Overdracht
Intussen was in de herfst van 1969 een keuze uit de stichtingscollectie met veel succes tentoongesteld geweest in het Drents Museum in Assen. Toen dit museum in 1974 de beschikking kreeg over het leeggekomen provinciehuis aan de Brink in Assen - het gebouw was te klein geworden voor het proviniciale ambtelijke apparaat en daarom was een nieuw provinciehuis aan de rand van Assen gebouwd - werd de beschikbare expositieruimte enorm vergroot. De reeds aanwezige archeologische en historische collecties - op zich toch zeker niet gering van omvang - vulden het nieuwe museumgebouw niet geheel en men was in Assen bovendien van mening dat een afdeling met kunst van buiten de eigen regio de aantrekkingskracht op het publiek zeker zou vergroten. De banden met de stichting werden weer aangehaald, hetgeen leidde tot de afspraak de collectie in Assen onder te brengen.
Nadat het gebouw grondig was opgeknapt en aangepast, kon in 1977 de eerste opstelling van ‘kunst rond 1900’ worden gepresenteerd. In 1983, nadat de herinrichting van het museum grotendeels was voltooid, werd de hele collectie tenslotte in beheer aan de provincie Drenthe overgedragen. Dit werd bezegeld met een grote tentoonstelling, begeleid door het boekje Kunst rond 1900, waarin een overzicht is gegeven van de collectie, zoals die er toen uitzag.
Daarna hebben het Drents Museum en de Stichting Schone Kunsten rond 1900 niet stil gezeten. Behalve presentaties van (delen van) de collectie zijn er de afgelopen jaren diverse tentoonstellingen geweest over afzonderlijke ‘stichtings’-kunstenaars. Bij de meeste van deze tentoonstellingen heeft het museum uitvoerige en rijk geïllustreerde catalogusboeken uitgegeven, waarin het oeuvre van de desbetreffende kunstenaar voor het eerst op basis van grondig kunsthistorisch onderzoek is beschreven. Het eerste boek uit deze serie was gewijd aan Chris Lebeau (1878-1945), een van de meest veelzijdige kunstenaars in de stichtingscollectie, van wiens werk in het Drents Museum een vrijwel compleet overzicht te vinden is. Zijn oeuvre omvat niet alleen ‘vrije’ schilder-, teken- en prentkunst, maar ook wandschilderingen, glas-in-loodramen, batikwerk, affiches, textiel, postzegels, typografie, glaswerk en toneeldecors. De tentoonstelling, die velen uiterst positief verraste, was enige tijd later ook in Haarlem te zien.
Na Lebeau volgden ondermeer de meubel- en interieurontwerper Jac. van den Bosch (1868-1948), de ontwerper van o.a. glas en ceramiek Cornelis de Lorm (1875-1942), de schilder en lithograaf Simon Moulijn (1866-1948), de schilder en tekenaar Willem van Konijnenburg (1868-1943) en de beeldhouwer Lambertus Zijl (1866-1947). Bijna al deze tentoonstellingen waren behalve in Assen ook in musea elders te zien.
Dirk Nijland, zelfportret ca 1908
Dit jaar vond alweer het tiende project uit de serie plaats, gewijd aan de schilder, tekenaar en graficus Dirk Nijland (1881-1955). In de nabije toekomst komen o.a. nog de schilder Willem Bastiaan Tholen (1860-1931), de interieurontwerper Carel Adolphe Lion Cachet (1864-1945), de beeldhouwer en ceramist Chris van der Hoef (1875-1933), de beeldhouwer Hendrikus Albertus van den Eijnde (1869-1939) en de edelsmid en metaalontwerper Jan Eisenloeffel (1875-1957) aan bod. De tentoonstellingen over deze laatste drie gaan vermoedelijk ook naar het buitenland (er zijn besprekingen gaande met musea in België en Duitsland).
Ondertussen is de collectie blijven doorgroeien. De stichting heeft na de overdracht namelijk niet opgehouden te bestaan, maar bleef en blijft nog steeds actief op zoek naar aanvullingen voor de collectie, en tevens naar nazaten van ‘nieuwe’ kunstenaars uit het tijdperk rond 1900 die de doelstelling