Satellietzender gericht op Europa
Een gemiste kans
Ken je het verhaal van de man die naar Parijs ging? Wel, hij ging niet! Dit flauwe grapje dekt de lading van het verhaal over de Nederlands-Vlaamse satellietzender. De parallellie is onmiskenbaar: eerst worden er grote verwachtingen gewekt, en wat later blijkt het feest niet door te gaan. Wat is er misgelopen, en hoe? Een reconstructie.
Begin oktober 1995 kreeg de werkgroep De Nederlanden in de Wereld van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) en het Algemeen-Nederlands Congres (ANC) lucht van een televisieproject van Radio Nederland Wereldomroep (RNWO). Die onderzocht de haalbaarheid van een televisiekanaal dat via satelliet vrijwel geheel Europa zou bestrijken. Doelgroepen van dit project, dat Beste Van Nederland-Televisie (BVN-TV) werd gedoopt, zijn de Nederlandse vakantiegangers, overwinteraars in het warme zuiden, tijdelijk in het buitenland werkenden en emigranten. De in het buitenland verblijvende Nederlanders kunnen met hun schotelantenne alleen de Nederlandse commerciële zenders op de buis krijgen. Er is nood aan culturele en informatieve programma's die beantwoorden aan criteria als objectiviteit, kwaliteit, diepgang, nuancering, kortom, de criteria van de openbare omroepen. De satellietzender zou een RNWO-programma, het NOS-journaal en een selectie van de beste programma's van de drie NOS-netten uitzenden. Daartoe bracht de RNWO onderhandelingen op gang met de NOS.
Toeval of niet, de NOS bleek zelf al plannen te koesteren voor een satelliet(- en kabel)net, maar dan gericht op Nederland, om er herhalingen van de interessantste programma's van haar drie netten op uit te zenden. Voor de NOS zou een dergelijke zender een belangrijk wapen zijn in de moordende concurrentiestrijd tegen de commerciële omroepen.