Boeken
Amokmaker op blote kakkies...
De Stille kracht van taal: over de wederzijdse beïnvloeding van het Nederlandse en het Indonesisch is de titel van een vorig jaar bij uitgeverij Contact verschenen boekje van Derk-Jan Eppink. Hij is journalist bij de Vlaamse krant De Standaard en kreeg aan het begin van 1995, tezamen met Geert van Istendael, de eerste ANV-mediaprijs. ‘De beïnvloeding was een tweerichtingsverkeer,’ schrijft Eppink, ‘al nam het Indonesisch veel meer Nederlandse woorden op dan omgekeerd. Tegenover het brede spoor naar Indonesië stond een smal spoor naar Europa.’ (pag. 8)
In een eerste hoofdstuk schetst de auteur summier de geschiedenis van de twee talen. Het verhaal illustreert onder andere hoe een taalpolitiek anders kan uitpakken dan bedoeld. Bij de onafhankelijkheid van Indonesië (17 augustus 1945) werd het Maleis de eenheidstaal van de nieuwe natie. Ze kreeg de naam Bahasa Indonesia: de Indonesische taal. Nederland begon pas aan het eind van de vorige eeuw de verspreiding van het Nederlands in het eilandenrijk te bevorderen, onder druk enerzijds van het ethisch kolonialisme en anderzijds van het ANV dat het culturele erfgoed onvoldoende verspreid zag. In de periode daarvoor gebruikte men het Maleis en het Portugees. ‘Handel staat bij de Hollandse koopman immers hoger in het vaandel dan culturele doeleinden. De taal staat ten dienste van de handel en niet omgekeerd.’ (pag. 16)
Er was nog een andere reden voor het bevorderen van het Nederlands. Het ging Nederland op de archipel behoorlijk voor de wind. Het bestuursgezag moest versterkt worden, wat betekende méér ambtenaren en meer onderwijs in de ambtelijke diensttaal: het Nederlands. Toch bleef het taalonderwijs beperkt tot de behoeften van de koloniale overheid. Een ‘inheems witteboordenproletariaat’ kon immers naar opstand en rebellie leiden. Het Nederlands was dus én ambtelijke voertaal én prestigetaal van de inheemse elite. De Partai Nasional Indonesia van Soekarno wees het Maleis als toekomstige eenheidstaal aan. Door het verspreiden van het Maleis via de scholen hielp Nederland mee aan het smeden van de nationale eenheid... Maar tijdens de koloniale periode bestonden Nederlands en Maleis vreedzaam naast elkaar. Eppink heeft het over een taalkundige vorm van ‘living apart together’ maar wel met openstaande deuren. Een andere paradoxale aangelegenheid was dat de radicale afschaffing van het Nederlands als gevolg had dat juist de taalbeïnvloeding vanuit het Nederlands naar het Bahasa Indonesia groot was.
In de andere hoofdstukken van het boekje geeft Eppink talloze voorbeelden van de wederzijdse beïnvloeding. Hij heeft de woorden samengebracht rond een aantal thema's - bijvoorbeeld eten en drinken, geld en zaken, politiek en bestuur enzovoort - en er een vlotte tekst mee opgebouwd. Desondanks wordt het op den duur een beetje een saaie opsomming.
Enkele voorbeelden van Maleise woorden in het Nederlands, waarvan je bij gebruik doorgaans niet door hebt dat ze van het eilandenrijk overgewaaid kwamen. Piekeren en bakkeleien, soebatten, soesa, kras, maar ook de amokmaker op blote kakkies en de orang-oetan. En als Bolkestein ooit PvdA-minister Jan Pronk toevoegde: ‘Meneer Pronk, u bent kasar’ dan heeft hij ook dat laatste woord uit Indonesië.
De Nederlandse woorden in het Maleis zijn talrijker. Indonesiërs houden niet van romol (rommel) en zeker niet van rotsoi. Hotperdom is de Maleise versie van de Nederlandse gvd-krachtterm. Een kaus is een schoen en een kaus kaki is echter een sok. De hopdaktur (hoofdredacteur) kan een haatzaai-artikel schrijven tot ergernis van de birokrasi die de subsidi weigert. En dan