| |
| |
| |
Algemeen-Nederlandse kroniek
Toch nog fusie tussen de Limburgse universiteiten?
Minister Ritzen van Onderwijs en Wetenschappen hield in januari jl. tijdens een academische zitting in Maastricht een pleidooi voor internationalisering van de Rijksuniversiteit Limburg in samenwerking met het universitair centrum in Diepenbeek. Drijfveer voor deze samenwerking is een sterkere positie tegenover de universiteiten in Luik en Aken te verkrijgen.
De Maastrichtse universiteit telt nu ruim 7000 studenten, te weinig om echt mee te kunnen tellen. De samenwerking met Diepenbeek moet leiden tot een integratie waarbij één centraal bestuur de beide universiteiten leidt, aldus minister Ritzen.
Er wordt overigens al samengewerkt. In september vangt men met een gezamenlijk project aan; een opleiding kennistechnologie. Voorts zijn plannen in een vergevorderd stadium voor het openstellen van beide universiteitsbibliotheken ten behoeve van elkaars studenten, een project waarbij ook de universiteiten van Luik en Aken zullen worden betrokken.
| |
Het doek is gevallen
De Universiteitsraad van de Vrije Universiteit te Amsterdam heeft een definitieve beslissing genomen; per 1 september 1996 wordt de studierichting Friese taal en letterkunde opgeheven. Het blijkt met name het gebrek aan geldelijke middelen te zijn geweest dat de doorslag gegeven heeft. Het directe gevolg van dit besluit is dat nieuwe studenten Fries niet meer bij deze universiteit terecht kunnen, maar naar Groningen zullen moeten gaan.
In een commentaar op deze gang van zaken schrijft het Friesch Dagblad (4-7-91) ondermeer: ‘Op zo'n moment blijkt dat de culturele ontwikkeling van een minderheidstaal al gauw wordt gezien als een leuk extraatje voor betere tijden, maar niet echt noodzakelijk is als de beurs leeg aanvoelt. De VU wekt de indruk niet echt alle kanalen onder druk te hebben gezet om het Fries alsnog te behouden. (...) Maar men moet ook nuchter zijn. Negen hoofdvakstudenten die de studie volgen is aan de zuinige kant’ (mh).
| |
Erkenning diploma's
De Nederlandse ministerraad ging begin oktober vorig jaar akkoord met een wetsvoorstel om hogere onderwijsdiploma's binnen de hele EG dezelfde erkenning te geven. Op grond van de nieuwe wet kunnen EG-onderdanen, die in een EG-land een universitaire of hogere beroepsopleiding van tenminste drie jaar hebben gevolgd, in Nederland toegang vragen tot het gereglementeerd beroep dat zij in het land waar zij zijn afgestudeerd met die opleiding zouden kunnen uitoefenen.
Het gaat hier om beroepen waarvan voor de toegang volgens de wet het bezit van een nationaal hoger onderwijsdiploma wordt vereist. Zij moeten hiervoor een aanvraag indienen bij de minister onder wiens bevoegdheid het beroep valt.
| |
Zomercursus
Voor Nederlandse taal en cultuur in het kasteel Nijenrode te Breukelen bij Utrecht wordt deze zomer van 20 juli tot 8 augustus weer de traditionele zomercursus Nederlandse taal en cultuur gehouden, georganiseerd door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De cursus heeft ten doel anderstaligen, die reeds een behoorlijke kennis van het Nederlands hebben en uit hoofde van hun studie/beroep of om andere redenen belangstelling hebben voor deze taal, intensief te onderrichten in
het schriftelijk en mondeling gebruik van die taal en hen in aanraking te brengen met een aantal aspecten van de Nederlandse cultuur, economie en politiek. In het algemeen wordt er dagelijks, met uitzondering van de zondagen en van de dagen, waarop dagexcursies plaatsvinden, onderwijs in het Nederlands gegeven.
De studiegroepen bestaan uit ongeveer 15 personen.
