De Vlaamse regiotelevisie
Het kabeldecreet van 1987 legde in Vlaanderen de wettelijke basis voor regionale televisie. De plannen lagen er dus, maar er was nog geen geld beschikbaar voor deze vorm van televisie. Toen ook de mogelijkheid ontstond om over te gaan tot het uitzenden van reclame en het werven van sponsors, konden de eerste zenders de lucht in gaan. De Vlaamse regering creëerde elf zendgebieden waar regionale omroepen hun thuisbasis vonden. Er zijn nu tien regionale omroepen erkend en operationeel (de zendgebieden Kempen en Mechelen zijn samengevoegd tot een omroep). De zenders moeten aan een aantal wettelijke bepalingen voldoen om erkenning van de overheid te krijgen. Zo moet de omroep een vereniging zijn met een soepele organisatiestructuur, een vereniging zonder winstoogmerk, die zich richt tot een gemeenschap in een regionaal zendgebied. De vereniging moet onafhankelijk zijn van de politiek of van een organisatie met een commercieel doel. De algemene vergadering wordt dan ook samengesteld in overeenstemming met de sterkste politiek-ideologische strekkingen in de regio.
Ook voor de inhoud van de programma's werden er richtlijnen opgesteld. Men moet informatie, animatie, vorming en ontspanning brengen. Dat zal de communicatie onder de bevolking bevorderen en een bijdrage leveren aan de algemene sociale en culturele ontwikkeling van de regio. Van de uitgezonden programma's moet tenminste 50% betrekking hebben op het regionaal zendgebied, net zoals in Nederland dus.
De programma's worden voor 19.30 uur uitgezonden. De herhalingen, die door de kijker en de adverteerder zeer gewaardeerd worden, mogen na dat uur nog wel uitgezonden worden.
De regionale programma's moeten via het kabeldistributienet uitgezonden worden, dat mag niet via de ether. In het kabeldecreet werd overigens vastgelegd dat de kabelverdelers verplicht zijn om kosteloos de regionale televisieprogramma's uit te zenden. De regionale omroepen konden hierdoor met een minimum aan kosten een plaatsje veroveren op de kabel.
Hoe de regionale televisie in Vlaanderen zich in de toekomst verder zal gaan ontwikkelen, is vooralsnog onzeker. In het regeerakkoord van juni 1995 wordt er nauwelijks over gerept. Er wordt slechts aangekondigd dat ‘het decreet op de regionale TV moet worden geëvalueerd, ook in functie van de nieuwe ontwikkelingen in het medialandschap.’