Neerlandia. Jaargang 96
(1992)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |||||||||||
Een reaktie op het forumartikel van drs. G. ValkGerrit Valk vraagt zich in Neerlandia af of de Vlamingen en de Nederlanders wel een natie vormen. Het lijkt hem dat taal en geografische positie niet voldoende zijn om te kunnen spreken van zo'n natie. Hij is dus wel zeer kieskeurig! Kunnen Vlaanderen en Nederland dichter bijeen liggen dan met de grenstanden van Zeeuws-Vlaanderen, Baarle-Nassau, Baarle-Hertog en Limburg in elkaar geklemd? Kan men zich een grotere culturele overeenkomst indenken dan taal? ‘De taal is gans het volk’ schreef de Vlaamse voorman Prudens van Duyse. Dit is niet zomaar een gevleugelde uitspraak maar de realiteit. Indien we geen natie vormen, dan zijn we wel een volk; des te beter! Dat er bij de bevolkingen, noch in het Noorden, noch in het Zuiden, geen levend gevoel is te behoren tot dezelfde stam is, jammer genoeg, zonder meer waar. De Vlamingen hebben wel een geldig excuus. De Belgische staat heeft nooit een natie kunnen vormen maar is er wel in geslaagd dat gevoel - dat toch ooit levend was bij de Vlaamse Orangisten - uit te wissen. Waarom de staatkundige verdeeldheid de Nederlanders niet beroert, is mij een raadsel. Zij hebben in geen geval een excuus! Maar een feit is een feit. Moeten we ons dan bij de feiten neerleggen? Nee, want we moeten tot het besef komen dat kleinschaligheid geen toekomst biedt in de Europese context. Men beweert dat na de Europese eenmaking de nationale economieën spontaan zullen versmelten. Als dat zo is, waarom hebben de andere landen, vooral Frankrijk, dan de overname van de failliete boedel van de D.D.R. door de Westduitse economie, als onrustwekkend beschouwd? De Vlaamse economie is welvarend; de Nederlandse, zo te zien, eveneens. Samen zouden ze echter een zoveel sterker geheel vormen om stand te houden in de Europese concurrentieslag die in het verschiet ligt. Er is ook iets wat men de macht van het aantal pleegt te noemen. Europa stond versteld toen het inzag dat het herenigde Duitsland meer dan tachtig miljoen inwoners telt. Twintig miljoen Nederlanders i.p.v. veertien, zou ook een niet te versmaden winstpunt geven. Het gevaar van een Duits-Frans condominium wordt er niet door afgewend, maar de mogelijkheid dat we in de hoek worden gedrumd is kleiner. De verdediging van onze gemeenschappelijke taal en cultuur is uiterst belangrijk. Daar is geen eenheidsstaat voor nodig, vindt Gerrit Valk. Ja, maar men ervaart nu hoe versnipperd en stroef de Vlaams-Nederlandse samenwerking op dat gebied, door twee staten, verloopt. In een eenheidsstaat zouden we ongetwijfeld, met meer kans op succes, voor onze taal en cultuur kunnen ijveren. Het gevaar dat we, geprangd tussen de Duitse, Franse en Engelse culturen, platgewalst worden, is niet denkbeeldig en wat is een volk zonder identiteit en eigen taal en cultuur? Is die eigenheid tenslotte niet het enige dat we echt ‘hebben’ in onze verspilmaatschappij, het enige dat onze nakomelingen van ons zullen erven? Het is zo dat België, de Vlaams-Waalse staat, het best kan vergeleken worden met een mislukt huwelijk. Waarom zouden echtgenoten, die voortdurend ruziën, niet scheiden in goede verstandhouding? Tijdens een recente opiniepeiling, was 30% van de Vlamingen ervoor gewonnen. Na de scheiding, zou Wallonië zich moeiteloos door Frankrijk kunnen laten annexeren en er wel bij varen. Vlaanderen zou met Nederland scheep gaan en samen zouden ze, na enig gekibbel, een prachtig koninkrijk vormen aan de monding van de grote stromen. Is dat wishfull thinking? Het was ook een wensdroom, de Europese eenmaking, toen Jean Monnet veertig jaar geleden de idee lanceerde en toch komt ze er! Jan Luyckfasseel, Huizingen | |||||||||||