De cursisten zullen de gelegenheid krijgen door persoonlijk contact met vertegenwoordigers van de Nederlandse cultuur, politiek en economie, kennis te nemen van allerlei aspecten van het Nederlandse maatschappelijke leven. Het doel van deze contacten is algemene informatie te geven over land en volk en de cursisten te stimuleren tot actieve oefening in het Nederlands.
| |
Verplicht Nederlands
De Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken mw. Dales is van mening dat buitenlanders die zich in Nederland vestigen verplicht Nederlands moeten leren om op deze wijze beter aansluiting in de Nederlandse maatschappij te vinden. De minister, die deze mening op 13 oktober vorig jaar in een NCRV-radioprogramma vertolkte,
| |
| |
zei overigens dat deze verplichting niet zou moeten gelden voor buitenlanders die op universiteiten en onderzoekinstituten werken, omdat daar veelal Engels wordt gesproken. ‘Zij hebben onze zorg niet nodig’, aldus mevrouw Dales, die hiermede (bewust?) in het vaarwater van haar collega Ritzen komt. De minister van Onderwijs bepleit immers nog steeds een uitbreiding van het gebruik van de Engelse taal in het hoger en wetenschappelijk onderwijs, waartegen - terecht - meer en meer bezwaar gemaakt wordt.
| |
Leerstoel Jacques Delors
Op 8 december 1991 om 16 u. werd in de Sint-Janskerk in Maastricht de leerstoel Jacques Delors geïnaugureerd. Deze leerstoel werd naar aanleiding van de Europese Top in Maastricht 9 en 10 december door de vijf universiteiten uit de Euregio, het grensgebied van België, Nederland en Duitsland, opgericht. De leerstoel Jacques Delors voor Euregionale studies krijgt een jaarlijks wisselende bezetting.
Inlichtingen: prof. Cohen, rector magnificus van de Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht, tel.: (0)43-88.72.10.
| |
Leerstoel Neerlandistiek
De universiteit van British Columbia UBC in Canada start dit jaar met een leerstoel Nederlandse taal en cultuur in Vancouver. De verwezenlijking is grotendeels te danken aan particulier initiatief van het Nederlands-Canadese zakenechtpaar Gerry en Irene de Klerk.
Hoewel hun beleggingsmaatschappij Rampart Capital Corporation in Amsterdam de nodige geldelijke middelen heeft verstrekt, is structurele financiële ondersteuning blijvend noodzakelijk. De Nederlandse en Vlaamse overheid, alsmede de Nederlandse Taalunie zijn inmiddels benaderd.
| |
Niet-universitaire Neerlandistiek
De algemene conferentie van de Nederlandse taal en letteren werd op 15 november 1991 te Kortrijk gehouden. Het thema van de Conferentie was de niet-universitaire Neerlandistiek in de ons omringende grensgebieden, een onderwerp waarmee het ANV zich reeds meer dan een decennium met succes bezig houdt. Daartoe werkt de werkgroep ‘Leraren Nederlands in de ons omringende grensgebieden’ (zie ANV-jaarverslag in Neerlandia 1991-3).
De Nederlandse Taalunie gaat nu haar opdracht Neerlandistiekbevordering ook op het niet-universitaire vlak invullen. Het Taalunieverdrag schrijft voor dat de Nederlandse Taalunie de bevoegde organisatie is om voor Nederland en Vlaanderen het onderwijs in de Nederlandse taal, letteren en cultuurgeschiedenis in het buitenland te bevorderen of te organiseren. Ruim vijf jaar doet de Taalunie dat reeds voor de universitaire neerlandistiek. Mede door het gebrek aan gegevens ontwikkelde de Nederlandse Taalunie slechts op zeer bescheiden wijze initiatieven voor de niet-universitaire neerlandistiek. Het is echter de uitdrukkelijke wens van de Taalunie om op korte termijn ook voor deze vormen van onderwijs Nederlands in het buitenland beleid te ontwikkelen. Daarbij zal de Nederlandse Taalunie zich in eerste instantie richten op de Nedersaksen, Noordrijnland-Westfalen en Frans-Vlaanderen. De conferentie was bedoeld om van deskundigen uit de betrokken gebieden te vernemen wat de wensen en de mogelijkheden zijn.
