Over de grens
Figuratieve kunst uit Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland
In het jaar 1992 waarin de Europese grenzen worden geslecht en de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel samen met de vrije Hanzestad Bremen en het land Niedersachsen een Nieuwe Hanze Interregio in het leven riepen, wordt in samenwerking tussen het Drents Museum in Assen en het Landesmuseum in Oldenburg een belangwekkende tentoonstelling georganiseerd van Noord-Nederlandse en Noordwest Duitse kunstenaars. De tentoonstelling van figuratieve kunst zal onder de naam Noordbeeld eerst in Assen en vervolgens als Nordbild in Oldenburg te zien zijn (van 27 september tot en met 15 november). Er nemen 38 kunstenaars aan deel, twintig van Nederlandse zijde en achttien uit Noord-West Duitsland.
Het is voor de vierde maal in tien jaar tijd dat in Noord-Nederland een grote overzichtstentoonstelling met werk van kunstenaars uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe wordt gehouden. Het Drents Museum in Assen nam in 1982 het initiatief met de eerste Triënnale, in 1985 kwam er een vervolg in Leeuwarden, terwijl de derde Triënnale in 1988/1989 in Groningen te zien was. In al deze gevallen lag de nadruk op jonge beginnende kunstenaars. Nu is gekozen voor de meest representatieve en interessante vertegenwoordigers van de figuratieve schilder-, beeldhouw-, teken- en prentkunst aan beide zijden van de grens. In Noord-Nederland wordt dit figuratieve werk op zeer hoog niveau beoefend. Dit is ongetwijfeld mede te danken aan de uitstraling van de Academie Minerva te Groningen, waar de figuratie en de hiervoor vereiste technische vaardigheid lang een prominente plaats in het lesprogramma heeft ingenomen, in tegenstelling tot de meeste academies elders in het land.
Zo is een gevarieerd ‘Noordelijk Realisme’ gegroeid, dat zich op velerlei manieren uit en veel meer visies en stijlen omvat dan de stroming die - overigens vaak ten onrechte en enigszins misprijzend - wordt omschreven als ‘fijnschilderskunst’. De verschillende richtingen binnen het ‘Noordelijk Realisme’ hebben vooral gemeen: eerbied voor de kunsthistorische tradities en de beschikking over een grote technische beheersing en vaardigheid.
Bij de tentoonstelling(en) verschijnt een rijk geïllustreerd boek, dat is samengesteld door een team van Nederlandse en Duitse kunsthistorici en critici. Naast inleidende opstellen over recente ontwikkelingen in de realistische/figuratieve kunst in beide landen bevat het uitvoerige informatie over loopbaan en werk van de exposanten.
Het boek zal ca. 200 bladzijden tellen en f 49.50 (DM 45,-) gaan kosten.