Hoogtepunten
Van de drie te onderscheiden facetten van het Schwerpunktthema noemen we als eerste de tentoonstelling over taal en cultuur van beide gebieden met als motto: ‘Vlaanderen en Nederland open naar de wereld.’ Ter inleiding werd de bezoeker een kort en helder overzicht geboden van de geschiedenis van het Nederlands en van de gebieden waar onze taal gesproken wordt. Met panelen in de vorm van een boogbrug en dijken die niet zonder symbolische betekenis zijn, lag in de expositie het accent op de tolerantie en het pragmatisme zoals deze zich vooral in de 16e en 17e eeuw manifesteerden in de Nederlanden. Bekende aspecten hiervan zijn de gastvrije opvang van grote groepen vervolgden, waaronder vele geleerden, en het ontbreken van censuur. Dat laatste bood een aantal van die gevluchte intellectuelen de kans hun werk gepubliceerd te krijgen. Hiervan werden op de tentoonstelling duidelijke voorbeelden gegeven met korte verklarende teksten in het Engels en Duits. Hiermee samenhangend werd de geschiedenis belicht van onze uitgeverijen en boekdrukkunst waarin de cartografie zo'n belangrijke rol heeft gespeeld. Aandacht kregen Plantijn en Mercator in Vlaanderen en Blaeu en Elsevier in Nederland.
De talrijke culturele manifestaties vormden het tweede facet van de Messe. Er vonden (en vinden nog steeds) vele symposia, concerten, ballet- en theatervoorstellingen, vertoningen van Nederlandstalige films, lezingen van Vlaamse en Nederlandse auteurs en exposities van beeldende kunst plaats. Tot in december kunnen Duitsers, Zwitsers en Oostenrijkers kennis maken met onze culturele rijkdom in Frankfurt, maar ook daarbuiten zoals in Keulen, Duisburg, Stuttgart, München, Leipzig, Wenen en Zürich.
Tenslotte het derde facet van het Schwerpunkt: de Vlaamse en Nederlandse literatuur en in het bijzonder de makers ervan. Vele oudere en veelbelovende jongere auteurs waren op de Messe aanwezig. De meesten hebben zich voor radio en tv en tijdens symposia uitstekende culturele ambasadeurs getoond. De opmars van de Nederlandse literatuur in Duitsland was al eerder begonnen (met Claus, Nooteboom, De Moor, Mulisch en Palmen), maar het Schwerpunkt is stellig een extra stimulans geweest voor het wekken van belangstelling voor onze literaire produkten bij bijvoorbeeld Franse, Italiaanse en Amerikaanse uitgevers.