Naar een hereniging van Nederland en VlaanderenUitgaande van een toekomstige hereniging van Vlaanderen en Nederland en met de daarop duidende zo belangrijke artikelen van prof. dr. H. Pauwels in Neerlandia nr. 1 van 1989 en laatstelijk van prof. dr. P.F. Maas in Neerlandia nr. 4 van 1991 voor ogen, is een aantal uitgangspunten te onderkennen: Er zijn ontwikkelingen gaande in de Nederlanden die wijzen op een groeiende en instemmende gedachtenvorming in die richting. In een zich tot een zekere eenheid ontwikkelend Europa is het logisch en onvermijdelijk, dat de onderscheidene volken zich daarin als identiteiten aankondigen. Ofwel anders gezegd: er komt een Europa bestaande uit onderscheidene volken als staatsrechtelijke | |||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||
eenheden in een samenwerkend Europees verband. Er zijn twee mogelijkheden in de verdere ontwikkeling
Basis-uitgangspunten voor deze ontwikkeling zijn de begrippen volk, taal en saamhorigheid, een enigszins andere vergelijkbare staatsrechtelijke indeling voor volk, grondgebied en gezag. Alleen wanneer deze drie samengaan kan er sprake zijn van een hechte staatkundige eenheid. Volk en taal zijn niet hetzelfde, hoe nauw ze ook met elkaar samenhangen: vergelijk enerzijds Nederland en Suriname en anderzijds ook Duitsland met Oostenrijk en Zwitserland. Eerst wanneer de saamhorigheid aanwezig is en een internationale erkenning er bij verzekerd is, zal een volledige zelfstandige staatkundige eenheid mogelijk zijn. Op grond van overleg, de nodige volksstemmingen en besluiten in Nederland en Vlaanderen kan een eenheid tot stand komen, die internationale instemming kan verkrijgen. De in Europa in gang zijnde ontwikkelingen wijzen duidelijk op een groei naar een Europa der volken, met vooral de eenheid van taal als grondslag. In deze gedachtengang zal een Koninkrijk der Verenigde Nederlanden ontstaan, dat in het Zuiden grenst aan Wallonië en in het Zuid-Oosten aan een Luxemburg, vergroot met de duitstalige gebieden van Eupen en St.-Vith en de ‘menggebieden’ in het Noorden, reikende tot de Nederlandse grens bij Gemmenich en Vaals. De afbakening van grenzen zal in onderscheidene gevallen met volksraadpleging per in aanmerking komende gemeente beslist kunnen worden. Bij de bestuurlijke binnengrenzen (provincies, landsdelen) dient rekening gehouden te worden met historische waarden, streektaalgebieden, karakter van de bevolking en bestaansbronnen. Dat zal er op neerkomen, dat de huidige provincies in Nederland en Vlaanderen in het algemeen gehandhaafd kunnen en moeten blijven. Wel zullen provincies groepsgewijze samen kunnen gaan in landsdelen. Te denken valt aan: Friesland; Nedersaksen (gevormd door Groningen, Drenthe en Overijssel); Gelre (gevormd door Gelderland en Opper-Gelre, dit laatste als provincie gevormd uit Gelders gebied ten Zuiden van de Waal en het Noorden van de huidige provincie Limburg); voorts Flevo-Sticht (gevormd door de provincies Utrecht en Flevoland (zonder de Noordoostpolder) en met het Gooi); Holland (Noord-Holland en Zuid-Holland); Zeeland; Vlaanderen (West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen); Brabant (Noord-Brabant, Midden-Brabant en Zuid-Brabant) en Limburg (West-Limburg en Oost-Limburg. Binnen de bestuursbevoegdheid van de landsdelen kunnen stadsgemeenten naast streekgewesten en/of stadsgewesten worden ingesteld. In elk geval voor Brussel (zetel Staten-Generaal), Antwerpen, Rotterdam, Haagburg ('s-Gravenhage met omliggende gemeenten; zetel regering) en Amsterdam (hoofdstad). De indeling in landsdelen zou daarom van zo groot belang kunnen zijn, dat deze als hoofdtaak toegewezen kunnen krijgen een Eerste Kamer/Senaat te kiezen, waarvan de senatoren de landsdelen vertegenwoordigen en hun stem uitbrengen op basis van de inwonertallen per landsdeel. De Landraden (gevormd door de gezamenlijke Gedeputeerde/Bestendige Staten) zouden - naast mogelijke andere taken - voornamelijk kunnen optreden als kiescollege voor de senatoren (uit de inwoners van het betreffende landsdeel of aldaar geboren). Aan de Senaat zouden, naast rechten en bevoegdheden zoals die nu in Nederland voor de Eerste Kamer gelden, tevens de navolgende rechten kunnen worden toegekend:
Met deze en andere aanvullende uitgangspunten zou een verstrengeling van Vlaanderen en Nederland verkregen kunnen worden, uitmondende in een zelfstandige staatkundige eenheid in verscheidenheid binnen het Europese bestel.
J. van der Vecht, Wassenaar |
|