Neerlandia. Jaargang 97
(1993)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
Brussels logoDe Brusselse Vlamingen beschikken sinds kort over een eigen logo. De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft daartoe besloten in de vorm van een eigen wapen, een wapenschild, een zegel, een vaandel en een wimpel. Het wapen heeft de vorm van een vierhoek met twee zwarte en twee okerkleurige zijden. In het midden klauwt de Vlaamse Leeuw in grijze stippellijn tegen een witte achtergrond. De Vlaamse Leeuw verwijst naar de band met Vlaanderen. De twee vierkanten staan haaks om een bewegingsdynamiek te suggereren. Het zou zelfs symbool staan voor de openbaarheid van bestuur. Het wapen wordt als logo gebruikt op alle dokumenten van de raad, het kollege en de administratie van de VGC. Het wapenschild draagt het wapen in een vijfhoek, een verwijzing naar de oude stadsomwalling uit de tijd toen Brussel een Nederlandssprekende stad was. Het zegel en het vaandel zijn wit van kleur en dragen hogerbeschreven wapen. Gezagdragers en officiële vertegenwoordigers van de VGC kunnen bij de uitoefening van hun ambt zelfs een wimpeltje als ereteken voeren. De vlag, het volkslied en de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap blijven ook de symbolen van de Vlaamse Gemeenschapskommissie. | |
Aandacht voor Frans-VlaanderenIn 1975 ging in Nieuwpoort een opmerkelijke initiatief van start. Voor de eerste keer werd in dat jaar een ‘Frans-Vlaamse Veertiendaagse’ ingericht. En het is niet bij deze ‘proefballon’ gebleven; in het voorjaar van 1992 vond dit gebeuren voor de achttiende keer plaats. Men heeft zich daarbij niet blind gestaard op een bepaald deel van Frans-Vlaanderen, nee ieder jaar heeft een ander stad of gemeente in het middelpunt van de belangstelling gestaan. En eveneens ieder jaar gaf de burgemeester van Nieuwpoort, de heer Mommerency, in zijn openingstoespraak aan waar de klemtonen gelegd dienden te worden. Deze openingstoespraken zijn nu gebundeld. Met het oog op de ‘ontgrenzing der grenzen’ binnen Europa achtte hij het een goede zaal al deze openingswoorden, zoals die werden voorbereid door Etienne Desaever, hoofd van de Nieuwpoortse ‘Dienst Toerisme en Cultuur’, te bundelen. In hun gezamenlijkheid geven ze een voortreffelijk overzicht van de stand van zaken van de bemoeiingen met betrekking tot Frans-Vlaanderen. (mh)
Belangstellenden voor deze bundel kunnen zich richten tot: ‘Dienst Toerisme en Cultuur’, Marktplein 7, B-8620 Nieuwpoort. | |
Een nieuw grens in EuropaOp de dag dat de grenzen in Europa wegvielen als barrières in het goederen en personenverkeer is de Nederlandse PTT er in geslaagd een nieuwe grens op te richten. Ingaande die dag is het tarief voor een standaardbrief (dwz onder 20 gram) voor het binnenland weliswaar ongewijzigd gebleven maar dient een gelijke brief voor alle Europese landen met 10 ct meer gefrankeerd te worden. Het merkwaardige is dat tot 31 december 1992 het binnenlands tarief voor een standaardbrief ook geldig was voor verzending naar de meeste Europese landen. Nog opmerkelijker is dat de voorkeurspositie van België en Luxemburg per 1-1-93 eveneens vervallen is: sedert enkele decennia waren de tarieven voor België en Luxemburg gelijk aan die voor de Nederlandse overzeese gebiedsdelen. Kortom, weer een kleine stap - hoe miniem ook - terug op een weg die moest leiden naar verregaande integratie in Europa, om van de oude Nederlanden maar te zwijgen. (WVH) | |
[pagina 27]
| |
