De Nederlandse Kastelenstichting al bijna een halve eeuw actief
Onvervangbaar cultuurbezit voor verval behoed
door N. Bullinga
In Nederland bevinden zich nog zo'n 300 kastelen; stenen bouwsels uit de middeleeuwen en latere tijden. Kastelen vertellen veel over het leven van de bewoners en de politiek uit die tijd, en zijn dan ook van grote waarde voor historici en het geïnteresseerde publiek. Het is o.a. daarom de moeite waard een dergelijk onvervangbaar cultuurbezit voor verval te behoeden. Met deze onderliggende gedachte werd in 1945 de Nederlandse Kastelenstichting (NKS) opgericht. Ondanks dat Nederland zich moeizaam uit de destructieve resultaten van de oorlog omhoog worstelde, werd toch ingezien dat kastelen, naast de heropbouw van steden en dorpen, als prioriteiten op de lijst behandeld moesten worden. In de eerste plaats moest voor hen een nieuwe bestemming gevonden worden; in de tweede plaats waren er kastelen die veel oorlogsschade opgelopen hadden en dus aan een restauratie toe waren. Daarbij kwam dat kastelen door deze oorlogsomstandigheden niet of nauwelijks onderhouden waren. Vele middeleeuwse kastelen zijn in handen van het rijk gekomen, vele tientallen grotere kastelen en historische huizen werden (en worden) gebruikt als raadhuis, scholen, internaten en dergelijke. Andere zijn ondergebracht bij regionale en nationale instellingen als provinciale kastelenstichtingen of Natuurmonumenten. Zij vormen ongeveer de helft van het historische huizenbestand, terwijl de rest van de andere kastelen en huizen nog in particuliere handen zijn of ondergebracht in stichtingen tot instandhouding van het oude familiebezit.
Op 28 november 1945 werd de NKS in het leven geroepen door o.a. de ministers van financiën, Lieftinck; O.K.W., van der Leeuw, en het 2de Kamerlid van der Goes van Naters. Zij schiepen een klimaat waarin mogelijkheden geboden werden om kastelen te bewaren als Nederlands erfgoed. De regelingen op het gebied van successie, schenkingen aan stichtingen, onderhouds- en restauratiemogelijkheden voor kastelen en huizen waren een logisch gevolg van de culturele en politieke consensus, die in 1945 gestalte kreeg bij de oprichting. Tevens werd een Raad van Beheer ingesteld, waarin ministers, kamerleden, voorzitters van stichtingen tot behoud van bepaalde kastelen en huizen en kasteeleigenaren plaats namen.
In de begintijd wordt gewerkt onder toezicht van de ministeries van Financiën en O.K.W. Later wordt deze band losser en is nu formeel niet meer aanwezig. In de vijftiger jaren ontwikkelt de NKS zich van een Stichting, die uit nood geboren is, tot een lichaam dat het best te typeren is met de I.B.I.-resolutie (Internationales Burgen Institut) uit 1953 die luidt: ‘... om een klimaat te scheppen voor regeringen waarin zij de zorg voor kastelen op zich nemen, moet de belangstelling en het begrip kastelen worden aangewakkerd...’
Deze resolutie werd op een vergadering te Rapperswil in Zwitserland, waar 19 landen vertegenwoordigd waren, aangenomen, en effent het pad waarover de NKS en het IBI zullen gaan.
Contacten met pers en radio worden gelegd, een enquête over de toestand van de kastelen wordt gehouden en excursies naar kastelen beginnen in 1952. Mede op verzoek van de minister van Financiën verschijnt een rapport, opgesteld door de heer Schellart, over de nood van de kastelen. In 1957 vindt de eerste kastelendag plaats op het Binnenhof. In die jaren propageert de NKS de stichtingsvorm voor kastelen in particulier bezit om daardoor de afkalving door vermogens- en successiebelasting tegen te gaan.
Eerder genoemde heer Schellart heeft samen met zijn vrouw gedurende lange jaren een boekerij opgebouwd, die in 1962 wordt ondergebracht in de Stichting Kastelen Documentatie (SKD), die nauw samenwerkt met de NKS en een onmisbaar complement daarvan vormt.
Een belangrijke ontwikkeling vindt plaats in 1964 als onder auspiciën van de NKS de leerstoel in de kasteelkunde wordt opgericht in Utrecht. Professor Renaud neemt de leerstoel in. Na zijn emeritaat is professor drs. H. Janssen door de NKS benoemd tot Buitengewoon Hoogleraar.
De eigenaren van particulier bewoonde kastelen, historische huizen en landhuizen met hun omringende parken, bossen en landerijen gerangschikt onder de natuurschoonwet, verenigden zich in 1973 in de Stichting Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB). Deze stichting heeft zeer veel bereikt voor de particuliere kastelen en heeft de taak van de NKS in deze overgenomen. De propaganda voor het kasteel vindt gestalte in de verspreiding van de gids ‘Kastelen in Nederland, opengesteld voor bezichtiging’ met een oplage van 15.000 exemplaren. Een meer gerichte verspreiding van de gids ‘Kastelen geschikt voor evenementen’ heeft een oplage van 6.000 exemplaren. Tevens verzorgt de NKS monografiën van kastelen, waarvan reeds 50 in de oude serie zijn gepubliceerd en 26 in de nieuwe serie. Al bijna 10 jaar lang verschijnen in de ringband ‘Catellogica’ wetenschappelijk georienteerde artikelen op het gebied van kastelen die elders waarschijnlijk minder mogelijkheid tot publicatie zouden krijgen. Deze uitgave is bestemd voor de begunstigers, universiteiten en bibliotheken. Ook jaarverslagen en mededelingen worden hierin opgenomen. Samen met het Belgische zustergenootschap Koninklijke Vereniging der Historische Woonsteden van België en de Stichting PHB, geeft de NKS het 4 maal per jaar verschijnende blad ‘De Woonstede’ uit.