Het ANV zal zijn werkzaamheden aan die van de Taalunie aanpassen. Stelregel is steeds geweest dat het ANV niet met de overheid concurreert, hoogstens aanvult.
| |
Taal
Politie-Nederlands
In Wezel, Kleef, Borken en Heinsberg in Duitsland volgen leden van de Kriminal- en Schutzpolizei lessen Nederlands. Met het oog op het wegvallen van de grensbelemmeringen en de bevoegdheid van de politie om op grond van het Schengen-akkoord in beperkte mate over de grens heen als politieman werkzaam te zijn, is het leren van Nederlands ook in deze categorie noodzakelijk geworden. Maar ook het nog steeds toenemende toeristenverkeer maakt het nuttig Nederlands in Duitsland te kennen.
| |
| |
| |
Nederlands niet wettelijk vastleggen
De commissie Taalaspecten Onderwijs die vorig jaar door de Nederlandse minister van Onderwijs J.M.M. Ritzen werd ingesteld, heeft op 8 januari jl. haar rapport aan de minister overhandigd.
De commissie komt tot een teleurstellende conclusie, die naar het oordeel van het ANV geen versterking van de positie van het Nederlands betekent.
‘Het is thans niet gewenst om het Nederlands wettelijk als voertaal in het onderwijs voor te schrijven. Het Nederlands wordt immers niet als cultuurtaal bedreigd, ook bedreigt het huidige taalgebruik de kwaliteit van ons hoger onderwijs niet en evenmin dreigt Nederland de internationale aansluiting te missen. Als de voertaal dan toch wettelijk wordt vastgelegd, heeft dat waarschijnlijk alleen maar negatieve gevolgen. De overheid kan wel met maatwerk helpen specifieke met taal verbonden problemen op te lossen’, aldus de commissie.
(Zij had tot opdracht om te bekijken wat de internationalisering betekent voor het gebruik van voertalen in het onderwijs. In het bijzonder werd haar gevraagd of het Nederlands als voertaal wettelijk voorgeschreven moet worden. De commissie stond onder leiding van prof. dr. H.R. van Gunsteren, hoogleraar politieke theorieën en rechtsfilosofie en lid WRR).
De commissie stelt weliswaar dat het Nederlands zijn positie niet mag verliezen als de meest vanzelfsprekende taal in het dagelijkse sociale, politieke en economische verkeer, maar meent tevens dat het Nederlands daarvoor niet wettelijk als officiële taal in het onderwijs behoeft te worden vastgesteld. Het ANV liet de minister vorig jaar zijn tegengesteld standpunt weten.
Ook de notitie over de grondwettelijke positie van het Nederlands als taal van bestuur en rechtspraak, opgesteld door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken (Kamerstuk 21427 nr. 20) komt in feite tot de slotsom dat wettelijke vastlegging van het Nederlands onnodig is. Het bestuur van het ANV reageerde hierop met brief nr. 101/92/JKN/JS dd. 13 januari 1992 die u elders in dit nummer afgedrukt vindt.
| |
Tweetalige woordenboeken
Woordenboeken Nederlands-vreemde taal bestaan er te kust en te keur voor wat betreft de grotere moderne talen. Vele talen zijn daarom vanuit het Nederlands slecht toegankelijk en andersom. Daarom werd in het kader van het Nederlands-Vlaams actieprogramma GENT (Geheel Europees-Nederlands taalgebied) een adviesgroep Lexicografische Voorzieningen opgericht, die eind oktober vorig jaar aan de Nederlandse en Vlaamse bewindslieden van Onderwijs verslag uitgebracht. De commissie adviseert de overheid steun te overwegen aan de opzet van woordenboeken. Dit zou bijvoorbeeld mogelijk zijn in de vorm van een afnamegarantie aan uitgeverijen.
