Een Helper bij Hollands Herstel.
Bij het honderdjarig bestaan van Scheveningen is de naam van den stichter Jacob Pronk ook met eere genoemd in verband met het herstel van Nederlands onafhankelijkheid.
Jacob Pronk was een van die kloeke Nederlanders, die nooit den eed hebben willen afleggen aan het Fransche bewind. Hij geloofde in den terugkeer van het Oranjehuis en was reeds eenige weken vóór het oogenblik der bevrijding op de hoogte van wat er gebeuren zou.
De leiders hadden hem ingewijd. Zoo wordt herinnerd in de ‘Geschiedenis van Scheveningen’ door wijlen J.C. Vermaas, dat onlangs verscheen. Hij werd de vertrouwde van het beroemde driemanschap: Van Hogendorp, Van der Duyn van Maasdam en Van Limburg Stirum, en ging op den historischen 17den November, in opdracht van den laatstgenoemde naar Scheveningen, om Oranje uit te roepen en den commandant der Fransche wacht te vertellen, dat het Fransche bewind was afgeloopen. Pronk was het, die de komst der Engelschen regelde, de troepen verzorgde en daarvoor eigen kostbaarheden beleende en verkocht; die van Fagel het eerste bericht vernam van 's Prinsen terugkeer; die zijn zoon, als renbode, een oranjevlag om het lijf gewonden, naar Den Haag zond met de tijding van de aankomst; die met den Oranjevorst naar de residentie reed op den eersten zegevierenden tocht in het vaderland. Koning Willem I benoemde hem tot Broeder in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Pronk werd ‘Provisioneel commissaris’, maar dat duurde natuurlijk niet lang. Toen het met de ambtenarij niet ging en een baantje bij lands- of stadsbestuur voor den vrij moedigen Scheveninger, die het hart heel hoog droeg, niet te krijgen was, wierp hij het over een anderen boeg. Hij kwam op het, voor dien tijd en die plaats waarlijk buitengewone denkbeeld, een badgelegenheid in zee te openen. En die eenvoudige inrichting werd de oorsprong van de badplaats Scheveningen, die een wereldnaam zou krijgen.
Zulke mannen, die op hun 58ste jaar nog een uitvinding doen, waarvan de wereld te kijken staat, toonen de taaie levenskracht van het ras. Zij zijn de vezels van den Nederlandschen stam.