Virussen spreken Engels
door Yvan van den Berghe
Sommige spraakmakers, zij het ministers, hoogleraren of journalisten, willen Nederland verengelsen. Ik weet niet hoe talrijk ze zijn, maar ik geloof toch dat het om een minderheid gaat. Een invloedrijke minderheid, dat wel! Een groep die overigens voortreffelijk weet te argumenteren: ‘Ik kan niet in het Nederlands over virussen doceren’, beweert de hoogleraar: ‘want virussen zijn niet een typisch Nederlands verschijnsel, ze komen overal in de wereld voor’. Het moet dan wel in het Engels, anders begrijpen de virussen de colleges natuurlijk niet. Virussen spreken Engels! De professor is zeer tevreden want door op het Engels over te schakelen, krijgen zijn colleges een progressief en universeel tintje. Hij dient de vooruitgang! Maar is dit wel zo? Zijn de behoudzame voorstanders van het Engels - want Nederlands mag nog wel thuis en liefst in de keuken - wel degelijk de lichtende voorboden van de toekomst? Of zijn ze van een totaal andere slag? Zijn het niet eerder de niet zo fraaie handlangers van het Amerikaans cultuurimperialisme? De Verenigde Staten staan er economisch slecht voor, maar ze beschikken over het sterkste leger ter wereld en over de meest winstgevende cultuurindustrie. Ze willen evenwel hun politieke invloeden in de wereld en vooral in Europa behouden en willen de markten voor hun cultuurindustrie uitbreiden. Er is mijns inziens n.i. een duidelijk verband tussen de slaafse door de VS en Groot-Brittannië gedicteerde buitenlandse politiek van Nederland en het feit dat Nederland stilaan de toegangspoort is geworden waardoor de Amerikaanse cultuur Europa wil veroveren. Als minister Van den Broek als voorzitter van de Europese ministerraad geen Nederlands wil spreken maar alleen Engels, heeft dit een symbolische betekenis. Het wil zeggen dat Nederland ondergeschikt is aan de Verenigde Staten en zich ook als dusdanig kenbaar wil maken. Het betekent ook: ik vertegenwoordig een kleine
cultuur die ik niet wens te verdedigen. Deze keuze voor het Engels is bovendien zeer exclusief. Zij die in naam van de internationalisering of Europeanisering willen verengelsen, zeg maar veramerikaniseren, sluiten alle andere talen of culturen uit. Er moet niet in het Spaans, Duits, Italiaans of Frans gedoceerd worden. Neen. Amerikanen kennen die talen niet, dus wij ook niet. Cultuur en wetenschap moeten beperkt of verschraald worden tot de Angelsaksische wereld en de rest kan stikken. Misschien moet de rest ook wel stikken.
Natuurlijk is deze houding niet progressief, zélfs niet erg democratisch. Wie - zij het sluw - tegen de volkstaal ageert, misprijst ook het volk. Wie géén weerstand biedt aan een oprukkende imperiale cultuur kan geen aanspraak maken op de titel van links intellectueel. Wie in het toekomstig Europa de ‘grote’ culturen steunt en de kleinere niet helpt in hun rechtmatige strijd van hun voortbestaan, is zeker een conservatief en steunt het niet zo fraaie cultuurimperialisme van de groten. Wie bovendien zijn eigen cultuur in het belang van een imperiale cultuur opoffert kan niet beschouwd worden als vaderlandslievend. Integendeel. Bovendien ondergraven deze mensen het ideaal van een democratisch Europa. Een democratisch Europa kan niet anders dan federalistisch zijn opgebouwd en zal eerbied en respect moeten opbrengen voor alle culturen. Wie meteen in het kader van Europa Engels gaat praten of in die taal doceren, zendt het duidelijke signaal dat voor hem dit democratisch Europa niet moet. Voor de strijd gestreden is, aanvaardt men het bestaan van eersterangsburgers en legt men zich neer bij het vernederend tweederangsburgerschap. Dat men dit vrijwillig doet en met veel enthousiasme is voor mij een raadsel. Een vorm van masochisme? Of willen ze op een sluwe manier Europa saboteren? Een Jacobijns centralistisch Europa zal hoe dan ook reacties uitlokken. Verdrukte culturen tenderen naar nationalisme of erger. Deze reacties kunnen een destabiliserende factor worden en leiden tot het uiteenspatten van Europa. Misschien zullen de virussen dan weer geen Engels meer spreken maar overschakelen naar eigen talen. Wat jammer voor de professor!
De auteur is hoogleraar
Internationale Betrekkingen UIA