Neerlandia. Jaargang 96
(1992)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |
Een denker van Europees formaat
| |
Leven en betekenis van ComeniusJan Amos Comenius werd op 28 maart 1592 in Nivnice bij Uherský Brod in Moravië geboren in een gezin, dat behoorde tot de kerkelijke gemeenschap van de Boheemse Broeders. Deze Boheemse Broeders waren voortgekomen uit de Tsjechische hervormingsbeweging van Johannes Hus. Comenius leefde in een tijd waarin protestanten en katholieken onverzoenlijk tegenover elkaar stonden en Bohemen en de Nederlanden beide voor hun onafhankelijkheid tegen de Habsburgers streden. Dank zij de Broedergemeente kon Comenius de Latijnse school in Přerov bezoeken en daarna de protestantse universiteiten van Herborn en Heidelberg. In zijn studententijd maakte hij o.m. een reis naar Amsterdam. Teruggekeerd in Moravië wachtte hem een benoeming als leraar aan de Latijnse school van Přerov, waar hij zelf leerling was geweest. Maar al spoedig kreeg hij een nieuwe taak als predikant en rector van een school in Fulnek aan de Silezische grens. In 1620 moesten de Boheemse protestanten in de Slag op de Witte Berg het onderspit delven tegen de Habsburgse legers. Dit leidde tot zware vervolgingen van de Boheemse Broeders. Het huis van Comenius werd geplunderd en zijn bibliotheek in brand gestoken. Tragischer nog was het feit dat zijn vrouw en kinderen kort daarop aan de pest stierven. Comenius vluchtte naar Leszno (Lissa) in Polen, waar de Broeders hem tot directeur van een gymnasium benoemden. Als balling schreef Comenius zijn ‘Das Labyrinth der Welt und das Paradies des Herzens’ (1623), één van zijn geschriften, die in het Nederlands is vertaald en waarin hij de hoop uitsprak eens naar een onafhankelijk Bohemen te kunnen terugkeren. In Leszno kwam zijn befaamde werk over het taalonderricht ‘Janua linguarum reserata’ (De poort der talen geopend) tot stand. De Zevenburgse hertog Rákóczi nodigde hem uit zich in Sárospatak te vestigen waar hij in 1654 het even bekende ‘Orbis sensualium pictus’ (De zichtbare wereld in beelden) publiceerde. Dit op aanschouwelijk onderwijs gerichte, baanbrekende werk, werd in 24 talen vertaald. Het boek bevat plaatjes met een Latijnse tekst en een vertaling in de landstaal. Comenius was een Europese vermaardheid geworden. Hij gaf onderwijsadviezen in Engeland, Zweden en Nederland. Als voorstander van algemeen volksonderwijs wist hij belangrijke vernieuwingen te bewerkstelligen. Zijn onderwijshervormingen zag hij als een deel van een universeel programma van hervorming en vernieuwing van maatschappij, kerk en cultuur. In 1642 vestigde hij zich in de Poolse stad Elblag (Elbing) aan de Oostzee en schreef hier zijn ‘De rerum humanarum emendatione consultatio catholica’ (Algemeen beraad over de verbetering der menselijke aangelegenheden). Het werd een werk in zeven banden, waarvan de ‘Pansophia’ (de synthese tussen de Openbaring en de uitkomsten van de wetenschappen) het belangrijkste deel vormde omdat het een centraal thema in het denken van Comenius vertegenwoordigde. Het manuscript werd eerst in 1935 in de bibliotheek van het weeshuis in Halle aan de Saale ontdekt en pas in 1966 in Praag gepubliceerd. De vrede van Munster in 1648 betekende de definitieve rekatholisering van zijn vaderland. Comenius bleef een balling. Nieuwe rampen troffen hem. Hij verloor zijn tweede vrouw en in 1656 vernietigde een brand zijn huis, zijn bibliotheek en allerlei handschriften, die de vrucht waren van jarenlange arbeid.