De Duitse Orde in UtrechtHet indrukwekkende kasteel van Alden Biesen in Belgische Limburg, het grootste kasteel in België en enkele jaren geleden prachtig gerestaureerd, werd in 1190 gebouwd door de Duitse of Teutoonse ridderorde. Deze orde van monniken-soldaten ontstond in de twaalfde eeuw in het Heilige Land en had zich o.m. de verzorging van gewonde kruisvaarders tot doel gesteld. Nadat de islamitische strijders de laatste bastions van de kruisridders hadden veroverd verstigde de orde zich in Europa, waar zij nieuwe activiteiten ontplooide: de verovering en kerstening van de Oostzeelanden. In de Lage Landen werd de landcommanderij Alden Biesen een belangrijk centrum van de Duitse Orde (ik vestig hier de aandacht op het bijzonder fraaie boekwerk ‘Landcommanderij Alden Biesen. Acht eeuwen Europese geschiedenis in het land van Rijn en Maas’, geschreven na de ingrijpende restauratie van het kasteel en uitgegeven bij Lannoo, Tielt in 1988, ook in het Duits vertaald). Maar ook in Utrecht heeft de Duitse Orde zich gevestigd m.n. in het Duitse Huis, dat na schromelijk verwaarloosd te zijn, nu gerestaureerd zal worden. NRC-handelsblad van 6 januari wijdde hieraan een uitvoerig artikel, waaraan wij het volgende ontlenen: Na bijna twee eeuwen keert Ridderlijke Duitse Orde Balije van Utrecht terug in haar bezit: het Duitse Huis. Dit 14de eeuwse bouwwerk tussen Catharijnesingel en Springweg in Utrecht was tot voor enkele jaren in gebruik bij het Militair Hospitaal. In afwachting van de noodzakelijke restauratie wordt het door kraakwachten en duiven bewoond.
De stichters van het Duitse Huis, de Ridderlijke Duitse Orde Balije van Utrecht, kunnen terugkeren in de Commandeurswoning. Dit voorjaar willen ze met de restauratie beginnen. In 1807, tijdens de Franse bezetting, was de orde door Lodewijk Napoleon gedwongen haar bezittingen te verkopen, maar behield zij het recht op terugkoop als de overheid de gebouwen niet meer nodig zou hebben. Een orde die teruggaat tot 1191, vergeet zoiets niet gauw. ‘We zagen wel aankomen dat het Duitse Huis zou vrijkomen’, zegt jhr. D.J.H.N. den Beer Poortugael, secretaris van de Orde. ‘Mensen van ons herinnerden zich het recht op eerste koop en we hebben dan ook niet geaarzeld.’ Door de strenge bepalingen voor het lidmaatschap telt de orde nog maar zo'n 25 ridders. Alleen hervormde mannen van Nederlandse adel van vóór 1795 mogen toetreden. De ridders vormen geen kloosterorde meer en bedrijven alleen nog charitas, dus ze kunnen nu volstaan met archief- en kantoorruimte. De Ridderlijke Duitse Orde werd in 1191 opgericht om de zieken en gewonden te verplegen die na de kruistochten terugkeerden. Zelf hebben de ridders ook het zwaard gehanteerd en veroverden gebieden in Oost-Pruisen en de Baltische landen, waar zij bijna twee eeuwen heersten en onder meer Dantzig stichtten. De Balije van Utrecht ontstond in 1231 en bouwde in 1348 aan de stadswal het kloostercomplex. Eeuwenlang woonden de ridders hier en verpleegden zij er zieken. Begin vorige eeuw, tijdens de Franse bezetting, werd het klooster ingericht als militair hospitaal en die functie behield het tot 1989. Daardoor bleef het besloten karakter bewaard en het Duitse Huis geldt nu als het gaafste middeleeuwse Balije-complex van de Duitse Orde in West-Europa. ‘Het is een middeleeuws reservaat waar de Reformatie, de Franse revolutie en de vernieuwingsgolf van na de Tweede Wereldoorlog, geen greep op hebben gekregen’, zegt bouwhistoricus Klück. Hij toont de resten van een open haard waar keizer Karel de Vijfde zich nog heeft verwarmd. De refter bood voldoende ruimte voor een toernooi met paarden tijdens de ontvangst van de graaf van Leicester. Uitgangspunt bij de restauratie is dat het complex als eenheid intact blijft.
P. KRUG |
|