Algemeen-Nederlandse kroniek
Cultuur
Identiteit
Het behouden en ontplooien van de eigen identiteit is een omstreden bezigheid. Europa kiest evenwel voor culturele pluriformiteit en dat betekent dat elke taal- en cultuurgemeenschap zijn eigen inbreng aan het cultureel veelzijdige Europa moet leveren en dus een eigen identiteit moet bezitten. Hierover verscheen in de NRC/Handelsblad van zaterdag 2 mei een interview met de gezaghebbende Franse historicus Jacques le Goff.
Enkele vragen en antwoorden uit de vraaggesprek zijn de volgende:
Wat moet voor de nationale identiteit van Frankrijk zeker behouden blijven? De taal?
‘De taal is een element en een probleem tegelijk. Wij Fransen leven met het absurde idee dat het Frans de mooiste taal van de wereld is, de internationale taal bij uitstek. Dat is onmogelijk, niet normaal, niet juist. Maar tevens bestaat er een regelrechte agressie op dit punt. De bêta-wetenschappen zijn bijna verplicht om in het Engels te schrijven en praten. Onverdraaglijk. Als ik naar congressen ga, spreek ik Frans.’
Uw landgenoot en collega Edgar Morin vindt het ‘geen gevaar voor de Europese cultuur’ als het Engels de hoofdtaal wordt.
‘Ik waardeer Morin zeer, maar die uitspraak is waanzinnig. Er hoeft geen Europese taal te zijn. Engels wordt belangrijk, dat is duidelijk. Maar aan de taal is ook een hele cultuur verbonden. Engels spreken is ook Engels worden. Dat is onmogelijk. Ik vraag alleen dat alle Europeanen tenminste drie talen spreken: hun eigen taal, Engels en een andere. Ik ben vurig voor Europa, maar mijn Europa is een pluralistisch Europa. En dat houdt vooral taalpluralisme in.
Om veel redenen ben ik voor Europa, en één van de redenen is historisch. Ik geloof dat er in de geschiedenis van Europa een gemeenschappelijk erfgoed is, maar als er een monopolie van het Engels komt, zal dat erfgoed zeker verdwijnen. Als men geen directe toegang heeft tot zijn literatuur, kan Europa wel verenigd maar niet pluralistisch zijn’.
Maar komt dat Europa er ook?
‘Gisteren dineerde ik met mijn vrienden, de historici Pierre Nora en François Furet, en ex-premier Michel Rocard, en wij vroegen het ons ook af. Ik denk dat de algemene beweging sinds 1945 vooruit was, maar dat we nu een kleine stilstand en zelfs een kleine teruggang meemaken. Heel begrijpelijk, want die Akkoorden van Maastricht zijn voor velen een zware stap, vooral voor de ouderen. De jongeren zijn Europeser, hun cultuur is internationaler, de ouderen zijn geslagen door crises, angst voor nieuwe crises. Deze mensen durven niet een deel van hun leven op te geven, dat is het complexe probleem van rechts. De realisering van Europa zal, geloof ik, de geslaagde realisering zijn van de dialectiek tussen eenheid en verscheidenheid.’
Economische eenheid, culturele verscheidenheid?
‘Dat is duidelijk. Maar zelfs als ik voor één munt ben, zal het er nooit één zijn. Er zijn monetaire en economische praktijken die eigen zijn aan een volk. Deze eigenaardigheid is geen obstakel voor de handel en de economische relaties. Wanneer er geen douaniers meer aan de grenzen staan, wat is dan het merkpunt van de grens die deel kan zijn van onze verbeeldingswereld? Ik ben erg gelukig te weten of ik België binnenrijdt of Duitsland of Nederland. Het is toch amusant om met meer landen te zijn?’ Hij lacht.