Neerlandia. Jaargang 97
(1993)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
100 jaarWat hield de mensen zo'n 100-jaar geleden bezig? In België zeker de taalstrijd. Neerlandia 1-1993 maakt melding van de wet uit 1898 waarin het Nederlands als officiële taal werd vastgelegd. 28 februari 1897 was het nog niet zover. Op deze dag verzamelden zich vele personen en organisaties van velerlei richtingen te Brussel. Zij gaven uiting aan hun vaste wil op taalgebied gelijkgesteld te worden met de Walen. Pastor Daens over wiens leven dit jaar de succesvolle film is uitgebracht, moedigde de betogers aan tot het zingen van de ‘Vlaamse Leeuw’.
Het onderstaande verslag van de manifestatie is opgenomen in het maartnummer van Neerlandia 1897. Het geeft een eigentijds beeld van een strijd die nu wel is gestreden. | |
De groote Vlaamsche betooging en de Volksvergadering te Brussel op 28 Februari.Reeds om 8 u. 's morgens heerscht groote beweging aan 't Noordstation. Dan komen reeds Maatschappijen toe uit Gent, Aalst en Oostende. Aan den uitgang staan de mannen van de Jonge Wacht van Brussel, die kaarten uitdeelen aan de betoogers, welk ze op hun hoed steken. Naarmate ze toekomen begeven de Vlamingen zich naar Schaarbeek in de tichting van het Liedtsplein. Er heerscht veel geestdrift, die zich nu en dan door gezang wil uiten. Maar de politie legt het stilzwijgen op: op het grondgebied van St-Joost-ten-Noode is elke samenscholing en betooging verboden. Weldra is het Liedtsplein gansch ingenomen door de Vlaamsche vereenigingen, die uit alle deelen van 't land gekomen zijn, om hun vasten wil te kennen te geven gelijkheid op taalgebied met de Walen te bekomen. Uit Oostende is de Vlaamsche Kring aanwezig; uit Gent zijn talrijke kringen vertegenwoordigd: de Afdeelingen van Willems-Fonds en Davids-Fonds, de Snellaertskring, Zetternamskring, Liberale Vlaamsche Bond, Antisocialistenbond, Vooruit, Gentsche Tak van 't Algemeen Nederlandsch Verbond enz. Slechts drie Maatschappijen hebben hun vaandel mee: de Antisocialisten, de Studentenkringen de Rodenbachsvrienden en 't Zal wel Gaan; uit Lokeren zijn 200 man gekomen. Uit Thielt de D'Hulsterzonen; uit Lier de Tony's Vrienden, Nut en Vermaak; uit Vilvoorden, de Zennegalm, de Jonge Tooneelliefhebbers, de Liberale Bond, de Katholieke Bond en de Socialislische Bond; uit St. Nikolaas: het Davids-Fonds; Turnhout: de Rederijkers. Antwerpen heeft duizenden betoogers gezonden; het talrijkst zijn de leden van Help U Zelf met hun fanfare aan 't hoofd; de Vlaamsche Wacht, de Nederduitsche Bond, de Violieren, Taal en Recht, Eigen Taal Eigen Zeden enz. Brussel heeft de leden van 14 Vlaamsche Tooneelkringen in den stoet. Het is twaalf uur wanneer deze eindelijk in beweging komt. Hij is zoodanig grootsch en uitdrukwekkend, dat wij waarlijk niet weten wat wij het eerst zouden beschrijven. Muziek en Vlaamsche gezangen, dat hooren en zien er van vergaan. Onder de personen van naam bemerkten wij: de HH. leeraars Burvenich, Brans, Julius Hoste aan het hooft, H. Leën, R. Stijns, Ceuleneer, Nostor de Tière, Verscheuren, Aug. Hendrickx, beeldhouwer. Julius Lagae. De H. Edm. Hendrickx, van den Vlaamschen Schouwburg van Brussel, aan 't hoofd zijner kunstenaars: MM. A. Hendrickx, Wichelor, Van der Lee, enz.; P, Gassée; Professoren Vercoullie, P. Fredericq, Boucqué, Obrie, Minnaert, Fabri enz., van Gent, pastoor Daens, E. Anseele, De Lattin, Max Roose, Cuperus, enz. In de Rubensstraat, zingen de Aalstenaars: ‘Vivat pastor Daens en hij mag er wezen!’ Pastoor Daens bevindt zich persoonlijk onder de betoogers en moedigt hen aan tot het zingen van den ‘Vlaamsche Leeuw’. Uit al de groepen, en zij zijn uitermate talrijk, weerklinken Vlaamsche gezangen en luide hoera's, gemengd met trompetgeschal.