De overheid zou dan bij de keuze van talen de volgende prioriteiten kunnen stellen. Ten eerste, de aanwezigheid van grote groepen sprekers van een bepaalde taal in het eigen land. Ten tweede, het EG-lidmaatschap van een of meer landen waar de taal wordt gesproken, omdat de contacten daarmee zeer intensief zijn. Ten derde, de vraag in hoeverre een taal een wereldtaal is of de ‘lingua franca’ voor een bepaald vakgebied (bij voorbeeld wetenschap en techniek).
Verder vraagt de commissie de ministers steun te overwegen aan de programmatuur voor de vervaardiging van woordenboeken. Als die kan worden verbeterd, wordt de produktie voor alle talen veel eenvoudiger en goedkoper.
| |
Nederlands in Belle
Sinds maart 1990 wordt in het Noordfranse Belle (Bailleul) op de openbare lagere school Nederlands gegeven. Thans zijn er in Belle zes leerkrachten Nederlands en krijgen alle scholieren van de veertien openbare scholen voor kleuter- en lager onderwijs verplicht Nederlands, dank zij het onvermoeibare streven van burgemeester Delobel. Aanvankelijk verzet van sommige anders ten gunste van meer aandacht voor het Engels werd afgewezen ‘ten gunste van de goede Vlaamse buur die meer op prijs wordt gesteld dan een verre Engelse vriend’.
Net als in Wervicq-Sud wordt het Nederlands gegeven door zowel Nederlanders als Vlamingen. Het zijn de heren Delvoye uit Wervik, Buschers uit Groningen, en Van de Kar uit Roosendaal, alsmede de dames Françoise Rits uit Steenvoorde, Heide Walleghem uit Vlamertinge en Jannie Hoenink uit Hengelo. De Vlaamse leerkrachten worden betaald door de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en de Nederlandse door de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland. Het Komité voor Frans-Vlaanderen dat cursussen Nederlands voor particuliere belangstellenden geeft, hoopt dat langzamerhand de Franse overheid de kosten van het Nederlands onderwijs in Noord-Frankrijk in het openbaar onderwijs gaat overnemen. Het betreft immers de taal van de buren. Vlaanderen en Nederland betalen toch ook voor het onderwijs Frans?
| |
Taaladviesdiensten
Een groot aantal instellingen binnen Nederland en Vlaanderen houdt zich bezig met het geven van taaladviezen, zoals het Genootschap Onze Taal (Den Haag),
| |
| |
de Vereniging Algemeen Nederlands (Brussel), de Raad voor Taaladvies (Brussel) en de Taallijn (Amsterdam). Individuele burgers en instellingen kunnen daar terecht met vragen over spelling, het juiste woord, zinsconstructies en zelfs met vragen over de opbouw van hele teksten. Uit de getallen blijkt dat de behoefte aan dergelijke adviserende instellingen zeer groot is en nog steeds groeit. De diverse organisaties werken tot nu toe grotendeels langs elkaar heen. Dat leidt er jammer genoeg nog wel eens toe dat de ene adviesdienst op een vraag een geheel ander antwoord geeft dan een andere. Door hun kleinschalige opzet is het materiaal waarop zij hun antwoorden baseren noodzakelijkerwijze beperkt. Daarom hebben de taaladviesdiensten behoefte aan de opzet van een groot elektronisch databestand, waarop zij zich kunnen aansluiten. Het zal hun adviseringstaak gemakkelijker maken en het zal de kwaliteit van hun adviezen verder verhogen.
De Nederlandse Taalunie wil graag tegemoet komen aan de behoeften van deze taaladviesdiensten. Zij heeft daartoe op 4 oktober 1991 een Werkgroep ingesteld die zich zal bezighouden met de vraag hoe zo'n taaldatabank eruit zal moeten zien. De Werkgroep zal zich zowel buigen over de technische kant van de zaak als over de normatieve ‘wat is goed Nederlands?’
