De Van-Riebeeckdag.
Op de gebruikelijke wijze heeft de afdeeling Kaapstad van het Algemeen Ned. Verbond, op 6 April herdacht, dat in 1652 Jan van Riebeeck in de Tafelbaai voet aan wal zette.
Generaal Smuts hield een rede, waarin hij o.a. zeide, dat hij in zijn jeugd de Nederlandsche letterkunde had bestudeerd. Hij sprak de hoop uit, dat de oude gebruiken zouden blijven bestaan en de banden met het moederland zouden worden bewaard. ‘Ons zieleleven zal er breeder en rijker door gemaakt worden’, zei spr. Hij wees erop, hoever de invloed van de Nederlandsche volksplanting die Van Riebeeck stichtte, gegaan was en hoe het Nederlandsch, zij het in eigen vorm, zij het als Afrikaansch een der officieele talen van Zuid-Afrika was geworden.
Dr. N.J. van der Merwe, lid van den Volksraad schetste de heldenfiguur van Van Riebeeck, die onder de grootste tegenspoeden moed hield. Ten slotte sprak hij den wensch uit, dat de in aanbouw zijnde ‘Afrikaans Medium Hogere Skool’ naar Van Riebeeck zou worden genoemd.
De heer P.A. van Buttingha Wichers, de Nederlandsche Consul, legde namens de Nederlandsche regeering een krans neer bij van Riebeecks standbeeld waar de huldiging plaats vond. In zijn toespraak wees hij op de noodzakelijkheid, de cultureele betrekkingen tussschen Zuid-Afrika en Nederland door uitwisseling te bevorderen.
Daarna werden kransen neergelegd van het Algemeen Nederlandsch Verbond, de Administratie van de Kaap-Provincie (vertegenwoordigd door den heer Schoeler), Burgemeester en Stadsraad van Kaapstad, de ‘Sons of England’, en de 1820 Setlaars Herdenkings Vereniging. Tenslotte zongen allen het ‘Wilhelmus’.