Politiek & Mentaliteit
Het Culturele Verdrag Nederland-Vlaanderen. Hoe nu verder?
Discussiebijeenkomst Nederlandse en Vlaamse parlementsleden
Sinds 15 januari 1995 bestaat het Nederlands-Vlaamse culturele verdrag. Het verdrag regelt de samenwerking tussen beide landen op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn. Dit verdrag vervangt min of meer het culturele verdrag van Nederland en België dat dateert uit 1946. In het Vlaamse parlement is een uitgebreide discussie gevoerd over het Verdrag, en inmiddels is het verdrag goedgekeurd. In Nederland is de commissiebehandeling van het verdrag achter de rug, met de plenaire behandeling werd gewacht op de uitkomst van deze discussiebijeenkomst. Hoe nu verder, vroeg het ANV zich af en organiseerde daarom deze bijeenkomst om te praten over de concrete invulling van het verdrag. Want laten we wel wezen, op een symboolverdrag zit niemand te wachten.
Op 14 oktober jl. werd in de Oude Zaal van de Tweede Kamer te Den Haag deze discussiebijeenkomst gehouden tussen Nederlandse en Vlaamse parlementsleden van de commissies die rechtstreeks bij het Verdrag betrokken zijn. De opkomst was groot, en de lof aan het ANV veelvuldig. Centrale vraagstelling was hoe aan het verdrag zo'n concreet mogelijke invulling gegeven kan worden.
Opvallend veel leden van de IPC (Interparlementaire Commissie van de Taalunie) waren aanwezig. Tijdens de IPC-vergadering van 24 april 1994 werd door de leden Beinema, Niessen, Van Boven en Nuis een motie ingediend waarin stond dat de bevordering van de Nederlandse taal en cultuur niet gediend was met aparte verdragen. Het culturele verdrag zou verbonden moeten worden aan het Taalunieverdrag. Dit is niet gebeurd, maar was nu wederom onderwerp van discussie. Te Veldhuis, voorzitter van de IPC, die de bijeenkomst als de eerste werkvergadering van
Sari van Heemskerck-Pillis Duvekot
de IPC beschouwde, stelde dat in de plenaire behandeling van het verdrag in de Tweede Kamer, de motie-Beinema nog steeds overeind staat.
Terecht merkte de heer Suykerbuyk, ondervoorzitter van het Vlaamse parlement en IPC-lid, op dat er niet te veel energie gestoken moet worden in integratie van verdragen, maar dat de aandacht gericht moest worden op wat overheden en particuliere instellingen op deze terreinen zouden kunnen doen. Het thema was immers ook de concrete invulling van het verdrag.
Maar oh, hoe moeilijk is het om parlementsleden concreet te krijgen. Het concreetste voorstel