Duppelportret (VI)
Amsterdam heeft vele dichters geïnspireerd. Vaak werd hun gedicht een loflied op de stad aan het IJ. Dit geldt zeker voor het onderstaande gedicht van H. Marsman (1899-1940), die Amsterdam ziet door de ogen van de typisch-Amsterdamse zwerver en dichter Breeroo. Dit fragment uit een veel langer gedicht, getiteld ‘Breeroo’, besluit met de veelzeggende woorden: ‘Zijn onsterfelijk, prachtig Amsterdam’. Ook de onlangs met een belangrijke literaire prijs gelauwerde Vlaamse dichteres Christine D'Haen (geb. 1923 in St.-Amandsberg) kent Amsterdam. Zij werd getroffen door de aparte sfeer rond de Amsterdamse universiteit. Christine D'Haen studeerde Germaanse filologie en schreef een groot aantal gedichten, voor een belangrijk deel liefdeslyriek. Zij houdt vast aan de traditionele versvorm. Ook publiceerde zij een omvangrijke bloemlezing ‘Ik ben genoemd meisje en vrouw. 500 gedichten over de vrouw uit de Nederlandstalige letterkunde’ (Lannoo, Tielt/Amsterdam, 1980).
Peter Krug