kan aanwenden voor het doen groeien van gewassen, enz.
Van Stekelenburg prikt deze fraaie doelstelling enigszins door. Wat was z.i. het geval? Pater Van den Broek had vele schulden gemaakt bij de aankoop van gronden voor zijn Indianen. Zijn opzet was: met de opbrengst van de gronden zijn missiepost financieren. Hij meende zich die schulden te kunnen veroorloven, omdat hij thuis een erfenis te goed had, althans dat dacht hij. Aangekomen in Nederland om het geld op te halen, bleek dat dit buitenkansje zijn eerwaarde neus voorbij was gegaan. Van Stekelenburg veronderstelt nu, dat Pater Van den Broek in Nederland propaganda is gaan maken voor emigratie naar Wisconsin om zijn project alsnog financieel veilig te stellen. Hij schreef een brochure ‘Reizen naar Amerika’. Daarin hemelde hij zijn Staat Wisconsin zodanig op, dat hier van een vrome misleiding gesproken kan worden! Hij vergat(?) b.v. te melden dat de prijs van f 3,- per acre wel laag was, maar dat er dan eerst een oerbos moest gekapt worden; dat het klimaat mooi was, maar niet liet hij weten, dat de winters lang en koud waren; dat men zelf eerst een blokhut moest bouwen, wegen aanleggen enz.
In het dagblad DE TIJD van voorjaar 1847 plaatste hij advertenties dat daar in Wisconsin de basis gelegd kon worden ‘tot eene voortreffelijke R.K. Kolonie’. Zijn oproep had vooral succes in Oost-Brabant. Herfst 1847 vertrokken met Pater Van den Broek een kleine 200 Noord-Brabanders naar Wisconsin, voornamelijk afkomstig uit Boekel, Uden, Veghel, Cuijk, Mill en Grave. De eerste van een langdurende emigratiegolf van Oost-Brabant naar Wisconsin. De overtocht kostte f 56,-; maar dan moesten de emigranten zelf proviand meebrengen voor de overtocht van 40-50 dagen. Storm en ontij was schering en inslag en de pater maar bidden in zijn kajuit dat de storm zou bedaren.
Het afscheid begon steeds hoopvol. Neem het verslag in het ‘Weekblad voor de stad en het kanton Grave’, april 1853. ‘Ruim 200 landverhuizers naar Noord-Amerika vertrokken. De meesten kwamen uit Uden, Volkel, Mill en Boekel en ook 2 uit Veghel gingen heden middernacht in laatstgenoemde plaats zingend scheep en kwamen ten 5 uure des morgens alhier (Den Bosch) aan. Zij vervolgden onmiddellijke hunne reis per stoomboot naar Rotterdam. Twee van hen zijn vroeger reeds in Amerika geweest; zij zijn in 1852 overgekomen, om hunne vrienden aan te raden hun vaderland te verlaten’. Ketting-emigratie dus. Het zingen zullen de meesten wel snel gelaten hebben na aankomst in de Ver. Staten. Op een der reizen b.v. moest Ant. Verkampen uit Uden in Boston achterblijven, omdat zijn geld op was. Om in leven te blijven ging hij in de bossen waterkers en bessen plukken. Anderen bleven in de haven achter om te gaan werken bij de aanleg van spoorwegen. Met het dáár verdiende geld, konden ze alsnog afreizen naar Wisconsin. Die trektocht duurde dan nog eens zo'n drie weken. Men kan veronderstellen dat al trekkende het beloofde land steeds ‘mooier’ werd. De aankomst was vaak een waar schrikbeeld. Een der paters die de groep begeleidde noteerde: ‘Helaas, eene algemene verslagenheid heerschte er onder de landverhuizers, toen zij de zoo lang gewenschte plaats van Pater Van den Broek zagen. Niemand wilde op die plaats blijven, verre van alle correspondentie gelegen, zonder handel en maar ordinaire grond’. De Amerikaanse droom?
Een weg terug was er voorlopig niet.
De r.k. kerk bood, precies als aan gene zijde van het Michiganmeer de Gereformeerde kerk, het enige vaste kader voor de in onzekerheid naar een bestaan zoekende emigranten. De aanwezigheid van ‘bestudeerde’ priesters (in Michigan predikanten) gaf een gevoel van veiligheid. Het geloofsleven van Oost-Brabant werd in Wisconsin vrijwel gecopieerd. Het is als uit een film: de processies thuis met erebogen, opgesierde huizen, aangeharkte voortuintjes, al deze franje nu in een soort prairie waar de wind vrij spel had in de bijeengenaaide vaandels. Volgens van Stekelenburg waren de Oost-Brabanders geschikte emigranten juist voor de streek in het noorden van Wisconsin. Ze kwamen n.l. uit een regio, die iets van een prairie had: de Peel. ‘Ontginnen van woeste gronden was de landarbeiders uit de armere buurtschappen rond de Peel niet vreemd’.
In feite hebben de Brabantse emigranten zich snel geassimileerd, eerder dan geïntegreerd. Trouwen deed men niet alleen onder elkaar maar vooral met de Duitse emigranten die al eerder naar ginds waren vertrokken. Wat deze groei in de Amerikaanse samenleving betreft, is er een wezenlijk verschil met de Gereformerde emigratie naar ‘Holland-’ Michigan. Waren de volgelingen van ds. Van Raalte met bijl en bijbel de rimboe te lijf gegaan, de Brabanders - zo zou je kunnen zeggen - met bijl en (roomse) blijdschap. De bijbel was voor de nieuwe inwoners van Michigan een instrument om de Nederlandse taal te handhaven; Blijdschap is niet aan het woord gebonden. Contact tussen beide groepen bestond er niet, zelfs niet tot enige tijd geleden. Ondergetekende herinnert zich in 1975 met een vertegenwoordiger van de Dutch Immigrant Society uit Grand Rapids naar St.-Norbert in Wisconsin te zijn gereisd. Het was diens eerste bezoek daar. Des te verheugender is het, dat de em. hoogleraar Nederlands aan het Calvin-College in Grand Rapids prof. Lagerwey op zich genomen heeft de geschiedenis te gaan beschrijven van de Norbertijner nederzetting in Wisconsin, nu deze in 1992 daar een eeuw gevestigd is.
Henk van Stekelenburg geeft in zijn lezenswaardige studie antwoord op vele vragen, die al lezende naar boven zijn gekomen. Er moet - om in stijl te blijven - door hem ontzettend veel spit- en graafwerk zijn verzet. Door zijn studie wordt een eng-hollandse geschiedschrijving van de emigratie naar Amerika bijgesteld. Met belangstelling kunnen we uitzien naar zijn onderzoekingen betreffende de migratie uit Brabant na het jaar 1880. De ‘oral history’ kan dan nog zijn werk doen.
Hoe diffuus de nederzetting in Wisconsin ook is geworden, in feite gaat het om een voorbeeld van Nederland in de wereld, meer in het bijzonder: Brabantia extra muros.
‘Landverhuizing als Regionaal Verschijnsel’, ISBN 90.70641.
37.2 f 55, - Uitgave van de Stichting Zuidelijk Historisch Contact.