Het Nederlandsch Officiëele Taal in België.
Eindelijk zijn 68 jaar na de omwenteling, die 't Koninkrijk der Nederlanden in twee deelen scheurde, de Vlamingen in België de gelijken van de Walen geworden. Hun taal is niet meer ondergeschikt aan de Fransche maar is met deze op gelijken voet gesteld. Zij zijn voortaan geen burgers meer van tweeden rang in hun vaderland. Ze voelen zich vrij van de vernederende ondergeschiktheid, waarin ze zich tot gisteren bevondén.
Bestrijders van de wet, die daardoor niets anders beoogen dan een eigen, zelfstandige ontwikkeling van het Vlaamsche Volk tegen te houden, hebben gezegd, dat die wet alleen een voldoening schonk aan de eigenliefde van de flaminganten. Maar als het zoo was, waarom dan den heftigen tegenstand, die de wet zoolang hangende heeft gehouden?
De Walen hebben ze bestreden omdat ze beweren, dat ze de kennis van het Nederlandsch aan de Walen opdringt: een Waal zou in 't Walenland geen rechter meer kunnen zijn, zonder Nederlandsch te kennen nu dat de Nederlandsche tekst van de wet ook rechtsgeldig is. En in de Wetgevende kamers zullen de Voorzitters, Onder-Voorzitters, Secretarissen, Verslaggevers Nederlandsch moeten kennen. Wel, al moet de Wet zulke gevolgen hebben, dan kan die verbreiding van de kennis van het Nederlandsch ons niet dan zeer welkom zijn. Sedert 68 leeren wij, Vlamingen, Fransch ter wille van de Walen; wat meer is, ter wille van hen heeft gansch onze opvoeding tot groote schade voor onze integrale ontwikkeling berust op valsche grondslagen. Dat zij eindelijk onze taal leeren, waar wij de huane kennen, is niet meer dan billijk.
Maar al had de Wet ons niets meer dan een zedelijke voldoening gebracht, dan nog zouden we ze van een buitengewoon gewicht achten. Of rekent men het waardigheidsgevoel van een volk voor niets? Een volk dat vrijwillig in een toestand van vernedering, van ondergeschiktheid berust, is een volk zonder veerkracht, waar niets grootsch van te verwachten is. Dat ons Volk geen vrede heeft gehad met den toestand, waarin zijn taal sedert 1830 gebracht was tegenover het Fransch; dat het door een wet zijn taal heeft doen gelijkstellen met het Fransch, ook al had het daar niets bij gewonnen dan een zedelijke voldoening, strekt het tot eer. Daarom was dan ook de vreugde in 't Vlaamsche land innig en àlgemeen en werd de overwinning overal gevierd, te Brussel, te Antwerpen, te Brugge, te Gent en elders, door optochten, feestelijke vergaderingen, klokgelui, vlaggen. Bij die eerste opwelling van geestdrift zal het niet blijven. Men wil de overwinning op grootsche wijze vieren. Ook is er spraak van een grootsch volksbanket te Brussel aan te bieden aan de Vaders van de Wet. Te Gent nam onze Tak A.N.V. het initiatief van 't inrichten van een grootsche Volksbetooging in deze stad te houden op 17 Juli. De dag werd zoo laat gekozen omdat we den vollen tijd zouden hebben van de betooging iets indrukwekkends te maken.