Neerlandia. Jaargang 97

[p. 150]

Forum
Lezers schrijven in en over Neerlandia

In Neerlandia nr. 2, april 1993, schrijft Joris Duytschaever dat ik terecht beschuldigd word me te bezondigen aan ‘fascistenpathos’. In datzelfde nummer waarschuwt uw medewerker Groothoff in een bijdrage over de centrum-democraten voor het omzichtig omspringen met termen als ‘fascist’. Prof. Couwenberg gaf in een eerder nummer aan dat het een tiental jaar geleden voldoende was over Nederlandse identiteit te spreken om meteen in het bruine kamp geplaatst te worden. Wijze woorden die niet aan Joris Duytschaever besteed zijn. Hij bekommert zich ook niet om verdere bewijsvoering voor zijn zwaarwegende beschuldiging. Het is dan ook onmogelijk om ze te weerleggen. Voor mijn vereniging, die zeer veel belang hecht aan haar pluralistisch karakter, is de gebruikte term ronduit beledigend, voor de akademicus die Duytschaever ook is, zijn ze onwaardig. Graag daag ik de heer Duytschaever uit zijn woorden sterk te maken, maar dan met feiten en niet met losse verdachtmakingen. Wanneer hij wil waarschuwen voor het fascistische totalitarisme, dat met evenveel kracht dient afgewezen te worden als andere vormen van totalitarisme, dan doet hij dat terecht, maar hier vergist hij zich toch volkomen van doelwit (Vlaamse Volksbeweging) en werkt hij mee aan het verder betekenisloos maken van het woord ‘fascisme’.

Het komt mij voor dat de heer Duytschaever het niet eens is met de VVB. Dat is zijn volste recht, maar dat betekent niet dat meteen scheldtirades moeten worden afgestoken. Wie politiek andersdenkenden in diskrediet wil brengen door oncontroleerbare verdachtmakingen te verspreiden geeft geen blijk van een democratische instelling en de voor een ernstig debat noodzakelijke minimale verdraagzaamheid. Of heeft de heer Duytschaever zich onvoldoende geïnformeerd? Ook dat is onaanvaardbaar voor iemand die publiceert. Ik betreur dat ook bij Vlaamse intellektuelen het simplisme zo dikwijls de overhand krijgt boven de argumentatie.

Peter De Roover algemeen voorzitter VVB

De heer Duytschaever zal hierop reageren met een artikel in Neerlandia 5 van 1993.

Rectificatie

Naar aanleidinng van het In Memoriam Piet Korthuis schrijft de heer Willem Punt, uitvoerende directeur van de Stigting Jan van Riebeeck, het volgende:

‘Ek verwys na die stuk in Neerlandia nr.3/1993 oor wyle Piet Korthuis. In die huldeblyk word melding gemaak van “de van Riebeeck plaquette” van die Suid-Afrikaanse regering. Sover ek weet bestaan daar nie so 'n regeringstoekenning by ons nie. Ek meen wat hier bedoel word is die Stigting Jan van Riebeeck se oorkonde met goue erepenning wat deur die Stigting aan Piet Korthuis (en op die selfde tyd ook een aan wyle Ton Koot) toegeken is. Die oorhandigings is destyds namens die Stigting gedoen deur die SA ambassadeur. Die Stigting het nie 'n verband met die regering nie, ons is nogsteeds 'n private Stigting wat uit skenkings uit die private sektor befonds word (dit is 'n groot probleem in die huidige ekonomiese klimaat hier by ons!)’