Iedere personenauto reed in 1991 gemiddeld ruim duizend kilometer per jaar méér dan in 1980. Voor pakweg 5 miljoen auto's betekent dat dus 5 miljard extra auto-kilometers.
Een bijkomend probleem voor Rotterdam en Schiphol/Amsterdam is dat vooral door de kruisingen met waterwegen de grootste bottlenecks van het landelijke wegennet in en rond deze steden liggen. Er zijn en worden enorme bedragen geïnvesteerd in het opheffen van deze knelpunten. Neem bijvoorbeeld de recente verdubbeling van de Van Brienenoordbrug bij Rotterdam en bouw van de Zeeburgerbrug en -tunnel bij Amsterdam. Maar er blijven files rond deze steden, zoals de radio in de ochtenden en avonden van elke werkdag trouw weet te melden.
De oplossingen lijken voor de hand te liggen: meer personen in het openbaar vervoer en meer goederen over rail en water. Er zijn hoopgevende resultaten te melden. Zo werd in 1990 van alle containers die via Rotterdam naar het achterland gingen, een kleine 30% per schip vervoerd. De binnenvaart beperkt zich al lang niet meer tot het traditionele bulkvervoer van kolen, ertsen en bouwmaterialen. Gespecialiseerde schepen vervoeren behalve containers ook olie(produkten), auto's, gekoelde waren enz.
De Nederlandse Spoorwegen willen ook graag hun steentje bijdragen. Het aantal reizigers nam tussen 1980 en 1991 toe van bijna 200 miljoen tot ruim 300 miljoen - een groei dus van meer dan 50%. Maar het lijnennet waarover dit vervoer moet plaatsvinden stamt grotendeels uit de vorige eeuw en is op veel plaatsen volledig overbelast - vooral in de spitsuren.
De spoorwegen hebben een ambitieus plan opgesteld voor een belangrijke uitbreiding van de dienstverlening in de volgende eeuw (‘Rail '21’), maar voordat met de uitvoering daarvan een begin kan worden gemaakt, moet eerst een aantal ernstige knelpunten in het net worden opgeheven. Op verschillende plaatsen in het land ziet de treinreiziger de vaak gigantische werken waarmee dat gepaard gaat (terwijl de treinenloop gewoon doorgaat), zoals in Rotterdam (tunnel onder de Nieuwe Maas), aan de noordoostkant van Utrecht, bij Gouda, aan de zuidoostkant van Amsterdam, enz.
Maar een van de grootste en moeilijkste opgaven zal blijken te zijn de automobilist ertoe te bewegen zijn auto wat vaker te laten staan en de fiets of het openbaar vervoer te gebruiken. Het autobezit valt moeilijk meer terug te dringen, maar het autogebruik moet en zal naar beneden wil men voorkomen dat het Nederlandse verkeer volledig vastloopt.
Dan zouden we een situatie kunnen krijgen die doet denken aan het midden van de vorige eeuw - voordat de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal waren gegraven - toen buitenlandse reders de havens van Amsterdam en Rotterdam als het enigszins kon meden in verband met de door zandbanken en andere ondiepten veroorzaakte ontoegankelijkheid.
De schrijver is directeur van het Informatie- en Documentatie Centrum voor de Geografie in Nederland (IDG). Het IDG stelt zich ten doel buiten Nederland gevestigde personen en instellingen over de Geografie van Nederland te informeren.
Voorlichtingsmateriaal in verschillende talen bestaande uit brochures, gidsen, kaarten, diaseries ed. worden door het IDG uitgegeven.
IDG, Postbus 80115, NL 3508 TC Utrecht; tel (030) - 53 13 78; fax (030) - 54 32 60.