankwam met de stoomboot uit Spanje, hoe hij de cadeautjes in de schoorsteen deponeerde en hoe hij de stoute kinderen strafte. Dit verhaal werd werkelijkheid toen steeds meer mensen het gingen naspelen. Mijters en kleding werden nagemaakt en er werden heuse intochten georganiseerd. In Amsterdam werd Sinterklaas voor het eerst officieel ingehaald in 1934, een gebruik dat tegenwoordig in vrijwel elke Nederlandse gemeente elk jaar weer wordt nagevolgd.
Bij Schenkman zien wij ook, en hij is daarin één van de eersten, een opmerkelijke bijfiguur optreden. Een knecht die de Sint met allerlei praktische dingen helpt. Deze gaat gekleed in een pageachtig kostuum en hij heeft een zwart gezicht. We herkennen hier de latere Zwarte Piet. Waar die jonge knecht nu precies vandaan komt, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Voor de in persoon optredende Sinterklaas was het natuurlijk wel zo praktisch om over een hulpje te beschikken.
| |
Kentering
Geleidelijk aan begint men ook in België het feest steeds vaker op de ‘Nederlandse’ manier te vieren. De invloed van de Nederlandse televisie én die van de commercie zal hier debet aan zijn. Ook in België wordt de Sint steeds vaker officieel ingehaald en is hij tegenwoordig regelmatig op straat te zien. Uit eigen waarneming weet ik dat in bijvoorbeeld Antwerpen de Sint een alledaagse verschijning is geworden, al dan niet klanten
| |
| |
wervend voor het grootwinkelbedrijf. Bijzonder voor België zijn nog de zogenaamde reuzenoptochten, waarin kolossale poppen worden rondgedragen. Vooral in Brussel en omstreken is het gebruik zeer populair. In Sint-Niklaas ‘loopt’ vanzelfsprekend ook Sint-Nicolaas in de optocht mee.
Op het ogenblik wordt veel geklaagd over de commercialisering van het sinterklaasfeest. De Sint komt steeds vroeger in het land, vorig jaar was de officiële landelijke intocht in Nederland zelfs georganiseerd op 11 november. De liturgische kalender wordt op die manier hopeloos in de war gegooid. Op plaatsen waar Sint-Maarten nog uitbundig gevierd wordt, werd er geklaagd dat de kinderen 's-ochtends Sinterklaas binnen moesten halen en 's avonds met Sint-Maarten langs de deur gingen. Dit alles alleen uit commerciële overwegingen. De periode van de sinterklaasinkopen moet zo lang mogelijk opgerekt worden.
Daar komt nog bij dat Sinterklaas inmiddels concurrentie heeft gekregen van een andere geschenkenman: de uit Amerika afkomstige Santa Claus oftewel de kerstman. De kerstman heeft het grote voordeel dat het niet speciaal een kinderfeest is. En ook de kerstman komt steeds vroeger. Soms zijn de etalages al vóór 5 december in kerstsfeer opgetuigd. In 1989 overtroffen voor het eerst de cijfers van de kerstinkopen die van Sinterklaas. Is Sinterklaas gedoemd te verdwijnen?
Maar met de opmars van de kerstman groeide ook het verzet. Zowel in Nederland als in België werden stichtingen opgericht die ijveren voor het behoud van het traditionele kinderfeest. In Nederland het Nationaal Sint-Nicolaascomité en in België het Sint Nicolaas Genootschap.
De sinterklaascomités ontplooien diverse activiteiten. Mede op hun aandringen zijn er al in enkele gemeenten verordeningen afgekondigd die een te vroege komst van de kerstman onmogelijk moet maken. In Assen is al eens zo'n vroege kerstman door de politie opgepakt en zonder pardon buiten de stadsgrenzen gezet. Een andere activiteit van het Nederlandse comité is het organiseren van etalagewedstrijden, met prijzen voor de mooiste sinterklaasetalage. Jaarlijks wordt ook de Zilveren Pepernoot uitgereikt voor initiatieven die het sinterklaasvieren bevorderen.
| |
Collega's of concurrenten?
Het winkelbedrijf is overigens best genegen om tegemoet te komen aan sommige van de verlangens van de actiegroepen. Ook zij zijn gebaat bij
Cartoon over Sinterklaas Foto: Ineke Strouken
een duidelijke taakafbakening tussen de Sint en de kerstman. Volgens hen is er best ruimte voor twee geschenkenfeesten in de maand december.
Maar of Sinterklaas zal overleven ligt niet in de eerste plaats aan het grootwinkelbedrijf. Sinterklaas is - zeker in Nederland - een feest met een lange traditie. In de loop der eeuwen wist de Sint zich steeds aan te passen aan de veranderende tijdgeest. Aanvankelijk was de Sint niet eens aanwezig op zijn eigen feestdag. Logisch ook, want wat wij vieren is niet zozeer zijn verjaardag, zoals veel mensen nog steeds menen, maar zijn sterfdag. Dat is nu eenmaal gebruikelijk bij katholieke heiligen.
Pas in de vorige eeuw zien we Sint-Nicolaas in levende lijve optreden. Dan pas verschijnt ook een jonge helper aan zijn zijde: Zwarte Piet. Hoe Sinterklaas er in de toekomst uit zal zien, is niet met zekerheid te zeggen. Maar dat hij zich zonder slag of stoot aan de kerstman zal overgeven ligt niet in de lijn der verwachtingen.
Albert van der Zeijden is consulent volkscultuur bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Lucasbolwerk 11, 3512 EH Utrecht |
|