Dank zij de gastvrijheid van de invloedrijke familie De Geer vond Comenius in 1656 een toevlucht in Amsterdam waar hij een drukkerij oprichtte. In 1657/58 verscheen zijn volledige didactische werk ‘Opera didactica omnia’. Men zou Comenius nu een holistische denker noemen. De wereld is in zijn visie vanuit oorsprong en doel een harmonische totaliteit. Teveel gaat men volgens Comenius uit van een fragmentarische, geïsoleerde abstracte wetenschap, die de mens deformeert en geen oog heeft voor de totaliteit. Hier richtte hij zich o.m. tegen Descartes, die hij op kasteel Endegeest bij Leiden ontmoette en met wie hij vier uur lang discussieerde zonder tot overeenstemming te komen. Volgens Comenius moet men de totaliteit in het oog houden en de grenzen overschrijden, die worden getrokken tussen wetenschap en geloof. Hij sluit zich in zijn filosofie aan bij Cusanus, dus bij het renaissance-denken en ziet de mens als een mikrokosmos, die alles in zich omvat. | |
[pagina 138]
| |
De mens heeft een bijzondere waarde als evenbeeld Gods en deze waarde openbaart zich ook in zijn roep om vrijheid. In zijn ‘Panorthosia’ schrijft Comenius: ‘Wij moeten er zonder voorbehoud naar streven, dat de vrijheid naar het mensengeslacht terugkeert, de vrijheid van denken, de religieuze burgerlijke vrijheid. Vrijheid verklaar ik, is het prachtigste menselijke goed, waarmee de mens geschapen is en niet van hem te scheiden...’. In politicis werden deze opvattingen vertaald door zijn streven naar een wereldgemeenschap, een wereldtaal en bovenal naar vrede. Toen in 1667 de vredesonderhandelingen in Breda na de tweede Engelse oorlog begonnen, ondernam Comenius een vredesmissie en overhandigde de diplomatieke vertegenwoordigers van Nederland, Engeland, Frankrijk en Zweden zijn ‘Angelus pacis’ (De engel des vredes). Comenius kan beschouwd worden als één van de geestelijke vaders van de oecumenische gedachte en ook van de UNESCO, die verschillende geschriften van en over hem liet publiceren. | |
Relaties van Comenius met NederlandReeds ten tijde van de Praagse reformator Jan Hus bestond er bij hervormingsgezinden in Nederland, zoals de groep rond de Moderne Devotie, belangstelling voor Boheemse bewegingen, die een vernieuwing van de kerk nastreefdenGa naar eind1.. Het ideeëngoed van Hus bleef bewaard in de Boheemse Broederschap, waarvan Comenius de laatste bisschop was. De nederlaag van de Boheemse protestanten tegen de Habsburgse legers bij de Witte Berg in de omgeving van Praag (1620) leidde tot de vlucht van de Boheemse ‘Winterkoning’ Frederik V van de Palts naar Nederland, waar hij door zijn neef prins Maurits gastvrij werd ontvangen. De betrokkenheid van Nederlandse theologen bij de strijd van hun hussietische medechristenen bracht vele Bohemers ertoe in ons land een toevlucht te zoeken. In 1656 zou ook Comenius deze weg gaanGa naar eind2.. Hoewel de Nederlandse protestanten steun aan leden van de Boheemse Broederschap als vanzelfsprekend beschouwden, deelden zij niet alle opvattingen van Comenius. Zijn ideeën waren in hun ogen nogal onorthodox en bovendien leende Comenius een willig oor aan allerlei geestdrijvers en chiliasten, die de ondergang van het Habsburgse rijk, het pausdom en de terugkeer van de Boheemse ballingen voorspelden. Zo stond Comenius positief tegenover het optreden van de ‘tweede Calvijn’ Jean de Labadie, een piëtist die in zijn voetspoor de befaamde Anna Maria van Schurman meevoerde en in Amsterdam een kolonie stichtteGa naar eind3., na in Middelburg uit zijn ambt als predikant ontzet te zijn. Het bleek dat Comenius, die zelf geloofde in de komst van een duizendjarig rijk, uiterst onkritisch stond tegenover dergelijke mystieke en politieke profeten. Toch had hij ook in Nederland grote bekendheid verworven en werden zijn boeken in Nederland meerdere malen herdrukt. Het bekendste werk was wel de ‘Janua linguarum reserata’ (De poort der talen ontsloten), een ‘beknopte methode voor het leren van de Latijnse (en van elke andere) taal tegelijk met de grondslagen van alle wetenschappen en kunsten, samengevat in 100 titels en 1000 zinnen’ zoals de ondertitel aangaf. Dit bekendste boek werd voorafgegaan door ‘Vestibulum rerum et linguarum’ in het Nederlands vertaald als ‘Portael der saecken en spraecken’. Met dit boek, voorzien van schitterende illustraties van Crispijn de Pas, werd de leerling op aanschouwelijke wijze een beperkte woordenschat en kennis der omringende werkelijkheid bijgebracht. Met reden gaf men Comenius de bijnaam ‘de Galileï van de opvoeding’. Hij poogde de grammatica in het klassieke talenonderwijs ingrijpend te vereenvoudigen en van nutteloze balast te ontdoen maar bovendien het uit het hoofd leren van voorbeeldzinnen te vervangen door een methode die taal en werkelijkheid op elkaar betrekt. Hierdoor ontstaat