Een alternatief voor de Betuwelijn
De IJzeren Rijn
De plannen voor de Betuwelijn hebben grote commotie verwekt en geleid tot de vorming van een aantal actiecomités tegen de aanleg van deze spoorlijn. De heer P. Franssen uit Nunhem wees in een ingezonden stuk ‘IJzeren Rijn’ in NRC Handelsblad van 17.6.1993) op de mogelijkheid van een alternatief: de aanpassing van een reeds bestaande lijn tussen Vlodrop/Mönchen-Gladbach en Antwerpen. Dit zou een snellere oplossing van het probleem mogelijk maken zonder de enorme kosten van de Betuwelijn. Bovendien zou deze spoorlijn zowel Antwerpen
als Rotterdam ten goede komen. Hieronder volgt de inhoud van het artikel.
‘Tussen Vlodrop (station Vlodrop) en Antwerpen ligt een prachtige nog in gebruik zijnde spoorlijn (NRC Handelsblad, 9 juni '93). Via Weert komt zij Nederland binnen en bij Vlodrop overschrijdt zij de Nederlands-Duitse grens. Direct over de grens in Dalheim bevindt zich een enorm spoorwegemplacement, dat geheel ligt te vergaan, een stille getuige van een vroegere bedrijvigheid. In Nederland en België is de lijn grotendeels nu éénspoors, doch duidelijk kan men nog zien, dat zij tweespoors was en op sommige plaatsen grote emplacementen had zoals bij Herkenbosch en Vlodrop.
Alle grond is aanwezig, hier hoeven geen onteigeningsprocedures te worden gevoerd en alles kan met weinig geld in “ere” worden hersteld. Nederland (= Rotterdam) heeft een goede bestaande verbinding met Roermond, in wezen behoeven de Nederlandse spoorwegen slechts het gedeelte Roermond-Vlodrop te moderniseren, dat goedkoop te doen is, verder dient ten behoeve van Antwerpen de aansluiting met het Nederlandse net in Weert ook weer met wissels en emplacementen hersteld te worden.
In een Europese gedachtengang kunnen Antwerpen en Rotterdam samen profiteren van deze relatief goedkopere oplossing, die verder “weinig” protesten kan uitlokken - in ieder geval in alle opzichten makkelijker te verwezenlijken voor Nederland dan de zogeheten Betuwelijn, hetzelfde geldt ook voor België en Duitsland.
De volgende gemeenten zijn fervente voorstanders van de wederopleving van deze lijn; Antwerpen, Weert, Roermond en Mönchen-Gladbach alsmede de Kamers van Koophandel in deze Belgische, Nederlandse en Duitse gebieden. Of is het toch de eeuwige strijd tussen Rotterdam en Antwerpen die de opleving van deze lijn zal boycotten?’
Tot zover het artikel van de heer Franssen. Eén ding is duidelijk. Rotterdam en Antwerpen zullen beide met het plan moeten instemmen. Met de intensivering van de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland moet dit mogelijk zijn. Een proeve van goede nabuurschap, Europese gezindheid en Nederlands-Vlaamse integratie kan hier worden afgelegd. (pk)