uitrukt en wel om de eenvoudige reden, dat deze laatste een aanzienlijk aantal kilometers minder behoeft te overbruggen om bij de plaats des onheils te arriveren dan haar Belgische counterpart. Tussen de twee genoemde kernen bestaat bovendien een samenwerkingsproject op het gebied van het bibliotheekwerk. Een gedeelte van de inwoners van de gemeente Hulst is niet aangesloten op het Nederlandse kabelsysteem maar op het Belgische. Op 22 mei 1991 is, op initiatief van Hulst, een formeel samenwerkingsverband tussen Hulst en de gemeenten Beveren, Sint-Gillis-Waas en Stekene in het leven geroepen. Dit samenwerkingsverband vindt haar wettelijke basis in de Benelux-overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking, die op 1 april 1991 in werking is getreden. Deze overeenkomst biedt de decentrale overheden de mogelijkheid om op publiekrechtelijke grondslag grensoverschrijdend samen te werken. Deze onderlinge, geformaliseerde samenwerking tussen genoemde gemeenten begint geleidelijk aan redelijk intensieve vormen aan te nemen. Ongeveer driemaal per jaar vergaderen de colleges van burgemeesters en wethouders/schepenen met elkaar aan de hand van een agenda. Bovendien zijn er drie ambtelijke werkgroepen, en wel een op het gebied van brand- en rampbestrijding, een op dat van milieu en de laatste op het terrein van cultuur en recreatie. Er wordt met veel enthousiasme gewerkt en de eerste, bescheiden resultaten worden merkbaar. Zo bestaat er de intentie om een overeenkomst te sluiten, welke de
verplichting inhoudt elkaar te helpen bij het bestrijden van rampen en ongevallen, indien daarom wordt gevraagd. Er wordt gewerkt aan het uitzetten van een gemeenschappelijke fietsroute, terwijl de afspraak is gemaakt, dat er melding zal worden gemaakt van plannen tot het vestigen van milieuhinderlijke bedrijven in de directe omgeving van de staatsgrens. Het zijn bescheiden resultaten, maar het begin is er. Het zou ook zeer onverstandig zijn te grote stappen op een
te korte termijn te willen zetten.
Nog even terug naar de eerder genoemde Euregio Scheldemond. Deze heeft tot doel: de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen en de gemeenschappelijke belangen te behartigen op een aantal nader omschreven beleidsterreinen, zoals milieu en cultuur. De Euregio heeft tot op heden geen formeel juridische structuur. Het hoogste orgaan wordt gevormd door een stuurgroep, waarvan de leden zijn aangewezen door de onderscheiden provinciale besturen. De vergaderingen van de stuurgroep worden afwisselend in de drie provinciale hoofdsteden gehouden. Het voorzitterschap, uitgeoefend door een lid van het dagelijks bestuur van de provincie, rouleert per vergadering. De taken en bevoegdheden van de stuurgroep zijn nog nergens vastgelegd. Tot op heden heeft de Euregio zich voornamelijk bezig gehouden met het opstellen van een gemeenschappelijk ontwikkelingsconcept, op basis waarvan een aantal projecten is geselecteerd, die bij de Europese Commissie zijn voorgedragen voor co-financiering vanwege de Gemeenschap. Enkele projecten worden thans voorbereid. Een werkgroep binnen de Euregio houdt zich bezig met het ontwerpen van een juridisch statuut. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot, mede als gevolg van het bestaan van een verschillende bestuurscultuur in Nederland en België. Die van Nederland wordt gekenmerkt door begrippen als openheid, openbaarheid, inspraak en medezeggenschap. In België staat de slagvaardigheid meer centraal. Niet kan worden ontkend, dat de Euregio Scheldemond met groeistuipjes heeft te maken. In ben er echter van overtuigd, dat er bij velen een zodanige dosis enthousiasme aanwezig is, dat, uiteraard onder de invloed van ‘Europa 1992’, de Euregio zal uitgroeien tot een volwaardige bestuurlijke loot aan de Europese boom.
De auteur is burgemeester van Hulst
(zie luchtfoto)