Loyaliteiten over de staatsgrenzen
Het regionale vraagstuk in Europa
door H.J.G. Waltmans
Het regionale vraagstuk staat hoog op de politieke agenda van Europa.
Regionalisme is hoogst actueel.
Hebben de regio's toekomst in het nieuwe Europa? Nu het regionalisme in Europa opnieuw in het middelpunt van de belangstelling staat, en niet alleen in West-Europa, wil ik graag mijn opvattingen terzake, welke ik vanaf het begin van de zestiger jaren al heb vertolkt, uiteraard geactualiseerd naar de huidige situatie, aan U voorleggen.
De typering van het begrip regionalisme is niet eenvoudig.
De literatuur daarover blijkt als het om begripsbepalingen gaat nogal weinig diepgaand te zijn. Voorzover ze er al zijn lopen de begrippen sterk uiteen. Een duidelijke definiëring stelt elke onderzoeker voor bijna onoplosbare vraagstukken. Hij laat dus de definiëring achterwege en laat de invulling en de notie aan de lezer over of hij voegt weinigzeggende begrippen in als micro-, meso- en macro-regio.
Algemene overeenstemming in de theoretische omschrijving van het begrip regionalisme en de daarmee verbonden begrippen regio, regionaal lijkt nogal moeilijk te zijn.
Het gebrek aan overeenstemming over de termen heeft vele oorzaken. Elk regio vertoont een eigengeaarde individualiteit en bezit kenmerken, onderscheiden van die van andere. Een regio is dynamisch van aard en is onderworpen aan een proces van voortdurende verandering. Op grond daarvan zijn verschillende regionalismen mogelijk. De inhoud en de intensiteit van het regionalisme verandert zelfs bij een en dezelfde regio in de loop van de tijd. Met name de Limburgse geschiedenis legt daarvan vele getuigenissen af.
Tijdens de Top in Maastricht werden de fasen uitgetekend voor het totstandbrengen van de Economische en Monetaire Unie en werd de grondslag gelegd voor de Politieke Unie. Op economisch en financiëel gebied komt de Europese integratie tot stand. Geleidelijk tekent zich een Europese buitenlandse politiek af. Ik zie de Europese federale staat (of moet ik sinds de reacties op Maastricht, in Denemarken en Groot-Brittannië en ook wel in Haagse regeringskringen eerder spreken van de confederale staat) als onderdeel met andere continentale federaties van een wereldfederatie. De federaties behoren een open gemeenschap te zijn van volkeren welke zich verenigen in een democratische rechtsstaat met een federale structuur. De absolute soevereine nationale staat is een karakteristiek van de wereld van gisteren, onmachtig om de wereld in de eenheid, welvaart en vrede te ordenen. De bestuurlijke schaalvergroting is een gevolg van een functieverschuiving in de werking van de staten als administratieve en politieke organisaties. Hun bevoegdheid wordt grondig herzien als gevolg van een concrete historische ontwikkeling.
De vraag is of de samenstellende delen in deze integratie hun eigenheid zullen prijsgeven. Met elke stroming in de geschiedenis gaat een tegenstroming gepaard en het valt niet te verwonderen, dat men juist in internationaal verband de verschillen op regionaal gebied scherper ontwaart en meer belang gaat hechten aan het eigene.
Voorstanders van een echte federatie zijn geen integralisten. Bevoegdheden en taken dienen harmonisch te worden verdeeld over de verschillende bestuurslagen met deelstaten als dragers van de soevereiniteit. In het geïntegreerde Europa, zoals dit thans langzaam vorm krijgt, is er te weinig aandacht voor het vraagstuk van de goede afbakening van taken en bevoegdheden tussen de centrale bestuurslaag en de daarop volgende bestuurslaag der samenstellende delen, nu nog de huidige lidstaten, straks de deelstaten van de federatie of confederatie. Het beginsel van de subsidiariteit dient centraal te staan in de opbouw van Europa. Een hoger staatkundig niveau moet niet doen wat een lager niveau tenminste evengoed kan. De beslissende vraag is wat er echt en in die mate op Europees niveau moet gebeuren.
In federaties dient de macht uit te gaan van de basis. De kleine gemeenschappen (gemeenten, provincies, kantons en deelstaten) hebben in beginsel alle bevoegdheden en slechts die bevoegdheden worden overgedragen aan hogere nationale of supranationale instanties, welke in het belang van allen beter op hogere niveaus kunnen worden behartigd. Het hoogste niveau kent een tweekamerstelsel: een Kamer welke rechtstreeks wordt gekozen door de inwoners van de federatie en een Senaat welke de vertegenwoordigers der deelstaten omvat. Daardoor verkrijgen de deelstaten waarborgen dat hun autonomie niet wordt aangetast.