Juffrouwen dragen het opschrift: Gelijkheid op de borst. Op gansch den doortocht van den stoet, aan beide kanten van de straten, eene dikke haag menschen, mannen, vrouwen en kinderen. In den stoet hoort men nu en dan zingen: Landorium, landorium,
De Mot is een stockvisch.
Mannen uit de Kortrijksche streek dragen op den hoed gele kaarten met het opschrift: Goedendag. Voorbij het gemeentehuis gaande, zwaaien de manifestanten met hoeden en zakdoeken en roepen: ‘Leve Kennis!’Ga naar voetnoot(1), M. Ignatius De Beucker de oude Antwerpsche strijder, is op het Collignonplein het voorwerp van geestdriftige toejuichingen. In een open rijtuig zitten MM. Coremans, Heuvelmans en de Burgemeester Kennis. Zij ook worden luid toegejuicht. Al de balkons der huizen zijn proppensvol en op vele plaatsen juichen de toeschouwers toe en wuiven dames met hare zakdoeken. Een grootsch schouwspel overal! Een prachtig gezicht geniet men wanneer men zich omkeert aan de Ste Maria Kerk en dan terugblikt op het gemeentehuis. Gansch de Koninklijke Ste Mariastraat is maar ééne zee van betoogers, boven wier hoofden honderden vlaggen wapperen. Men ziet het einde van den ontzaglijken stoet niet. Op den hoek der Rogierstraat, in een open venster is M. Kennis, burgemeester, andermaal het voorwerp eener ovatie van al de deelnemende kringen die hem geestdriftig toejuichen. Al de vaandels worden voor hem gebogen. M. Kennis neemt den hoed af en groet de betoogers. Hij wijst zelfs met den vinger naar het einde van den stoet, als wilde hij zeggen: ‘Wanneer komt er een einde aan?’ Voor het gemeentehuis zingen de maatschappijen den zang uit ‘Genius der Geschiedenis’ van Benoit. De geestdrift is onbeschrijfelijk. Men juicht, men zingt, en boven alles klinkende toonen der fanfaren, welke de Vlaamsche Strijdzangen aanheffen. Reeds is het hoofd van den stoet nabij St-Maria Kerk, wanneer het einde zich nog op de Liedtsplaats bevindt. Overal, waar men in de bijzondere woningen de Belgische vlag heeft uitgehangen, stijgen langdurige toejuichingen op. Op de grensscheiding der gemeente Schaarbeek, hoek der Brabant- on Keulenstraten, wordt een luid hoera aangeheven ter eere van Schaarbeek en zijne bestuurders, een donderende kreet van erkentenis uit duizenden Vlaamsche borsten. Daarna wordt een oorverdoovend Ahoe aangeheven voor Brussel, de hoofdstad, voor M. De Mot, die zijne matten mag oprollen. En de stoet zet zijnen weg voort tot aan het Noordstation, ja, tot aan den Vlaamschen Schouwburg met muziek en zang. Aan het koffiehuis Waterloo roept men: ‘Leve Waterloo.’ Op den ganschen doortocht werd eene warme hulde gebracht aan burgemeester Kennis, die zijne gemeente ter beschikking der Vlamingen stelde. Wij betuigen aan den eersten magistraat onzen hartelijksten dank. De policie van Schaarbeek met den knappen hoofdcommissaris aan het hoofd, verdient eene bijzondere melding voor de goede orde van den dienst. M. Hoste overhandigde aan den hoofdcommissaris eene som van 100 fr. om ze onder de agenten te verdeelen. |
|