bij de leerling een beter begrip van het geleerde, hetgeen bevorderd wordt door duidelijke illustraties. Het bekendst is Comenius' ‘Orbis sensualium pictus’ (De wereld van het waarneembare in afbeeldingen) geworden. Het gaat Comenius er niet alleen om kennis van de wereld van planeten, de aarde, planten en dieren te verspreiden maar zijn visuele encyclopedieën zijn er ook op gericht het geloof te verdiepen. In 1657 verscheen de ‘Opera didactica omnia’ (Alle onderwijskundige werken), opgedragen aan de bestuurders van de stad Amsterdam. Deze opdracht viel bij de Amsterdamse autoriteiten uiteraard in goede aarde. Comenius werd ereburger van Amsterdam, dat hij ‘de oogappel der steden, sieraad van Nederland, lusthof van Europa’ noemde. Voor Comenius' ‘pansofische’ ideeën bestond veel minder belangstelling. Vele jaren werkte de Tsjechische denker aan zijn pansofisch geschrift ‘De rerum humanarum emendatione consultatio catholica’ maar het kreeg weinig aandacht, terwijl Comenius juist de pansofie als zijn levenswerk beschouwde, waarvan didactiek en pedagogiek een afgeleide waren. In hun reeds genoemde lezenswaardige boek ‘Comenius in Nederland’ wijzen Groenendijk en Sturm erop, dat in de 18e en 19e eeuw ‘buiten de subcultuur der piëtisten lange tijd de onwelwillende houding jegens Comenius heeft geprevaleerd’ (pag. 58). Het herdenkingsjaar 1892 stimuleerde het onderzoek naar de figuur van de Tsjechische balling en de verspreiding van zijn ideeën en idealen. De Amsterdam- | |
[pagina 139]
| |
se arts dr. R.A.B. Oosterhuis heeft hiertoe in de jaren twintig en dertig van onze eeuw een belangrijke bijdrage geleverd. Hij vertaalde vier boeken van Comenius en schreef verschillende studies over de Tsjechische pedagoog en filosoof. In 1892 verrees in Naarden een monument ter herdenking van de Tsjechische balling, in 1924 gevolgd door de stichting van een Comeniusmuseum. Het jaar 1929 was opnieuw een belangrijk jaar voor de bewonderaars van Comenius. Toen werd met steun van de Tsjechoslowaakse regering het Comeniusmausoleum geopendGa naar eind4., waar Comenius werd herbegraven. Dit mausoleum werd door vele Tsjechen en Slowaken (in 1991 20.000) bezocht o.m. door president Havel. In het herdenkingsjaar 1970 verscheen een dissertatie van dr. W. Rood ‘Comenius and the Low Countries’, waarin deze o.m. ingaat op de relatie van Comenius tot de koopmansfamilie De GeerGa naar eind5..
In ons land, maar ook elders, heeft het didactisch-pedagogisch werk van Comenius altijd de meeste nadruk gekregen. Groenendijk en Sturm wijzen er in hun reeds genoemde publikatie op, dat hoewel Comenius vanuit zijn achtergrond bij de Boheemse Broeders in calvinistische zin beïnvloed was, de antropologie die aan zijn pedagogiek ten grondslag ligt, een opmerkelijk positieve en optimistische grondtoon heeft. Volgens de beide auteurs past ‘de leraar der volken’ veeleer bij de romantische traditie, waarvan Rousseau als de grondlegger wordt aangemerkt. | |
Herdenking in NaardenUit de vele evenementen, die dit jaar in Naarden zijn georganiseerd, blijkt dat de belangstelling voor Comenius allerminst verflauwd is. Er werd een ‘Stichting Comenius 1592-1992’ opgericht, met een comité van aanbeveling waarin o.m. de ambassadeur van de Tsjechische en Slowaakse Federale Republiek en onze ambassadeur in Praag zitting hebben naast de ministers van cultuur van Nederland en de Tsjechische en de Slowaakse republieken. In mei werd het nieuwe Comenius Museum geopend naast het mausoleum. Het Comenius Museum, tot voor kort gevestigd in het Spaanse Huis in Naarden, is in 1992 verhuisd naar de nabijgelegen Weeshuiskazerne. Deze voormalige kazerne grenst aan het mausoleum waar Comenius begraven ligt. Het museum, gevestigd Kloosterstraat 33, Naarden (tel. 02159-43045), biedt een videoprogramma, een bibliotheek met een collectie van werken van en over Comenius en wisselende tentoonstellingen. Tussen maart en oktober zijn er orgelconcerten georganiseerd en een tentoonstelling ‘Naarden ten tijde van Comenius (1592-1670)’. Met medewerking van de Nederlandse Academie van Wetenschappen werd op 13 mei een symposium gehouden waarop over Comenius gesproken werd door prof. dr. N. Mout (Rijksuniversiteit Leiden) en prof. dr. J.M. Lochman (Universiteit Bazel). T.z.t. zullen de referaten in druk verschijnen. Voor het eerst is er een uitgave van de Orbis Sensualium Pictus verschenen, waarin de tekst ook in het Nederlands is opgenomen (verkrijgbaar in Comenius Museum en boekhandel).
Jan Amos Comenius was een denker van Europees formaat. Hij gaf een bijzonder accent aan de sinds eeuwen bestaande culturele relaties tussen Bohemen en de Nederlanden. De omvangrijke herdenking in Naarden van zijn geboortejaar heeft de banden tussen ons land en de republiek van Masaryk en Havel opnieuw versterkt. |
|