De Werkgroep bestaat uit Nederlandse en Vlaamse taalkundigen en uit mensen die actief zijn in de praktijk van de taaladvisering. De voorzitter, dr. G. Verhoeven en de secretaris, J. van Hoorde, lic., zijn verbonden aan de Nederlandse Taalunie.
De leden van de werkgroep zijn: E. Berode, lic. (voorzitter Raad voor Taaladvies, taalraadsman BRT), dr. W. Haeseryn (redacteur Algemene Nederlandse Spraakkunst), mevr. drs. Y. Halink (Taallijn Amsterdam), dr. C. Jansen (hoofddocent taalbeheersing RU Utrecht), dr. F. Jansen (docent taalbeheersing RU Utrecht, redacteur Onze Taal), W. Penninckx, lic. (specialist taaldatabanken), mevr. drs. M. van Scherpenzeel (docent UFSI Antwerpen, redacteur Nederlands van nu, dr. W. Smedt (docent taalkunde KU Leuven), drs. P. Smulders (directeur Genootschap Onze Taal), prof. dr. P. van Sterkenburg (directeur Instituut Nederlandse Lexicologie, Leiden) en dr. L. van Waes (docent taalvaardigheid UFSI Antwerpen).
| |
Nederlands in Auckland
Aan de lange rij van onderwijsinstellingen in het buitenland waar Nederlands wordt gegeven, een kleine 200, kan Auckland in Nieuw-Zeeland worden toegevoegd. Met ingang van 1992 zal dr. C.H. Snoek lector Nederlands zijn, die zijn functie mede dankzij een geldelijke bijdrage van de Nederlandse Taalunie kan beginnen. De taal zowel als de cultuur van de lage landen komen beide op het studieprogramma te staan.
| |
Certificaten Nederlands
Op 4 december vorig jaar is in Amersfoort het advies vervat in het rapport ‘Certificaten Nederlands als tweede taal’ voor allochtonen uitgebracht aan de minister van Onderwijs.
Het betreft de invoering van een staatsexamen Nederlands voor volwassen allochtonen die op zoek zijn naar een baan of een opleiding willen volgen. Er zullen twee niveaus worden onderscheiden, waarbinnen deelcertificaten voor luisteren, spreken, lezen en schrijven kunnen worden afgegeven.
Het is de bedoeling dat reeds voor de zomer de eerste certificaten kunnen worden uitgereikt. De vraag naar cursussen Nederlands is groot. Er wachten rond 12.000 mensen op een dergelijke cursus. Het te behalen getuigschrift wordt ook wel ‘startbewijs’ genoemd, omdat het allochtonen op weg helpt in de Nederlandse maatschappij. De Tweede Kamer sprak zich vorig najaar uit om de wachtlijsten weg te werken.
| |
CVEN
De Commissie Vernieuwing Eindexamenprogramma's Nederland taal- en letterkunde komt in haar eindrapport (1991) tot de conclusie dat er op de Nederlandse middelbare scholen meer aandacht besteed moet worden aan spreeken schrijfvaardigheid, zowel communicatief, literair en taalkundig. Daartoe moeten nieuwe cursussen, betoog- en debatkunst en groepsdiscussie worden ingevoerd.
| |
Europese prijs
De Europese Vertaalprijs 1991 is toegekend aan Frans van Woerden voor zijn vertaling van Louis-Ferdinand Céline, ‘De brug van Londen - Guignol's band II’. De prijs wordt jaarlijks door de EG toegekend aan het best vertaalde literaire werk dat de afgelopen drie jaar in de gemeenschap is verschenen. Er is een bedrag van 20.000 ecu (ruim 45.000 gulden) aan verbonden. In totaal waren 28 titels voor de Vertaalprijs genomineerd.
Van Woerden, die vertaalkunde aan de Universiteit van Amsterdam studeerde, heeft met zijn vertalingen al een aanzienlijke reputatie opgebouwd. In 1988 resulteerde dat in de toekenning van de Martinus Nijhoff Prijs.
|
|